De Nieuwe Taalgids. Jaargang 21
(1927)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdAankondigingen en mededelingen.Nederlandsche Taalgids, Woordenboek van Belgieismen. Onder deze titel verschijnt, als uitgave van ‘De Sikkel’ te Antwerpen, een woordenboek, waarvan wij reeds twee afleveringen ontvingen, bewerkt door Const. H. Peeters.Ga naar voetnoot1) Het doel is, aan Zuid-Nederlandse sprekers en schrijvers een handleiding te geven bij het onderscheiden van wat dialekties, of foutief is, en wat, als algemeen Nederlands, aanbeveling verdient. De inleiding draagt dan ook als opschrift: Naar taaleenheid in Noord- en Zuid-Nederland. Dat de schrijver geen enghartig purist is, al is de strekking van zijn werk in hoofdzaak puristies, blijkt uit de volgende uitspraak: ‘Wij wenschen geenszins alle specifiek Zuidnederlandsch uit den booze te verklaren, wèl uitsluitend het beslist verkeerde. Overigens willen wij feitelijk zoo weinig mogelijk afkeurend, doch veeleer constateerend en inlichtend te werk gaan en den gebruiker zelf de keus overlaten tusschen Vlaamsch en algemeen Nederlandsch, naar gelang van het doel dat hij beoogt.’ Dit werk is allereerst bestemd voor Zuid-Nederlanders als een nuttige vraagbaak, maar het heeft ook een wetenschappelik | |
[pagina 267]
| |
belang, tevens voor Noord-Nederlanders, omdat het de taal van het Noorden en Zuiden - ook waar het meermalen een afkeurenswaardig schrijfgebruik betreft - tegenover elkander stelt. Ons oordeel over het werk schorten wij op tot na de voltooiing.
Vermeerderde herdrukken. De Inleiding tot de taalkunde en tot de geschiedenis van het Nederlandsch, waarvan Prof. Lecoutere nog een tweede druk beleefde (1920) verscheen in een derde druk, die door Dr. L. Grootaers werd verbeterd en vermeerderd. De bibliografie werd aangevuld en meer aandacht gewijd aan aktuele kwesties. Dat ‘het hoofdstuk over de phonetica zoo goed als geheel opnieuw geschreven en uitgebreid werd’, was bij een foneticus als Dr. Grootaers te verwachten. Het boek heeft er ongetwijfeld bij gewonnen. Even begrijpelik is zijn belangstelling in de taalgeografie, blijkende uit de toegevoegde aardappel-kaart. Deze nieuwe druk werd ook door de firma J.B. Wolters in de handel gebracht. Met genoegen kondigen wij ook een derde druk aan van Horsten's boek Enige belangrijke verschijnselen uit het leven der Nederlandse taal (Tilburg, 1927), het sober gehouden werk van een moderngeschoold, voortreffelik docent. De onderwijzer die dit boekje onder goede leiding bestudeert, is op weg op werkelik taal-kundig te worden en liefde voor taalstudie te krijgen. Ook dit boek is niet eenvoudig herdrukt. Het hoofdstukje over Actions-arten is - terecht - vervallen. Daarvoor in de plaats kwamen drie nieuwe hoofdstukjes: over de wording van de zin, iets over de klanken, en leenwoorden.
Jongste moderne lyriek. Een keuze uit de jongste Nederlandse dichters werd bijeengebracht door J. Greshoff en A.F. Mirande in een met smaak uitgevoerde bundel Mozaiek (Serie B No. 6) (Zwolle, Tjeenk Willink, 1927.) De bedoeling is meer te geven ‘een overzicht van wat er op dit ogenblik gemaakt wordt, dan een keuze welke kritiek en persoonlik inzicht vooronderstelt’. |
|