De Nieuwe Taalgids. Jaargang 20
(1926)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdDe Nieuwe Taalgids. Jaargang 20. J.B. Wolters, Groningen / Den Haag 1926
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van jaargang 20 van De Nieuwe Taalgids uit 1926.
De Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren beijvert zich voor het verkrijgen van toestemming van alle rechthebbenden; eenieder die meent enig recht te kunnen doen gelden op in dit tijdschrift opgenomen bijdragen, wordt verzocht dit onverwijld aan ons te melden (dbnl.auteursrecht@kb.nl).
redactionele ingrepen
p. 87: het nootteken bij noot 6 ontbrak in de lopende tekst, wij hebben deze alsnog geplaatst.
p. 93: het nootteken bij noot 1 ontbrak in de lopende tekst, wij hebben deze alsnog geplaatst.
p. 102: het nootteken bij noot 1 ontbrak in de lopende tekst, wij hebben deze alsnog geplaatst.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. II, *1 en *4) zijn niet opgenomen in de lopende tekst. De errata zijn niet doorgevoerd in de lopende tekst.
[pagina I]
DE NIEUWE TAALGIDS
[pagina III]
DE NIEUWE TAALGIDS
TWEEMAANDELIKS TIJDSCHRIFT
onder redaktie van
J. KOOPMANS
te dordrecht
en
Prof. Dr. C.G.N. DE VOOYS
te utrecht
TWINTIGSTE JAARGANG
BIJ J.B. WOLTERS' U.M. - GRONINGEN, DEN HAAG, 1926
[pagina IV]
BOEKDRUKKERIJ VAN J.B. WOLTERS
[pagina V]
INHOUD VAN DE TWINTIGSTE JAARGANG.
Blz. | |
---|---|
A. Borgeld: Een rei van Vondel in het Platduitsch | 105 |
A. Borgeld: Over schooluitgaven en nog iets | 141 |
N.A. Donkersloot: De invloed van Keats en Shelley in Nederland gedurende de negentiende eeuw | 190 |
H.J.E. Endepols: Het pronomen doe te Maastricht | 149 |
G. Engels: Potgieter en Busken Huet | 27 |
W. van den Ent: Bredero en de Engelse tooneelspelers | 255 |
G.G. Kloeke: De ondergang van het pronomen du | 1 |
G.G. Kloeke: Oudhollandsche relicten met ‘u’-uitspraak voor Germ. û | 184 |
G.G. Kloeke: De doe-isoglosse bij Maastricht | 217 |
F. Kossmann: Metrum en Rythme | 65 |
J.W. Muller: Bijdragen tot de geschiedenis onzer Nieuwnederlandsche aanspreekvormen | 81, 113, 161 |
G.S. Overdiep: Vorm, beteekenis en functie van woorden | 11 |
J.J. Salverda de Grave: De Nederlandse meervoudsvorm op -s | 24 |
J.B. Schepers: Taal en taalonderwijs | 273 |
Ph.J. Simons: Oude en nieuwe namen in leven en wetenschap | 129, 177 |
Ph.J. Simons: Stijl, II, Centratie | 225, 290 |
Albert Verwey: De volksschool en de literatuur | 197 |
Albert Verwey: Vers-studie in Van Ginneken's Publicaties | 250 |
C.G.N. de Vooys: Een regeling van het grammaties geslacht in verband met de sexe? | 311 |
W. de Vries: Losse opmerkingen over het werkwoord | 242 |
[pagina VI]
BOEKBEOORDELINGEN.
