In Duitsland dan kwamen, in advertenties en krantenverslagen, op uitgangbordjes of waar ook, tal van vormen voor in de samengevatte vorm, d.w.z. niet als twee woorden, een zelfstandig naamwoord door een bijvoegelijk voorafgegaan, maar één woord. Of het verschijnsel in de laatste jaren toeneemt dan wel of het ook vroeger gewoon was, mogen zij die beter met het duits op de hoogte zijn beslissen. Daar stonden bijv. de volgende vormen: Neuschnee, Neuordnung, Vollmilch, Vollmond, Dickmilch, Frischfleisch, Rothkohl, Grünkohl, Schnellwäsche, Glatteis, Höchstleistung, Höchstgeschwindigkeit, Groβkaufmann, Groβbauer, Groβbrauerei, Groβfilm, Groβgarage, Groβfeuer (van een brand gezegd), Groβfeuerwerk, Kleinstadt, en tientallen meer. Zelfs stond bij de kabelspoor op Kreuzeek (bij Garmisch-Partenkirchen) het tarief aangegeven: voor volwassenen, voor Mittelgroße, en ‘für Kleinkind bis 1 Meter’.
Deze samentrekking tot één zelfstandig naamwoord trof me nog meer, toen ik aan 't vertalen ging. Want ons nederlands taaleigen laat zulke vormingen in 't algemeen niet toe. Neuschnee = verse sneeuw. Neuordnung = ? ja, daarvoor is geen woord, tenzij reorganisatie, of, als men zuiver nederlands wil, hervorming, hernieuwing, misschien nieuwe inrichting. Vollmilch = volle melk. Vollmond = volle maan. Dickmilch = dikke melk. Enzovoort: vers vlees, rode en groene kool, hoogste prestatie (liever: verrichting of topverrichting), grootste snelheid (of topsnelheid), grote koopman, grote boer, grote brouwerij, film, brand, vuurwerk, kleine stad.
Leerzaam waren onder deze vooral de woorden met groβ. Wij kunnen niet spreken van een grootbrand, een grootgarage; ook niet van een grootmogendheid (Groβmacht), maar wel van grootburger, groothandel, grootkapitaal; ook kleinhandel. Ook zouden we kunnen maken: grootboer, grootkoopman, grootstad. Maar tegelijk voelen we verschil met Groβbauer, Groβkaufmann, Groβstadt. Wat is dat verschil?
Voor ons taalgevoel krijgt het samengestelde woord een nieuwe, sterker begrensde betekenis; het gaat over van een algemene aanduiding naar de aanduiding van een bepaald begrip. Of om het anders te zeggen: is het woord niet samengesteld, dan behoudt het zelfstandig naamwoord de hoofdbetekenis en het bijvoeglijk naamwoord geeft daarvan een schakering aan. Dat blijkt ook uit het accent: bijv. naamwoord en zelfst. naamwoord hebben vrijwel even zwaar accent, maar het laatste, het