De Nieuwe Taalgids. Jaargang 22
(1928)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 217]
| |
Aankondigingen en mededelingen.Uitgaven van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen.In een van de Mededeelingen (deel 65, A No. 3), getiteld Intervocaliese d in het Gronings - De ui van stuiten bestrijdt W. de Vries de onderstellingen van Van Haeringen (Ts. XLVI) dat de overgang van intervokaliese d in j van Antwerpen uit doorgedrongen zon zijn naar Holland en vandaar naar het Noord-Oosten. - Een Mededeling van C.G.N. de Vooys behandelt de Apostelspelen in de rederijkerstijd, voornamelik het reformatoriese Spel van sinnen op tderde, tvierde ende tvijfde capittel van dwerck der Apostelen, door Pijper uitgegeven, het onuitgegeven Spel van Paulus bekeringe, ten onrechte aan Willem van Haecht toegeschreven, en de drie merkwaardige, eveneens onuitgegeven apostelspelen van de Antwerpse factor Willem van HaechtGa naar voetnoot1). In het Jaarboek, der Akademie (1927-1928) is opgenomen het Levensbericht van Dr. J. te Winkel door A. Kluyver. | |
Handelingen van de Commissie voor Toponymie en Dialectologie I (1927).in dit deel bespreekt Feller de Waalse toponymie, Haust de Waalse dialektologie, terwijl Doutrepont handelt over ‘la philologie Wallonne en 1926’. Mansion geeft ‘iets over toponymische methode’, terwijl Van de Wijer een aanvang maakt met een zeer uitvoerige bibliografie van de Vlaamse plaatsnaamkunde. Blancquaert zet uiteen de ‘methode van de Vlaamsche dialectologie’ en voegt daar een histories overzicht aan toe, terwijl Grootaers ‘de Nederlandsche dialectstudie in 1926’ bespreekt. | |
Album, opgedragen aan Prof. Dr. J. Vercoullie (1857-1927). Eerste deel.Dit feestalbum geeft eerst een lijst der Geschriften van Vercoullie. Onder de alfabeties gerangschikte bijdragen noemen wij de volgende: Fr. Baur: De vergelijkende methode in | |
[pagina 218]
| |
de litteratuurwetenschap, een uitwerking van zijn Leidse kongresvoordracht van 1922. - E. Blancquaert: Klein-Brabantsche Dialectgrenslijnen, op grond van zijn Dialect-Atlas van Klein-Brabant. - A. Boon: Van smeinscen lede, een verslag van een onuitgegeven Mnl. berijmd traktaat, naar het eerste boek van Thomas van Cantimpré: De Natura Rerum. - O. Dambre: Nederlandsch culturele Gemeenschapsgevoel in eenwen van politieke gemeenschapsondermijning, ‘inzonderheid van Zuid-Nederlandsch standpunt uit beschouwd’. - Fr. de Backer: De zoogezegde invloed van John Donne op Constantijn Huygens, een aanvulling van Eymael's betoog. - C.G.N. de Vooys: Een gemoraliseerde grammatica, nl. de vijftiende-eeuwse Doctrinael des tijts, slechts in één inkunabel bewaard en door een Hollander bewerkt naar het Franse origineel van Pierre Michault. - J. Gessler: Fragmenten van een Limburgsch Antichristspel uit de vijftiende eeuw, een merkwaardige vondst van drie fragmenten van een nog geheel onbekende tekst. - L. Goemans bestudeerde Het ‘Lovaniense’ in Kiliaen's Etymologicon, d.w.z. de woorden die Kiliaen speciaal Leuvens noemt. - A. Jacob: Verloo en D'onacht der moederlyke tael, een parafrase van deze bekende verhandeling van 1787. | |
Middelnederlandse minneliederen uit de dertiende eeuw.E. Rooth ontdekte op de universiteitsbibliotheek te Lund fragmenten van een oud handschrift met minnelyriek, waarschijnlik uit Limburg afkomstig. Hij deed daarvan verslag in een artikel, waarin ook gewag gemaakt wordt van andere Mnl. handschriften, in Zweedse bibliotheken bewaard (Nordisk Tidskrift for Bokoch Bibliothekväsen, 1927). | |
Rectorale rede van Dr. Jac. van Ginneken.Op de geboortedag van de Nijmeegse universiteit hield Dr Van Ginneken een rede over De geschiedenis der Middelnederlandsche letterkunde in het licht der ethnologische literatuurwetenschap (Nijmegen-Utrecht- N.V. Dekker en Van de Vegt en J.W. van Leeuwen, 1928). Daarin tracht hij aan te tonen dat in onze Middeleeuwen ‘een dubbele Renaissance van de Praehistorie’ zich openbaart, nl. van de ‘totemistische jager-literatuur’ en van de ‘moeder-rechtelijke hoven-literatuur’. | |
Uitgaven van ‘De Sikkel’ te Antwerpen.ln 1927 verscheen het tweede deel van De Vlaamsche Vertelselschat, verzameld en | |
[pagina 219]
| |
toegelicht door Victor de Meyere, geïllustreerd door Victor Stuyvaert, dat evenals het vroeger aangekondigde eerste deelGa naar voetnoot1) een gunstige indruk maakt, door de smakelike uitvoering en de degelike folkloristiese aantekeningen aan het slot. Van de Werken van Michiel, de Swaen, uitgegeven door Dr. V. Celen, verscheen een tweede deel, bevattende de toneelspelen Mauritius, De zedighe doot van carel den Vijfden, een fragment uit Absolon en de Nederduitsche Digtkonde of Rym-konst, naar een later afschrift uitgegeven.
Onlangs verscheen de eerste aflevering van een Mittelniederdeutsches Handwörterbuch, door A. Lasch en C. Borchling, een belangrijke onderneming, die ook aan de studie van het Middelnederlands ten goede kan komen. | |
Nieuwe uitgaven.In de reeks Nederlandsche Schrijvers (Zwolle - W.E.J. Tjeenk Willink) bezorgde Dr. W. van den Ent een uitgave van Karel ende Elegast, met inleiding en verklaring (ƒ 0.75) en een verkorte uitgave voor schoolgebruik van de Ferguut, bewerkt zoals Overdiep's Walewein-uitgave (ƒ 1.25). Een herdruk van Potgieters Lief en Leed in het Gooi, door Dr. W.H. Staverman, verscheen in het Klassiek Letterkundig Pantheon (Zutphen - W.J. Thieme) (ƒ 1.-). In deselfde editie werden herdrukt de Erotische Gedichten van P.G. Hooft door C.C. van Slooten, en de Lucifer, bezorgd door Dr. J. Bergsma. Voorlopig maken wij reeds melding van enige belangrijke uitgaven, in de laatste tijd verschenen, die onze lezers zullen interesseren, en die later in ons tijdschrift besproken zullen worden, nL de Moderne Nederlandsche Grammatica van Dr G.S. Overdiep (Zwolle-Tjeenk Willink), het zesde deel der Nomina geographica Neerlandica (Leiden-E.J. Brill), een Geschiedenis van de Oud- en Middelnederlandsche Letterkunde door Dr J. van Mierlo (Brussel-Standaardboekhandel) en het Leerboek der Phonetiek van Prof. Dr H. Zwaardemaker Cz. en L.P.H. Eykman (Haarlem-Erven F. Bohn). |
|