Klachten over het moedertaalonderwijs.
Als men geloof moest hechten aan sommige uitlatingen over de slaplippige, ‘letters’-inslikkende Nederlanders, dan zou er in de lage landen aan de zee ongeveer niemand zijn die behoorlik Nederlands spreekt. Tot zulke dwaasheden komen mensen, die bij hun taalbeschouwing uitgaan van de letter; die tot norm van 't spreken promoveren wat enkel boekerig bedenksel is en loos letterteken.
De zo vaak herhaalde klachten over 't slechte moedertaalonderwijs - ik neem 't gaarne aan - zullen niet ganselik ongegrond zijn: zolang allerlei fikties (‘moeten’?) onderwezen worden door docenten, die geen geloof meer hechten aan die verzinsels, is overtuigend beklijvend onderwijs ondenkbaar. Zolang die taallessen gebonden liggen aan de ‘officiële’ spelling - 'n systeem waarmee annex zijn wanbegrippen over woordklassen en buigingsvormen - zolang moet 't onderwijs in 't Nederlands wel blijven kwijnen.
Want als iemand 't Te-Winkelse systeem c.a. werkelik ‘goed’ doceert, dan is 't taalonderwijs van die docent werkelik slecht......
Zijn veel klachten over 't slechte taalonderwijs van tegenwoordig, niet voor 'n groot deel misschien toe te schrijven aan de onkunde van die klagende en jammerende beoordelaars zelf? Weten al die z.g. deskundigen wel werkelik wat goed Nederlands is: orthografies, grammaties, stilisties?.... In alle geval, buiten onderwijskringen hebben velen in den lande nog geen juist besef van grammaties onderwijs, dat de levende taal als uitgangspunt neemt, en dat de oude santekraam van taalbedenkseltjes kan missen. Wanneer ook al journalisten en belletristen, burokraten en predikanten die muffe santeboetiek van olim niet kunnen ontberen: 't is toch te dwaas dààrom te eisen, dat men 't opgroeiend geslacht blijft duperen met grammatiese verzinsels en taalkundige onwaarheden.
Ook in 't taalonderwijs is waarheid eis en plicht.
P. Dr. Gerlach Royen: Spraakkunstig Oud Nieuws (in Ons Eigen Blad, Mei-Junie).