Blz. | |
---|---|
J. Haantjes: De Intonatie van het Nederlands, met inbegrip van een Vergelijking met de Engelse Intonatie door L.J. Guittart (Amsterdamse dissertatie) | 150 |
H. Pomes: Een eeuw kinderpoëzie (1778-1878) door Dr. L.J.Th. Wirth | 262 |
J.J. Salverda de Grave: Histoire de la langue française, deel VII door F. Brunot | 153 |
W.H. Staverman: De roman in de 18e eeuw in West-Europa door J. Prinsen J. Lzn. | 42 |
C.G.N. de Vooys, Den Spyeghel der salicheyt van Elckerlije, uitgegeven door Dr. H.J.E. Endepols | 50 |
C.G.N. de Vooys, Een Nieuwe Nederlandse Spraakkunst door J. van Ham en Dr. S. Hofker. Eerste deel | 53 |
C.G.N. de Vooys, Publicaties der afdeeling Nederlandsch van het instituut nieuwe letteren aan de Nijmeegsche Universiteit, uitgegeven door Prof. Jac. van Ginneken S.J. Eerste deel | 54. |
C.G.N. de Vooys, Germanismen in het Nederlandsch door Alfons Moortgat. | 106 |
C.G.N. de Vooys: Het Wilhelmus van Nassouwe met verklaring en historische toelichting door Dr. P. Leendertz Jr. | 156 |
C.G.N. de Vooys: Heiman Dullaart, zijn leven, omgeving en werk, met herdruk van zijn meeste gedichten door Dr. J. Wille | 219 |
C.G.N. de Vooys: Stilistische Studiën I: De zinsvormen in Vondel's Pascha en Lucifer door Dr. G.S. Overdiep | 260 |
C.G.N. de Vooys: Drie Brusselsche Kluchten uit de zeventiende eeuw, ingeleid van aanteekeningen en woordenlijst voorzien door Dr. Paul de Keyser | 265 |
AANKONDIGINGEN EN MEDEDELINGEN.
Studie van de fonetiek (C.B.v.H.). - Handelingen en Levensberichten van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde. - Twee Zweedse studieën, van belang voor het Middelnederlands. - Studieboeken voor de hoofdakte (C.d.V.) | 56 |
Noord- en Zuid-Nederlandsche dialectbibliotheek. Deel I: Handleiding bij het Noord- en Zuid-Nederlandsch dialectonderzoek door Dr. L. Grootaers en Dr. G.G. Kloeke (C.d.V.) | 218 |
Te winkel's Ontwikkelingsgang der Nederlandsche Letterkunde - Woordenboeken - Dialect-atlas van Klein-Brabant - Tekstuitgaven - Middelnederlandse legenden en exempelen - Bloemlezingen | 267 |
Sperber, Geschichte der deutschen Sprache - Schirmer, Deutsche Wortkunde (M.S.)-Tekstuitgaven: Vondel's Joseph in Dothan; Karel ende Elegast; Jacobus Revius' Geestelijke poëzie - Mededeelingen der Kon. Academie van Wetenschappen - Terwey's Korte Nederlandsche Spraakkunst (C.d.V) | 314 |
[pagina VII]
KRONIEK EN KRITIEK.
Blz. | |
---|---|
Ph.J. Simons: Gewaand tekort in de Nederlandse taal | 212 |
E. Kruisinga: Nieuwe Rotterdamse Taalkunde | 216 |
BLADVULLINGEN.
Hoe twee vóórnamen ontstonden (W. de Vries) | 10 |
Geuzenliedboek II No. 179 (M.B.) | 41 |
Bedrijvende en lijdende vorm (Mr. C. Bake) | 80 |
Grammatica (Charles Bally) | 254 |
Elckerlyc's Roeyken (Zr. Hildegarde van de Wijnpersse) | 258 |
Defleksie (Dr. Gerlach Royen) | 289 |
Sinte-Lucie-nacht (W.L. Bezema) | 310 |
UIT DE TIJDSCHRIFTEN.
