en een korte karakteristiek van de hoofdpersonen die daarin een rol speelden. Hoewel dit boekje meer bedoelt ‘de strevingen der jongeren’ te geven, dan een uiteenzetting van de betekenis der Katholieke jongeren voor de ontwikkeling van onze letterkunde, levert het daartoe een interessante bijdrage.
Gênsche prâot door Jan Cleppe (Antwerpen - ‘De Sikkel’ - 1933). Belangstellenden in Zuid-Nederlandse dialekten vinden in deze verzameling ‘Anecdoten in de Gentse volkstaal’ sappige, vlot vertelde grappen, die ook de folklorist genoegen zullen doen. De spelling is die van een leek, en dus alleen door Gentenaren behoorlik in klank om te zetten, gelijk Prof. J. Vercoullie in een kort woord vooraf mededeelt. Woordgebruik en syntaxis zullen bij deze geboren Gentenaar wel betrouwbaar zijn.
Niet-literaire taal uit de eerste jaren van de 16de eeuw. Een ook uit taalkundig oogpunt interessante tekst werd onlangs door Dr. D. Th. Enklaar gepubliceerd met de titel Zestiende-eeuwsche wandelingen door Nederland (Hilversum - De Kroon - 1934). Het is een eigenhandig verslag van zwerftochten van Pieter Aelmanszoon, secretaris van Naarden, in 1525-1527.
Herman Gorter en Israel Querido herdacht. Bij de U.M. Em. Querido verschenen verleden jaar, smaakvol uitgegeven, twee boekjes, waarin gestorven kunstenaars met piëteit herdacht worden. Henriette Roland Holst gaf in Herman Gorter, behalve de grotendeels bekende studie over De schoonheid van Herman Gorters poëzie, onder de bescheiden titel Biografische Aanteekeningen (blz. 1-83) haar aantrekkelike persoonlike herinneringen aan de dichter, die voor elke toekomstige biograaf van groot belang zijn om zijn karakter beter te leren begrijpen.
Zeer persoonlik is ook het boekje van A.M. de Jong over ‘de mens en de kunstenaar’. Is. Querido, waarvan de titel meer doet verwachten dan de schrijver, enigszins breedsprakig, biedt, maar ook dit boekje heeft waarde, omdat het geschreven is door iemand die Querido van nabij gekend heeft.
Buitenlandse boeken, voor Neerlandici van belang. Wie zich overtuigen wil, welke verre perspektieven de historiese dialektgeografie kan openen, raadplege het standaardwerk van Th. Frings over de Germania Romana (Mitteldeutsche Studien Heft 2. Halle - Max Niemeyer - 1932). Een goed overzicht van de