Bredero's Spaansche Brabander, vs. 5.
Jerolimo's hoogdravende lof op Antwerpen begint met de woorden: ‘O kayserlaycke stadt! Hantwerpen, groot en rayck’. Daarin schiult waarschijnlik een komies trekje, dat ons tot nu toe ontging. In de Politieke balladen, refereinen, liederen en spotgedichten der zestiende eeuw, uitgegeven door Blommaert wordt als ‘voys’ van een lied genoemd Antwerpen ryek, o Keyserlicke... (blz. 122). De overeenkomst is te sterk om toevallig te zijn. Zou Bredero in de omtrek van de Warmoesstraat dit lied niet eens van Brabanders gehoord hebben?
C.d.V.