Berichten en Mededelingen van de Vereniging van Leraren in levende talen | 160 |
Boekzaal der geheele wereld | 64, 112, 158, 272, 318 |
De Beiaard | 61 |
De Gids | 108, 156, 220, 270, 317 |
De Nieuwe Gids | 60, 106, 157, 220, 270, 317 |
De Stem | 109, 157, 221, 317 |
De Vlaamasche Gids | 61, 111, 158, 222, 318 |
De Vrije Bladen | 319 |
De Vrije Fries | 318 |
Den Gulden Winckel | 61, 110, 158, 221, 270, 318 |
Dietsche Warande en Belfort | 62, 111, 158, 222, 271 |
Elseviers Maandschrift | 157 |
English Studies | 222 |
Germanisch-Romanische Monatsschrift | 64, 112, 160, 224, 320 |
Groot Nederland | 60, 109, 157, 270, 317 |
Het Boek | 112 |
Leuvensche Bijdragen | 110, 272, 319 |
Literaturblatt für Germ. und Rom Philologie | 224, 272 |
Museum | 64, 112, 160, 224, 320 |
Nederland | 157 |
Nederlandsch Archief voor Kerkgeschiedenis | 318 |
[pagina VIII]
Blz. | |
---|---|
Neophilologus | 64, 112, 159, 224, 319 |
Opwaartsche Wegen | 61, 110, 157, 221, 270, 318 |
Paedagogische Studiën | 64, 318 |
Paginae Bibliographicae | 320 |
Roeping | 61, 109, 158, 221, 271, 318 |
Stemmen des Tijds | 60, 109, 157, 221, 270, 317 |
Studiën, tijdschrift voor godsdienst, wetenschap en letteren | 62, 109, 221 |
Tijdschrift voor Ned Taal en Letterkunde | 62, 159, 223 |
Tijdschrift voor Taal en Letteren | 63, 159, 223, 271 |
Tydskrif vir Wetenskap en Kuns | 64, 224, 320 |
Verslagen en Mededeelingen der Kon. Academie van Wetenschappen | 159 |
Verslagen en Mededeel, der Kon. Vlaamsche Academie | 63, 111, 160, 222, 272, 319 |
Vlaamsche Arbeid | 62, 111, 158, 221, 271, 319 |
Volkskunde | 63, 110, 272 |
Vragen des tijds | 157 |
[pagina 189]
Verbetering.
Op blz. 2 van dezen jaarg., regel 20 staat: ‘om naderhand “als der einheitsnumerus den reiz der mode-erscheinung verloren hatte” weer in zwang te komen.’ Men leze: ‘maar naderhand .... moet doe dan weer in zwang gekomen zijn.’
[pagina 310]
Verbetering.
Op blz. 227 reg. 1 staat: kroon, lees: troon, 't Betreft de troonrede, d.i. de taal van parlement en departement.
Op blz. 297, reg. 9 is Kant niet vermeld als type van 'n slecht schrijver maar van 'n zwaar denkend schrijver, wat daarom nog niet in hem zelf de ergste gevolgen had.
[bijlage, pagina 1]
TIENJARIG REGISTER
OP JAARGANG XI-XX VAN
DE NIEUWE TAALGIDS
TWEEMAANDELIKS TIJDSCHRIFT
ONDER REDAKTIE VAN
J. KOOPMANS
te dordrecht
EN
Prof. Dr. C.G.N. DE VOOYS
te utrecht
BIJ J.B. WOLTERS' U.M. - GRONINGEN, DEN HAAG, 1926
[bijlage, pagina 2]
BOEKDRUKKERIJ VAN J.B. WOLTERS
[bijlage, pagina 4]
ARTIKELS.
Blz. | |
---|---|
Acket, J.M.: ‘Het verheven deel’ der letterkundige lektuur | XI 195 |
Acket, J.M.: Enige fragmenten uit een nieuw schoolboek | XI 293 |
Acket, J.M.: Spelling en stijl | XII 161 |
Acket, J.M.: De sylleps | XIII 243 |
Acket, J.M.: Waar halen ze 't vandaan? | XV 273 |
Baur, Frank: Gezelle-studie | XIV 173, 231 |
Beets, A.: De ‘Camera Obscura’ met aanteekeningen | XVIII 1 |
Blancquaert, E.:Romaansche dialectologie | XVI 131 |
Blokhuis, K.: Anglicisme in het gasbedrijf | XII 174 |
