dat Verhoek lid was ‘in Haarlem van de Wijngaardranken’ en in Amsterdam van ‘het Bent van Jan Zoet’.
Uit deze gegevens meenen we te mogen concludeeren, dat ‘het Bent van Jan Zoet’ ten onrechte met den naam van ‘De Wijngaardranken’ betiteld is.
Ter aanvulling melden we, dat de vereeniging te Haarlem nog in 1832 bestond. Den 4den Februari van dat jaar werd een gedenksteen ingewijd, die ‘door de Rederijkkamer De Wijngaardranken’ boven het graf van Mr. Willem Bilderdijk geplaatst was.
Ter beantwoording van de vraag of Jan Luijken al dan niet tot den kring van Zoet behoorde, heb ik al de gedichten van ‘de Parnassus aan 't Y’ nauwkeurig nagelezen. Luijkens naam wordt daarin niet genoemd. Dat gebeurt evenmin in de dichtwerken van Jan Zoet. Deze schrijft lofdichten, verjaardichten, lijkdichten. In zijn ‘Poezie’ worden allerlei personen genoemd, maar noch op den verjaardag, noch op het huwelijk, noch op de Duytsche Lier van Jan Luijken schrijft hij één regel poëzie.
Omgekeerd blijkt uit geen letter van Luijken, dat hij Zoet kent. Wel kent hij diens vriend Karel Verlove. Aan dezen wijdt hij het gedicht: Aan den Poet Karel Verlove. Ook komt er een grafschrift van Luijken voor op een ander lid van Zoet's kring: Pieter van Rixtel. Merkwaardig dat deze lijkdichten op Rixtel voorkomen niet in de ‘Mengelrijmen’ van dezen auteur, doch in de Uitsteekenste Werken van Jan Zoet. Dr. Hylkema leidt hieruit af, dat Luijken tot zijn kring behoorde. Ten onrechte. Van de 9 grafschriftschrijvers behooren er, voorzoover we stellig weten, 2 tot de vereeniging in ‘De zoete Rust’, omgekeerd komen er van de 25 dichters der Parnassus aan 't Y 23 niet voor bij de schrijvers der grafschriften.
Bovendien geven noch de gedichten van Steendam, noch die van Verhoek of Bruno eenige aanwijzing in deze richting.
Uit de poezie van Steendam krijgen we - zij het dan negatief - wel een vingerwijzing. Daaruit blijkt, dat de kring van Zoet, omstreeks 1663 werd opgericht. Jan Luijken was toen veertien jaar, stellig te jong om lid van een dergelijk gezelschap te zijn. Steendam vertrok in 1667 naar Batavia. Waarschijnlijk is voor dien tijd de kring uiteengegaan. Jan Luijken was toen 17 jaar, ook deze leeftijd is nog te jong, vooral als men bedenkt, dat alle leden, behalve Rixtel, die jonger was, omstreeks 40 jaar of ouder waren.
J.C. v.d. Does.