De Nieuwe Taalgids. Jaargang 23
(1929)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdEen opmerking bij de dialektkaart van Dr. G.G. Kloeke.Zowel in de ‘Handleiding’Ga naar voetnoot1) als in ‘De Hollandsche Expansie’Ga naar voetnoot2) heeft de ijvervolle dialektvorser Dr. G.G. Kloeke een grote, duidelike en keurigeGa naar voetnoot3) kaart laten afdrukken. Op blz. 57 vlgg. van eerstgenoemd werk heeft hij in korte trekken geschetst welke moeilikheden en kosten 't ontwerpen en uitvoeren van deze ‘kaart van het Nederlandsch taalgebied ten behoeve van het dialect-geographisch onderzoek” met zich heeft meegebracht. Warme waardering voor deze monnikenarbeid is daarom alleszins gewettigd. | |
[pagina 132]
| |
Toch, met hoeveel nauwgezetheid en pijnlike zorg de ontwerper ook is te werk gegaan, zal hij graag de woorden van. Anthonis de Roovere tot de zijne maken: ‘Elck weet dat niemand is volmaeckt,
‘Dan Godt alleene - - - - -
Zó ook zijn werk. Hij zal 't ons allerminst euvelduiden wanneer we hem langs deze weg op 'n onvolkomenheid in zijn kaart wijzen. Ons daadwerkelik steunen van zijn onderzoekingen in 't verleden kan hem genoeg bewijs geven, dat wij slechts opbouwende kritiek bedoelen. Onze opmerking geldt een gedeelte van de dunne lijn, waarmee de Romaanse taalgrens wordt aangegeven. In vak Q is n.l. ten onrechte nummer 188Ga naar voetnoot1) aangeduid als vallend buiten 't Nederlandse taalgebied. 'n Ogenblik zou men kunnen denken aan 'n druk- of zetfouteduivelke, maar in ‘De Hollandsche Expansie’ blijkt dat hier werkelik een vergissing, tengevolge van onbekendheid, is begaan. Op blz. 193 immers schrijft Kloeke 't volgende: ‘En hoe is het met Hees? Ten onrechte zou men meenen, dat dit dorp, bijkans onder den rook van Maastricht gelegen, onder den invloed eener Maastrichtsche taal-expansie zou zijn gekomen. Onze kaart illustreert ten duidelijkste, hoe althans de Maastrichtsche oe-uitspraak reeds ± 8 kilometer ten westen van MaastrichtGa naar voetnoot2) ophoudt. Op mij maakte Hees in elle opzichten een uiterst afgelegen indruk, de weg die mij vanuit westelijke richting erheen voerde was primitief, ook naar Maastricht is er, blijkens de door mij geraadpleegde A.N.W.B.-kaart, geen verharde weg.Ga naar voetnoot3) Ofschoon uiterste grensplaats is er geen douanekantoorGa naar voetnoot4) en het eigenaardige cachet der meeste grensplaatsen (ambtenaren, neringdoenden, café's, leelijke gebouwen) ontbreekt: er schijnt niets te zijn, dat de landelijkheid van het dorpje verstoort. | |
[pagina 133]
| |
Zoo ligt het daar in de nabijheid der Nederlandsche grens, slechts door één dorp van de Romaansche taalgrensGa naar voetnoot1) gescheidenGa naar voetnoot2): blijkbaar een vergeten Vlaamsch hoekje vlak naast een der brandpunten van den strijd tusschen Germaansche en Romaansche cultuur.” 't Door mij gekursiveerde bevestigt m'n vermoeden, dat Kloeke gemeend heeft: Kanne is Romaans taalgebied. Dit is een kennelike misvatting. Goddank, mogen we wel zeggen, is Kanne nog goedrond Vlaams: 't denkt, voelt en spreekt Vlaams.Ga naar voetnoot3) De talrijke en overoude betrekkingenGa naar voetnoot4) met 't nabije Maastricht zullen voorshands 't regionalisties streven van Waal en Franskiljon wel tegenhouden.
Maastricht, Kerstmis 1928. Jef Notermans. |
|