Borgeld, A.: Een rei van Vondel in het Platduitsch | XX 105 |
Borgeld, A.: Over schooluitgaven en nog iets | XX 141 |
Bosman, D.B.: Afrikaanse taaltoestande tijdens Jan van Riebeek | XVI 113 |
Bosman, D.B.: 'n Paar Afrikaanse eienaardighede | XVII 294 |
Bouman, A.C.: Over ongemotiveerde inversie | XVI 65 |
Bouman, A.C.: Syntaktiese groepen in Afrikaans | XVI 225 |
Bouman, A.C.: De dubbele ontkenning in Afrikaans | XVII 17 |
Bouman, A.C.: Het Afrikaans | XVIII 122 |
Brom, Gerard: Hofdijk en Thijm | XIX 170,235 |
Courrech Staal, E.G.:Matthias Claudius in Nederland | XI 41, 77 |
Dijk, F. van: Staring-varia | XIV 297 |
Donkersloot, N.A.: De invloed van Keats en Shelley in Nederland gedurende de negentiende eeuw | XX 190 |
Eerzamen, F. den: Spreekwoorden en spreekwoordelijke uitdrukkingen, voornamelijk uit Goeree en Overflakkee | XI 304 |
Eerzamen, F. den: Spreekwoorden en spreekwoordelijke uitdrukkingen, voornamelijk uit Goeree en Overflakke, II | XII 145 |
Eerzamen, F. den: Spreekwoorden en Spreekwoordelijke uitdrukkingen, voornamelijk Goeree en Overflakkee, III | XIII 130 |
Eerzamen, F. den: Spreekwoorden en spreekwoordelike uitdrukkingen, voornamelik van Goeree en Overflakke, IV | XIV 248 |
Eerzamen, F. den: Bijdragen tot de kennis van het Goereese dialekt | XVIII 246, 289 |
Ent, W. van den: Bredero en de Engelsche tooneelspelers | XX 255 |
Eijkman, L.P.H.: Geschiedkundig overzicht van de klankleer in Nederland | XVII 161, 225, 283, XVIII 17 |
Elst, J. van der: De eenheid van handeling. Proeve van grafiese analyse | XI 65 |
Elst, J. van der: De hervorming van de Nederlandse versbouw. Kritiese beschouwing van enige citaten | XIII 24 |
Endepols, H.J.E.: Het pronomen doe te Maastricht | XX 149 |
Endepols, J.: Groenstraat-Bargoens | XVIII 172 |
Engels, G.: Potgieter en Busken Huet | XX 27 |
Faddegon, B.: Grammatische en psychologische relaties | XIX 131 |
Foncke, Robert: Bij twee ‘handschriften’ van Frans de Cort | XV 134 |
Foncke, Robert: Bij een gedichtje van Roemer Visscher | XV 243 |
[bijlage, pagina 4]
Blz. | |
---|---|
Greiner, P.H.: Heeft de onderscheiding van eigenlik en oneigenlik bij de samenstellingen recht van bestaan? | XVIII 143 |
Groot, K.W. de: Het purisme van Simon Stevin | XIII 161 |
H., D.C.: Een Duitse wereldtaal | XVII 174 |
Haagman, D.: Mignon | XI 131 |
Haagman, D.: Eenheid | XII 23, 76 |
Haeringen, C.B. van: Over verschrijvingen | XV 11, 75 |
Haeringen, C.B. van: De taalbeschouwing van Jespersen | XVI 206 |
Haeringen, C.B. van: Friese elementen in het Hollands | XVII 1 |
Haeringen, C.B. van: Ongewenste voorkeur | XVII 205 |
Haeringen, C.B. van: Eenheid en nuance in beschaafd-Nederlandse uitspraak | XVIII 65 |
Haeringen, C.B. van: Zang- en spraakles | XVIII 109 |
Haeringen, C.B. van: Het grammaticaal systeem van Jespersen | XIX 113 |
Haeringen, C.B. van: Historiese grammatica bij de studie voor ‘Middelbaar Nederlands’ | XIX 244 |
Hake, J.A. vor der: Kwasi-eenvoud in taal | XI 126 |
