Het huidige Negerhollandsch. Onder deze titel gaf Dr. J.P.B. de Josselin de Jong in de Verhandelingen der Kon. Akademie van Wetenschappen te Amsterdam (Afd. Lett. N.R. deel XXVI, 1926) een reeks teksten met woordenlijst, opgetekend in 1923 op St. Thomas en St. Jan, twee dor voormalige Deense Antillen. Ze geven ‘een beeld van het thans snel uitstervende Negerhollandsch.’ De sprookjes en verhalen, uit de mond van negen vertellers opgetekend, zijn voor een groot deel uit Europese boeken afkomstig; de oude overleveringen zijn niet bestand geweest tegen de bekeringsijver der zendelingen. Alleen in de rijmpjes en dansliedjes is het oude rituele karakter soms nog duidelik herkenbaar. Opmerkelik is, dat het klanksysteem van dat ‘uitstervend creoliseeringsproduct’ gedurende de laatste halve eeuw aanmerkelik veranderd, maar slechts weinig verengelst is.
Sonnenwende Forschungen zur germanischen Religions- und Sagengeschichte. Dit belangrijk nagelaten levenswerk van Prof. Franz Jostes, dat ons ter aankondiging gezonden werd, ligt op of buiten de grens van ons Taalgidsgebied. Het eerste deel behandelt Die Religion der Kelto-germanen; de volgende delen zullen behandelen het voortleven van deze voorstellingen, o.a. in de Germaanse ‘Wanderungssagen’ en in de christelike legenden.
Reinaert de Vos. Van Kaakebeen's uitgave (in de reeks Van alle tijden, Groningen - J.B. Wolters - 1926) verscheen een vijfde druk, met zorg herzien door Dr. D.C. Tinbergen. De tekst is nu geen ‘herdruk van Martin’ meer, maar op veel plaatsen - zorgvuldig verantwoord - is de lezing van het handschrift A hersteld of soms verbeterd. Ook de tekstverklaring werd op verscheiden plaatsen herzien en aangevuld.
C.d.V.