Vondel en Pers.
Dat de Rei achter het vierde bedrijf van Jozef in Dothan een motief verwerkte, door Vondel ruim twintig jaar vroeger al in zijn Warande der Dieren (123 De Vogel Phoenix) gebruikt, mag bekend genoeg heten. Het bevestigt trouwens alleen de geleidelikheid van zijn ontwikkeling. Eigenaardiger is 't geval, hoe de uitgever van de Warande zelf drie jaar tevoren, dus in 1614, zijn eigen ‘Bellerophon of Lust tot Wysheyd’ had laten verschijnen, waarbij Nr. XII ook dezelfde wondervogel behandelde. Aan vier strofen ging er deze bondige beschrijving van het plaatje (een heel ander dan in de Warande) vooraf:
‘Phoenix is de eenighe vogel, die in Arabia (soo men schrijft) gevonden wort, met den name alleen bekent, maer noyt van den ouden gesien: hoe wel veele Fabelachtigh daer van geschreven werdt: een geleert Man is een seltsaem voghel, daerom wordt die dickwyls by desen Phoenix vergeleken. Wort ooc wel geestlycker wyse op Christum geduydet.’
Zonder een bepaalde gevolgtrekking uit zo'n overeenkomst te maken, mogen we wel opnieuw vaststellen, dat de zeventiende-eeuwse kunst op een gemeenschap van gegevens teerde, waarbij elke dichter zijn oorspronkelikheid bewees door het vernieuwen van een gangbaar thema. De opdrachten, die Vondel voor Pers uitvoerde, hadden bovendien zijn leertijd gevormd. Geen wonder, wanneer een verdubbelde herinnering hem levenslang door het hoofd bleef spelen.
Ofschoon er vormelik geen gelijkenis bestaat met de verschillende gravures, waarop Pers en Vondel hun rijmen schreven, is 't misschien de moeite waard te herinneren aan Rembrandt's allegoriese ets, die de blijkbaar geliefde stof in 1658 voorstelde.
G.B.