Ham, J. van: Kanselstijl | XVII 244 |
Heeren, J.: Pontus de Heuiter | XI 144 |
Hesseling, D.C.: Het leren van vreemde talen | XII 113 |
Hesseling, D.C.: Nog eens ‘die’ als lidwoord | XIII 95 |
Hesseling, D.C.: De Afrikaners en hun taal | XVI 77 |
Hesseling, D.C.: Antieke metra in moderne vertalingen | XVII 113 |
Hoeksma, J.: Jacobus Bellamy | XII 287 |
Jacob, A.: Baekelant, ons laatste volksboek | XIX 252 |
Jaspar, E. en J. Endepols,: Maastrichtse zegswijzen, spreekwoorden, enz. | XIV 193 |
Jongejan, E.: Fonetiese sprokkel | XVI 262 |
Kalff, S.: Koloniale idiomen | XIV 88, 133 |
Kloeke, G.G.: Opmerkingen over dialect-geographie | XV 30 |
Kloeke, G.G.: De dialecten en de klankwetten | XV 194 |
Kloeke, G.G.: Woordgeographisch onderzoek, een voorbeeld ter navolging | XVII 33 |
Kloeke, G.G.: Dialectgeographie in zakformaat | XVII 103 |
Kloeke, G.G.: De ondergang van het pronomen du | XX 1 |
Kloeke, G.G.: Oudhollandsche relicten met 'u'-uitspraak voor Germ. û | XX 184 |
Kloeke, G.G.: De doe-isoglosse bij Maastricht | XX 217 |
Kluyver, A.: Bilderdijk's afstamming van den Zwaanridder | XI 179 |
Kluyver, A.: Over een gedicht van Bilderdijk op Karel I van Engeland | XII 151 |
Kluyver, A.: De heer Willems en de proloog van ‘Reinaert’ | XIV 225 |
Kluyver, A.: Een nieuwe historische grammatica van onze taal | XV 288 |
Knippenberg, H.H.: Bij Staring's ‘Het bezoek van Fohi’ | XVII 24 |
Knippenberg, H.H.: Hooftiana | XVIII 244 |
Kooiman, K.: Populaire taalstudie in de zestiende eeuw | XII 65 |
Kooiman, K.: Erasmus en de volkstaal | XVI 161 |
Kooistra, J.: Twee Hollands-Engelse parallellen in de syntaxis | XIII 183 |
Kooistra, J.: Nog eens: Twee Hollands-Engelse parallellen in de syntaxis | XIII 304 |
Koopmans, J.: Philibert van Borsselen's ‘Den Binckhorst’ | XI 25 |
Koopmans, J.: Jan Zoet | XI 231. XII, 133 |
Koopmans, J.: Arnold Hoogvliet's Abraham de Aartsvader | XII 178 |
Koopmans, J.: Jacob Steendam | XIII 273, XIV 79 |
Koopmans, J.: J.: Willem van Haren's Friso | XVI 178 |
Kossmann, F.: Het Rijmboek van Enghelbrecht van der Donck | XV 138 |
Kossmann: Coornhert's beschouwingen over den versbouw | XVII 190 |
Kossmann: Metrum en Rythme | XX 65 |
[bijlage, pagina 5]
Blz. | |
---|---|
Koster, P.: Oorlogswinst der Nederlandsche taal | XII 301 |
Kramer, W.: Het symbool in Boutens' verzen | XIX 1 |
Krijn, S.A.: Franse lektuur in Nederland in het begin van de 18e eeuw | XI 161 |
Kroes, H.W.J.: ‘Zijn schaapjes op het droge hebben’ | XI 290 |
Kronenberg, M.E.: Het vocabulaire van Noel van Berlaimont | XII 172 |
Kronenberg, M.E.: Een Latijnsch-Nederlandsche samenspraak uit 't begin van de 16e eeuw | XVII 136 |
Kruisinga, E.: Onze taal in den vreemde | XIX 125 |
Lantermans, K.: Taal en verwante vakken op de hulpakte (met Naschrift van C.d.V.) | XII 90 |
Lantermans, K.: J.J. Oremer en het dialekt der Over-Betuwe | XII 273 |
Leeuwen, W.L.M. van: Kunst, schoonheid en smaak | XVIII 225, 273 |
Leeuwen, W.L.M. van: Over litteratuuronderwijs | XIX 39 |
