Die impressionisme in die Nederlandse letterkunde. Rede uitgespreek deur Dr. G. Dekker by die aanvaarding van die hoogleraarsamp aan die Potchefstroomse Universiteitskollege op Vrydag 13 Febr. 1931 (Pretoria - J.H. de Bussy - 1933).
In deze rede wordt met nadruk gewezen op het verband tussen schilderkunst en litteratuur, vooral in het Nederlandse impressionisme van omstreeks 1880. Met een reeks van goed gekozen aanhalingen wordt aan de Afrikaanse hoorders getoond dat het impressionisme ‘die kunstenaar weer ontvanklik gemaak het vir die uiterlike skoonheid van die dinge, dit het sy sintuie verskerp en verfyn, dit het die woordkuns verryk met tal van stylmiddele om te getuig van die heerlikheid van die sinnelike wêreld.’
De studie van de woordbetekenis. Rede, uitgesproken ter herdenking van de 297ste verjaardag der Utrechtse Universiteit.
Deze rede is door de firma J.B. Wolters te Groningen in de handel gebracht.
Belangrijke letterkundige werken I en II. Het letterkundig opstel. Als ‘leidraad bij de studie der Nederlandse literatuur’, voor hoofdakte-candidaten, verschenen bij de firma J. Muusses te Purmerend een drietal delen. Het eerste, bewerkt door Dr. Jos. J. Gielen ontleedt en bespreekt een aantal letterkundige werken uit de Middeleeuwen en Vroeg-renaissance; het tweede, door dezelfde auteur met medewerking van P.A. Eggermont, doet hetzelfde voor de Renaissance en de Romantiek. In het derde deel, door J.H.J. Willems worden wenken en voorbeelden gegeven voor het samenstellen van letterkundige opstellen.
Justus de Harduyn's Goddelicke Lof-sanghen. Voor de Seven Sinjoren bezorgde Dr. O. Dambre, de onvermoeide pleitbezorger voor Justus de Harduyn, een keurige uitgave van deze dichtbundel (Antwerpen - De Sikkel - 1933), hier en daar met de bijbehorende muziek. Aan het einde vindt men een reeks Tekstverklaringen en een Woordregister.
Fransch- Vlaanderen. Letterkundige betrekkingen met Vlaanderen. Herleving van het nationaliteitsgevoel door Dr. V. Celen (Antwerpen - De Sikkel - 1933).
De titel drukt reeds uit, wat Dr. Celen, bekend als uitgever van De Swaen's werken, bedoelde met deze uitvoerige studie van 113 blz., met een taalgrenskaart, die de taaltoestand in