De Nieuwe Taalgids. Jaargang 26
(1932)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdDrukken de lidwoorden ‘de’ en ‘het’ waardering uit?Zeer terecht zeiden reeds De Vries en Te Winkel: ‘Het mannelijk en vrouwelijk is, in tegenstelling van het onzijdig, edeler en deftiger’, beweert Van Ginneken (Grondbeginselen, blz. 154), maar hij ziet over 't hoofd dat zij dit vaststelden als eenzelfde substantief door de of het begeleid werd (het mens en de mens, het soort en de soort). Van Ginneken meent nu dat hetzelfde geldt voor synoniemen, en verbeeldt zich dat ‘onze beste schrijvers er bij hun woordkeus trouw op letten, dat ze een synoniem kiezen van een geslacht, dat overeenkomt met hun waardeering.’ ‘Voor de meeste edele of plechtige mannelijke en vrouwelijke substantieven hebben wij een onzijdige nuchtere of althans meer neutrale pendant’. Ten bewijze bewijze geeft hij een rijtje paralellen (blz. 154-155), waarvan sommige (als ton - vat; kamer - vertrek; plant - gewas; misdaad - vergrijp; voorslag - voorstel) al heel weinig bewijzen. Maar iedere lezer zal zonder veel moeite daarnaast een reeks synoniemen kunnen plaatsen, waarbij, juist omgekeerd, het ‘edele’ woord het heeft, en het alledaagse of zelfs minder beschaafde door de begeleid wordt, b.v. het hoofd - de kop; het gelaat, het aangezicht - de bek, snuit, snoet, facie; het gericht - de rechtbank; het uitspansel, het hemelgewelf - de lucht, enz. Onmiddellik na de bladzijde van de Woordenlijst, die Van Ginneken aanhaalt, zeggen De Vries en Te Winkel ‘zeer terecht’, dat het taalkundig geslacht vaak ‘op den vorm der woorden gegrond is’Ga naar voetnoot1), en het behoeft wel geen betoog dat een bepaald suffix niet over de gevoelswaarde van een woord beslist. En als ons taalgevoel aan ‘nuchtere’ en neutrale woorden bij voorkeur het onzijdig geslacht toekende, is het dan niet vreemd dat nieuwe woorden als trem, fiets, auto, film juist niet onzijdig werden? C.d.V. |
|