Imperfectum met praesens-betekenis.
W. de Vries vestigt in zijn artikel Losse opmerkingen over het werkwoord (N. Tg. XX, blz. 242) de aandacht op het feit dat in Groningerland meermalen tot iemand het woord wordt gericht met een imperfectum, waar men praesens zou verwachten: daar was ik weer enz. Zonder op zijn verklaring in te gaan die mij niet geheel bevredigt, wijs ik in de eerste plaats er op dat ook het Drechterlands deze wending kent; zie Karsten § 168. Maar is: daar zat ik (= daar zit ik) enz. niet algemeen gebruikelijk in Holland? Ik trof dit vb. van impf. met praesens-betekenis in Tiisken vander Schilden, vs. 773: Hier mach ick het strijcken: hou daer dan, daer sat ick. Mij dunkt, dit imperfectum sluit in zich: voldaanheid, die ook zou kunnen worden uitgedrukt (versterkt) door hè, hè of eindelijk. - Een ander door mij genoteerd voorbeeld vindt men in Ouwe Jan Hallema van Werumeus Buning (een Groninger, meen ik). Als Ouwe Jan, die onder de pantoffel zit, thuiskomt, moe en drijfnat - hij heeft bij stormweer een schip binnengeloodst - vraagt hij: had je de koffie klaar, moeder? Ongetwijfeld heeft dit had je de bedoeling om het meer directe heb je te vermijden. Het is een uiting van bescheidenheid (als ze nièt klaar is, is 't helemaal niet erg); had heeft hier modale kracht. En zo zou men bij de vbb. van De Vries ook de uit het Duits bekende diplomatische conjunctief besproken willen zien: da wären wir wieder. Maar ik volsta met deze enkele aanvullingen; men zie overigens ook Overdiep's Stilistische Grammatica, § 155 vlg.
Amsterdam.
A.A. Verdenius.
Naschrift van de Red. Is dit verschijnsel, dat al lang ook mijn aandacht trok, niet algemeen-Nederlands in de omgangstaal? In Zuid-Holland is het mij zeer bekend. Een bezoeker zegt b.v.: ‘Ik kwam eens horen of mijnheer thuis is.’ In een boekwinkel: ‘Ik kwam eens informeren naar de prijs van dat boek.’ Ook m.i. is het te verklaren als een uiting van bescheidenheid.