Een voorbeeld van betekenisverenging.
Herman Robbers schrijft: Het ware wat men in deze sportieve tijden noemt: ‘physiek onmogelijk’ (De Ned. litteratuur na 1880, bl. 54). Bij deze uitspraak schijnt de kunstenaar vergeten te hebben, dat de uitdrukking zo oud is als de Griekse sport, maar evenmin met Griekse als met Hollandse sport samenhangt. In 't wijsgerig spraakgebruik staat de overbekende term ‘fyziek (d.i. volstrekt) onmogelik’ immers tegenover ‘moreel (d.i. betrekkelik) onmogelik’. Op het lichaam heeft het woord fyziek in dit verband alleen betrekking, inzover het lichaam ook onderworpen is aan de wetten van de natuur. Want de sinds Aristoteles in alle talen gangbare verbinding betekent niets anders dan het tegendeel van natuurnoodwendig.
Filologen noteren intussen met belangstelling, hoe een romanschrijver, die de gewoonten en gezegden van zijn eigen tijd wel ongeveer kennen zal, bij de klank van 't woord fyziek onwillekeurig aan het fyziek blijkt te denken en niet meer aan de fyziek, die bij Multatuli zo'n grote rol speelde. De spieren hebben dus Robbers' voorstelling meer te pakken dan hij zich misschien verbeeldt.
G.B.