Leeuwen, W.L.M. van: Poelhekke's Lyriek | XIX 143 |
Leeuwen, W.L.M. van: Een nieuwe litteratuurgeschiedenis | XIX 291 |
Muller, J.W.: Over ware en schijnbare gallicismen in het Middelnederlandsch | XIV 1, 65 |
Muller, J.W.: Deuitbreiding van ons taalgebied in de zeventiende eeuw | XV 161, 245, 298 |
Muller, J.W.: Bijdragen tot de geschiedenis onzer Nieuwnederlandsche aanspreekvormen | XX 81, 113, 161 |
Nauta, G.A.: Nog iets over ‘een’ | XIII 46 |
Opstelten, G.E.: Vandalisme | XVIII 91 |
Overdiep, G.S.: Een opmerking over het Nederlandsche perfectum | XVII 26 |
Overdiep, G.S.: De studie der Nederlandsche syntaxis | XIX 182 |
Overdiep, G.S.: Vorm, beteekenis en functie van woorden | XX 11 |
Pienaar, E.C.: Die prosa van die twede Afrikaanse beweging | XVII 126 |
Praag, J.A. van: Twee uitingen van bewuste Vlamingen in de 17de eeuw | XIX 200 |
Premsela, M.J.: ‘Tante Betje’ | XII 130 |
Prinsen, J.Lzn. J.: Ossian | XIV 20 |
Raaf, K.H. de: ‘Op het gezigt van trekkende kraanvogels’ | XVIII 206 |
Ramondt, Marie: Jacob Revius' lied van den postilion | XVIII 139 |
Rogier, L.J.: Een erfenis | XII 122 |
Roux, J.J. le: Het onderspit delven | XIII 43 |
Roux, J.J. le: Het lidwoord ‘die’ | XIII 45 |
Roux, J.J. le: Berichten over Afrikaans, Hottentots en Portugees | XVI 14 |
Royen, P. Gerlach: De nominale klassifikatie in het Nederlands | XIX 161 |
Royen, P. Gerlach: Nogmaals de nominale klassifikatie in het Nederlands | XIX 273 |
Rütte, Dr. Le: Pallieter | XIII 113 |
Salverda de Grave, J.J.: Het onderwijs van de franse taal in ons land in vroegere tijd | XIII 297 |
Salverda de Grave, J.J.: Over Nederlandse en Franse verskunst | XIV 204 |
Salverda de Grave, J.J.: Taal en Gedachte | XVI 236 |
Salverda de Grave, J.J.: De Nederlandse meervoudsvorm -s | XX 24 |
Schepers, J.B.: Taal en Taalonderwijs | XX 273 |
Schönfeld, M.: Verspreken | XI 96 |
Schönfeld, M.: De kleuterroman in de praktijk | XIII 189 |
Schönfeld, M.: De grammatika op de middelbare school | XVI 125 |
Schönfeld, M.: Iets over het woordaksent | XVII 37 |
Schönfeld, M.: De studie van de eigennamen | XVII 196 |
Schönfeld, M.: Nieuwe opvattingen over klankwetten | XIX 302 |
Schrijnen, Jos.: Klemtoonverschuiving in plaatsnamen | XI 19 |
Simons, L.: Vondel en Jan Vos | XIX 49 |
[bijlage, pagina 6]
Blz. | |
---|---|
Simons, Ph. J.: Rondom de kern van ons woordgeslacht | XII 225 |
Simons, Ph. J.: Woordgeslacht als eenheidsgraad | XIII 120, 196 |
Simons, Ph. J.: Het Beeld | XIII 225 |
Simons, Ph. J.: Lege voornaamwoorden | XIV 30 |
Simons, Ph. J.: Graduering | XIV 113 |
Simons, Ph. J.: Bij de zwakke plek van een technikus | XIV 300 |
Simons, Ph. J.: De term ‘betekenen’ in en buiten de kleuterroman | XV 43, 65 |
Simons, Ph. J.: Kenniskritiese beschouwingen. I. Spel en Productie | XVI 36 |
Simons, Ph. J.: Kenniskritiese beschouwingen. II. Etymologie en Syntaxis in onderlinge vergelijking | XVI 84 |
Simons, Ph. J.: Kenniskritiese beschouwingen. III. Historie | XVI 168 |
Simons, Ph. J.: Kenniskritiese beschouwingen. IV. Kausaliteit | XVI 247 |
