De Nieuwe Taalgids. Jaargang 32
(1938)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 170]
| |
Een bron van Hoofts ‘Rampzaaligheden der verheffinge van den Huize Medicis’.Prinsen, Kalff noch Te Winkel vermelden de bron of bronnen, waaruit Hooft bij het schrijven van zijn ‘Rampzaaligheden der verheffinge van den Huize Medicis’ geput heeft. Dit werk van Hooft is uit het oogpunt van compositie niet te bewonderen: híer is het zeer summier, dáár weer zeer uitvoerig. De bladzijden 181-184 van de uitgave der ‘Rampzaaligheden’ in ‘P.C. Hoofts Mengelwerken’ (1704) bevatten zulk een uitvoerige passus. Hooft beschrijft daar de samenzwering der Pazzi (1478). Deze is een der bekendste episoden uit de ‘Istorie Fiorentine’ van Machiavelli (Boek VIII). Reeds een oppervlakkige vergelijking van het werk van Hooft met dat van den Florentijn maakt het duidelijk, dat Hooft uit de ‘Istorie Fiorentine’ geput heeft, daar er gedeelten zijn, die woordelijk overeenstemmen. Hoe meer Hooft in détails treedt, des te groter is de overeenstemming. Het leek mij nuttig het werk van Hooft en Machiavelli eens systematisch te vergelijken. De periode, die door beiden besproken wordt, is die van ongeveer 1300 tot 1492: Machiavelli laat zijn Florentijnse geschiedenissen beginnen bij de Volksverhuizing en sluit ze af met de dood van Lorenzo de' Medici (il Magnifico) (1492), terwijl Hoofts ‘Rampzaaligheden’ omstreeks 1300 een aanvang nemen en het relaas geven óók van de jaren na Lorenzo's overlijden. De jaren 1300-1492 beslaan in de editie van 1704 van Hoofts ‘Mengelwerken’ de blzz. 179-186. In de zeer goede complete uitgave van Machiavelli: ‘Tutte le opere storiche e letterarie di Niccolò Machiavelli’Ga naar voetnoot1) bevatten de blzz. 459-621 de plaatsen, waar Hooft met zijn voorganger overeenstemt. Ten bewijze, dat Hooft voor zijn ‘Rampzaaligheden’ de ‘Istorie Fiorentine’ van Machiavelli als bron gebruikt hooft, volgen hieronder enkele plaatsen van overeenstemming, eerst in de Nederlandse, dan in de Italiaanse tekst en ten slotte deze in de Nederlandse (letterlijke) vertaling. De cijfers daarbij duiden | |
[pagina 171]
| |
respectievelijk de plaatsen aan in de bovengenoemde uitgaven, terwijl voor wie de Italiaanse taal niet machtig mocht zijn, ter vergemakkelijking tussen () worden aangegeven de overeenkomstige bladzijden in de Duitse vertaling der ‘Istorie Fiorentine’ door Alfred von Reumont.Ga naar voetnoot1) 181. Onder alle geslachten der stadt, stak uit, in aadel en rijkdoom, dat van de Pazzis: zulx Cosmo zijn zoons dochter Bianca aan Willem Pazzis ten huwelijke gegeeven hadt: op hoope dat die band de twee huizen verknócht zou hóuden. VIII, II, 591 (420-421) Erano i Pazzi, in Firenze, per ricchezze e nobilità, allora, di tutte l' altre famiglie fiorentine splendidissimi.... Aveva Cosimo de' Medici, veggendo la ricchezza e nobilità di costoro, la Bianca sua nipote con Guglielmo congiunta, sperando che quel parentado facesse queste famiglie più unite, e levasse via le nimicizie e gli odi....Ga naar voetnoot2) 182. Als Laurens, nevens den Kardinaal, in de Kerk gekóómen, en de Mis begonnen was, vond men dat 'er Juliaan noch ontbrak. Derhalven gaan François Pazzis en Bernard Bandin, dien t' zaamen opgeleidt was hem af te maaken, na zijn wóóning, ende tróónen hem, met vlayen en smeeken, ten huiz' uit. Zóó óóver straat, als in de kerk, onderhielden zy hem met boerten en kout van jonge luiden. Jaa, François, quansuis uit vrundtlijke gemeenzaamheit, prangd' hem, bywijlen, met hand en armen, om te tasten óf hy met ringkolder, óft anders moght gehardt weezen. VIII, VI, 594 (426).... se n' andarono nel tempio, nel quale già il cardinale con Lorenzo de' Medici era venuto. La chiesa era piena di popolo e lo officio divino cominciato, quando ancora Giuliano de' Medici non era in chiesa; onde che Francesco de' Pazzi insieme con Bernardo, alla sua morte destinati, andarono alle sue case a trovarlo, e con prieghi e con arte nella chiesa lo condussono.... e per la via e nella chiesa con motteggi e giovinili ragionamenti lo intrattennono. Nè mancò Francesco, sotto colore di carezzarlo, con le mani e con le braccia strignerlo, per | |
