Een jong voorbeeld van begrips-associatie.
Al bij vluchtig rondvragen onder studenten merkte ik dat aan nabestaande niet zelden de betekenis ‘overlevende’ wordt verbonden. Die is niet opgegeven in het Wb. der Ned. T. en evenmin in de nieuwe druk van Koenen-Endepols. De verklaring van de afwijkende betekenis levert geen moeilikheden op: ‘iemand na bestaan’ = bloedverwant zijn, is verouderd. Bij bestaan denkt men licht aan voortbestaan. Bovendien kan het zinsverband meewerken: het Wb. der Ned. T., dl. IX kol. 1399, geeft onder 3) meest zinnen met een sterfgeval.
Op papier zullen de gevallen van nabestaande = ‘overlevende’, ‘nagelaten betrekking’ wel schaars zijn. Op de volgende plaats uit de Groene Amsterdammer van 3 Des. 1932 gebruikt zekere Kor Postma, die de pen nogal onwennig hanteert, het zelfs in de betekenis ‘afstammeling’, ‘verre nakomeling’: ‘De Vries beschrijft uitvoerig de lotgevallen van Rembrandts omgeving, promoveert terloops Philips de Koninck tot homo-sexueel, (prettig voor zijn nabestaanden), laat Titus’ etc.
C.A. Zaalberg.