Simons, Ph. J.: Simplisties dualisme | XVI 308 |
Simons, Ph. J.: Bij een gepleisterd graf | XVII 82 |
Simons, Ph. J.: Plastiek | XVIII 34 |
Simons, Ph. J.: Stijl: I. Duidelikheid en kracht | XVIII 161 |
Simons, Ph. J.: Zinsysteem en Ellips | XVIII 280 |
Simons, Ph. J.: Taalevolutie en Patriotisme | XIX 27 |
Simons, Ph. J.: Gekommitteerden over schrijven | XIX 225 |
Simons, Ph. J.: Oude en nieuwe namen in leven en wetenschap | XX 129, 177 |
Simons, Ph. J.: Stijl: II, Centratie | 225, 290 |
Slijper, E.: Oorlogswinst der Nederlandse taal | XI 222 |
Slijper, E.: Oorlogswinst der Nederlandse taal (Nalezing) | XII 88 |
Staverman, W.H.: De romans van twee hystericae | XI 113 |
Staverman, W.H.: De compositie van Potgieters proza | XII 1 |
Staverman, W.H.: Lief en leed in het Gooi | XIII 87 |
Staverman, W.H.: Rousseau en de Romantiek | XVI 1 |
Staverman, W.H.: Een Nederlandse bron van de Robinson Crusoë | XIX 16 |
Sterck, J.F.M.: Een rijmbrief van Coornhert (1522-1922) | XVI 292 |
Sterck, J.F.M.: Een oom van Vondel, Amsterdamsch rederijker | XVII 187 |
Sterringa, Tj.: Staring als navolger van Wieland | XIX 65 |
Stoett, F.A.: W.A. Winschooton's ‘Seeman’ | XIII 97 |
Tinbergen, D.C.: Spraakkunstonderwijs | XII 37 |
Tinbergen, D.C.: ‘Kinderpraat’ | XIII 1, 65 |
Tinbergen, D.C.: Taal- en litteratuuronderwijs | XIII 287 |
Valkhoff, A.: Lamartine in Nederland | XVIII 113 |
Ven, M.H. van de: Een eigenaardig gebruik van het lidwoord ‘de’ in het Brabants | XI 51 |
Ven, M.H. van de: Nog iets over het Brabantse de | XI 100 |
Ven, M.H. van de en W. Govaart: Nogmaals ‘de’ vóór eigennamen | XI 188 |
Verwey, A.: De volksschool en de litteratuur | XX 197 |
Verwey, A.: Vers-studie in Van Ginnken's Publicaties | XX 250 |
Verwey, Mea: Potgieter's gedicht ‘De jonge Priester’ | XII 238 |
Vooys, C.G.N. de: Pontus de Heuiter, een taal- en spellinghervormer uit de zestiende eeuw | XI 1 |
Vooys, C.G.N. de: Uit de jeugd van onze. Spraakkunst | XI 209, 273 |
Vooys, C.G.N. de: De invloed van de renaissance-spraakkunst in de zeventiende eeuw | XII 248 |
Vooys, C.G.N. de: Iets over Nederlandse aanspreekvormen | XIII 216 |
Vooys, C.G.N. de: Uit en over oude spraakkunsten | XIV 44, 142 |
Vooys, C.G.N. de: Bestaan er grondslagen voor een nieuwe regeling van het taal-kundig-mannelik en vrouwelik geslacht? | XIV 161 |
[bijlage, pagina 7]
Blz. | |
---|---|
Vooys, C.G.N. de: Eufemisme | XIV 273 |
Vooys, C.G.N. de: Uit en over oude spraakkunsten | XV 93 |
Vooys, C.G.N. de: Het onderzoek van de Nederlandse dialekten | XV 113 |
Vooys, C.G.N. de: Het onderzoek naar de Middelnederlandse woordgeografie | XV 225 |
Vooys, C.G.N. de: Een nieuwe regeling van het grammaties woordgeslacht | XVI 45 |
Vooys, C.G.N. de: Achttiende-eeuwse spraakkunstbeschouwing | XVI 273 |
Vooys, C.G.N. de: De taalbeschouwing van Lambert ten Kate | XVII 65 |
Vooys, C.G.N. de: Uit de voorgeschiedenis van de Nieuwe-Gids-beweging | XVII 273 |
