We lezen in vs 35: ‘Als de Hemel zal gesloten zijn, dat er geen regen is, omdat zij tegen U gezondigd zullen hebben, en zij in deze plaats bidden en Uw naam belijden en van hun zonden zicb bekeren zullen, hoor Gij dan in den hemel en vergeef de zonden Uwer knechten en Uws volks Israëls’.
Zo ook als er honger, pest, korenbrand, honigdauw, sprinkhanen, kevers zullen wezen of de vijand in het land komt of er enige plaag of krankheid wezen zal.
Maar hij kan ook gedacht hebben aan de Klaagzang in Jesaja 64:
‘Och, dat Gij de hemelen scheurdet, dat Gij nederkwaamt, dat de bergen voor Uw aangezicht vervloten, gelijk een smeltvuur brandt, en het vuur de wateren doet opbobbelen, om Uw naam aan Uw wederpartijders bekend te maken. Laat alzo de heidenen voor Uw aangezicht beven.’
In Jesaja 34 krijgen we een boetpredikatie tegen de heidenen. Zie in 't bizonder vers 4: de hemelen zullen toegerold worden gelijk een boek en al hun heir zal afvallen gelijk een blad van de wijnstok afvalt.
Bij regel 8 tekende ik aan Col. 1 : 15, waarin gesproken wordt van het beeld des onzienliken Gods en 1 Tim. 1 : 17, waar God de onzienlike, de alleen wijze God genoemd wordt.
Voor regel 10 zie men Ps. 119 : 169: ‘O Here, laat mijn geschrei voor Uw aanschijn genaken. En verder verschillende teksten, waarin gesproken wordt over het neigen der oren.
Ps. 86 : 1. Here, neig Uw oor en verhoor mij. |
Ps. 88 : 3. Neig Uw oor tot mijn geschrei. |
Jes. 37 : 17. O Here, neig Uw oor en hoor. |
Psalm 79 is er geheel in verwerkt. Ik had er enkele teksten uit bijgeschreven, maar het reeds genoemde vrouwtje wees er me op, dat de dichter als een twede Asaf de noden van zijn volk gevoeld heeft en telkens diens woorden gebruikt.
Vgl. vs 8 met r. 14, vs 5 met r. 16 en r. 49, vs 10 met r. 42, vs 1-4 met r. 4-4 en r. 65 e.v.
Voor regel 33 e.v. leze men Jesaja 66 vs 15 en 16: ‘Want zie, de Here zal met vuur komen, en zijn wagenen als een wervelwind, om met grimmigheid zijn toorn hiertoe te wenden, en zijn schelding met vuurvlammen;
want met vuur en met zijn zwaard zal de Here in het recht treden met alle vlees, en de verslagenen des Heren zullen vermenigvuldigd zijn’.