[pagina 172]
| |
vedere se lo trovava o di corazza o d' altra simile difesa munito.Ga naar voetnoot1) 182. De Medicis óók, kennende genoegh den nijdt van de Pazzis t' henwaarts, vertróuwden dien wel toe, dat zy, by weege van burgerlijk beleidt, zouden trachten hun 't gezagh t' ondergaan; maar hadden zich nóóit gehoedt voor zóó bitter een uitbersten tót ópenbaare handtdaadigheit: ende betaalden, daarom, hun veinzen, met gelijke munt. Zijnde nu de kerk vol vólx, onder 't welke de vloekverwanten, zonder schalk óóg te geeven, zich bequaamelijk ontrent de gebroeders vervoegen konden;.... Bernard Bandin, dan, drijft een' dag in de borst van Juliaan; die, naa weenigh schreeden, ter aarde plofte. Toen valt hem François Pazzis op 't lijf, en geeft hem meenighte van wonden; met zóó verblindt een felheidt, dat hy zich zelven zwaarlijk in een zijner beenen quetste..... Laurens,...., wert maar effen geraakt aan de keel;.... .... maar opgestommelt uit hunne schuilhoeken, werden smaadelijk gedóódt, en, de gansche stadt om, gesleept. Bernard Bandin, ziende Juliaan afgeveirdigt, leide noch ter neêr François Noris, gróóten vrundt van de Medicis; ende liep voorts om de laauwheit der anderen te boeten,.... In 't midde dezer yslijkheeden, en een gedruis dat de kerk scheen te storten, klampte de kardinaal zich aan 't altaar; ende wert daar beschermt met maghtige moeiten der priesteren, tót dat men hem, na 't stillen der beroerte, op 't pallais haalde, daar hy lang in vankenis, ende anxt voor zijn lyf, bleef zitten. VIII, VI, 594-595 (426-427) Sapevano Giuliano e Lorenzo lo acerbo animo de' Pazzi contro di loro, e come eglino desideravano di torre loro l' autorità dello stato; ma non temevono della vita, come quelli che credevano che, quando pure eglino avessero a tentare cosa alcuna, civilmente e non con tanta violenza | |
[pagina 173]
| |
l' avessero a fare; e perciò anche loro,...., di essere loro amici simulavono. Sendo adunque preparati gli ucciditori, quelli a canto a Lorenzo, dove, per la moltitudine che nel tempio era, facilmente e sanza sospetto potevono stare, e quegli altri insieme con Giuliano,.... e Bernardo Bandini, con una arma corta.... passò il petto a Giuliano, il quale dopo pochi passi cadde in terra; sopra il quale Francesco de' Pazzi gittatosi, lo empiè di ferite, e con tanto studio lo percosse, che obcecato da quel furore che lo portava, se medesimo in una gamba gravemente offese.... d' una leggieri ferita nella gola lo percossono;.... .... ma di poi ritrovati, furono vituperosamente morti e per tutta la città strascinati.... Bernardo Bandini, morto che vide Giuliano, ammazzò ancora Francesco Nori, a' Medici amicissimo,.... corse per trovare Lorenzo e supplire con lo animo e prestezza sua a quello che gli altri per la tardità e debilezza loro avevono mancato;.... Nel mezzo di questi gravi e tumultuosi accidenti, i quali furono tanti terribili che pareva che il tempio rovinasse, il cardinale si ristrinse allo altare, dove con fatica fu dai sacerdoti tanto salvato che la Signoria, cessato il romore, potette nel suo palagio condurlo; dove con grandissimo sospetto infino alla liberazione sua dimorò.Ga naar voetnoot1) | |
[pagina 174]
| |
186. Rechts voor zijn overlijden, als hadde 't den hemel ter harte gegaan, trof een blixemflits den tóp des doms van Florense, ende smeet een weldigh deel van dat gebouw ter aarde: 't welk der versleegene burgerye als een wis voorspook van 't naakend onheil inviel. VIII, XXXVI, 621 (476) E come dalla sua morte ne dovesse nascere grandissime rovine, ne mostrò il cielo molti evidentissimi segni; intra i quali, l' altissima sommità del tempio di Santa Reparata fu da uno fulmine con tanta furia percossa, che gran parte di quel pinnacolo rovinò, con stupore e maraviglia di ciascuno.Ga naar voetnoot1) Hiermee meen ik als vaststaand te mogen aannemen, dat Hooft Machiavelli als bron gebruikt heeft, en wel in de originele tekst. Er kan voor Hooft geen reden geweest zijn, de ‘Istorie Fiorentine’ anders dan in het Italiaans te lezen. Nog slechts een jongen, ondernam hij reeds de verre reis naar Italië. In zijn ‘Rijmbrief’, waarin hij tal van namen noemt, vinden we Machiavelli evenwel niet vermeld. Dat hoeft ons geenszins te verwonderen: Hooft werd in die Florentijnse dagen bekoord door de liefelijke, idyllische pastorale en zal zich toen zeker niet aangetrokken hebben gevoeld tot reële, nuchtere staatsmanswijsheid. Pas een 20 jaar later, toen hij een man van studie geworden was en zich tot geschiedschrijving in proza ging zetten, kon hij daar belangstelling voor koesteren. Maar Italiaans kende hij al sedert zijn reis naar het Zuiden. Bij een man van eruditie als Hooft is dat in die dagen eigenlijk vanzelfsprekend. Hij heeft ons Italiaanse | |
[pagina 175]
| |
brieven nagelaten. In 1605 verscheen de ‘Granida’, waarin vooral in het lste bedrijf veel ontleend is aan ‘Il pastor fido’ van Guarini, die pas in 1618 in een Nederlandse vertaling verscheen, tevens hier te lande de eerste vertaling van een Italiaans pastoraal stukGa naar voetnoot1). Dat Hooft onder invloed van de Italiaanse tekst, die hij, blijkens de hier en daar woordelijke overeenstemming, vóór zich moet hebben gehad, al vertalend italianismen schreef, zodat zijn stijl van een Tacitijnse een Machiavellistische werd, kan niet gezegd worden. Naast de bovengenoemde parallellen tussen de teksten van Hooft en Machiavelli bestaan echter ook punten van verschil, die de veronderstelling rechtvaardigen, dat Hooft voor de tijd tot Lorenzo il Magnifico's dood (1492) nog (een) andere bron(nen) heeft geraadpleegd. Moge er hier op slechts enkele van die punten gewezen worden. Op blz. 182 zegt Hooft, dat ‘de verheffing van 't Sacrament’ tijdens de mis het afgesproken teken was voor de Pazzi om hun moordplan ten uitvoer te brengen. Machiavelli schrijft slechts ‘l' ora destinata’, het vastgestelde ogenblik (blz. 594, kol. 2). Bij Hooft voegt, op dezelfde bladzijde, Antonio da Volterra Lorenzo, terwijl hij hem verwondt, toe: ‘ach verraader!’, bij Machiavelli niet (blz. 594, kol. 2). De brief van Lorenzo de' Medici, ‘den welken.... te dubbelen (Hooft) niet verveelen zal’ (blzz. 184-185), vinden we niet bij Machiavelli. Lorenzo reisde, toen hij naar Napels ging, eerst van Florence door het Arnodal naar de kust en verder over zee. Bij Hooft is de brief gedateerd: ‘Uit Sant Miniat den zevenden van Wintermaandt des jaars 1479’. San Miniato ligt midden tussen Florence en de kust. Machiavelli zegt alleen: ‘e arrivato a Pisa, scrisse alla Signoria la cagione della sua partita’ (blz. 604, kol. 2), d.i.: ‘en aangekomen in Pisa schreef hij aan de Signoria de reden van zijn vertrek’. Pisa echter ligt vlak bij de kust. En ten slotte: op blz. 185 doet Hooft als staal van Lorenzo's koelbloedige openhartigheid het verhaal van de 5 afgehouwen hoofden, die de Koning van Napels Lorenzo toont en waar deze meteen maar dat van zichzelf bij telt; hiervan rept Machiavelli met geen woord. | |
[pagina 176]
| |
Concluderende kunnen we dus aannemen, dat Hooft voor de tijd tot 1492 Machiavelli als bron gebruikt heeft blijkens de punten van overeenstemming, dat hij voor dezelfde periode echter ook nog een of meer andere voorbeelden gehad moet hebben blijkens de afwijkingen. Welke geschiedschrijvers Hooft voor de jaren na 1492 geraadpleegd heeft, heb ik nog niet nagegaan. Slechts moge er op gewezen worden, dat hij zelf op blz. 188 Francesco Guicciardini noemt, die, zoals bekend is, de ‘Istorie Fiorentine’ voortzette en uitbouwde in zijn ‘Storia d' Italia’, waarin hij de jaren 1402-1534 behandelt: voor wie er nog niet van overtuigd mocht zijn slechts een reden het hierboven ten opzichte van Hooft en Machiavelli geconcludeerde thans aannemelijk te achten.
C.G.L. Apeldoorn. |
|