Vooys, C.G.N. de: De twaaf sonnetten van de Schoonheyt ten onrechte aan Bredero toegeschreven | XVIII 86 |
Vooys, C.G.N. de: Taalstudie voor de hoofdakte | XVIII 253 |
Vooys, C.G.N. de: Een regeling van het grammaties geslacht in verband met de sexe? | XX 311 |
Vries, Jan de: Boeken bij het literatuur-onderwijs | XV 129 |
Vries, Jan de: Taal- en spellingstrijd in Noorwegen | XV 203 |
Vries, W. de: Naar aanleiding van ‘Twee Hollands-Engelse parallellen in de syntaxis’ | XIII 251 |
Vries, W. de: Iets over afwijkende ‘konstrukties’ | XIV 37 |
Vries, W. de: Opmerkingen over ontleding | XVI 19 |
Vries, W. de: Er (d'r) zonder duidelike betekenis | XVI 195 |
Vries, W. de: Kan bij onze collectiva het praedicaat meervoudig zijn? | XVIII 132 |
Vries, W. de: ‘Vol’ met accusatief | XIX 52 |
Vries, W. de: Invloed van neiging tot beknoptheid op vorming en betekenis van verba | XIX 82 |
Vries, W. de: Losse opmerkingen over het werkwoord | |
Wellander, Erik: Over den datief als subject van een passieve constructie | XIV 291 |
Wijk, N. van: Opmerkingen over taalkundig nationalisme en internationalisme | XIII 17 |
Wijk, N. van: Een opmerking over Nederlandse aksentverschuivingen | XIV 246 |
Wijk, N. van: A. Meillet als taalgeleerde en taalhistorikus | XV 123 |
Wijk, N. van: Taalvergelijking en moderne dialektkunde | XVII 176 |
Winter, P.J. van: Iets over taal en stijl van Dr. Abraham Kuyper | XV 1 |
Zijderveld, A.: Granida vss. 563-697 | XII 19 |
BOEKBEOORDELINGEN OP NAAM VAN DE RECENSENT.
Blz. | |
---|---|
Acket, J.M.: Anthonis de Roovere. Amsterdams proefschrift door G.C. van 't Hoog | XII 308 |
Beumer, G.: Nederlandsche Spraakkunst van T. Terwey, 18de druk, herzien door R. Kuitert | XIX 313 |
Borgeld, A.: De Sage van den Vliegenden Hollander naar behandeling, oorsprong en zin onderzocht door Dr. G. Kalff Jr. | XVIII 208 |
Bouman, A.C.: Afrikaanse Spreekwoorde, die betekenis verklaar en van Engelse ekwivalente voorsien door A.A.M. de Villiers, M.B.S. Kritzinger en E.J. Pienaar | XVII 53 |
Bouman, A.C.: Afrikaanse Grammatica, deur M.B. Botha, M.A. en J.F. Burger, M.A. | XVII 216 |
[bijlage, pagina 8]
Blz. | |
---|---|
Brands, G.A.: Uit Roemer Visscher's Brabbelingh II door Dr. N.v.d. Laan | XVIII 100 |
Dam, C.F.A. van: La Comedia espagnole anx Pays-Bas au XVIIe et au XVIIIe siècle par J.A. van Praag | XVII 253 |
Engels, G.: De Génestet-uitgaven: De mooiste gedichten van De Génestet door J.M. Acket. - Uit de gedichten van De Génestet door Dr. J. Prinsen J.Lzn | XIV 101 |
Engels, G.: Camera Obscura van Hildebrand, 31ste druk met noten van J.M. Acket | XIV 211 |
Evers, J.M.G.: Een Boeexken gemaket van Suster Bertken, opnieuw uitgegeven met aanteekeningen en een inleiding door Dr. Joh. Snellen | XVIII 307 |
Fokkema, K: Nieuwe Friesche Spraakkunst door O.H. Sijtstra en J.J. Hof | XIX 263 |
Frantzen, J.J.A.A.: Het boek der Rabauwen en Naaktridders. Bijdragen tot de studie van het volksleven der 16e en 17e eeuwen, door Victor de Meyere en Lode Baekelmans | XIV 312 |
G., P.H.: Vondel, Kunst en Karakter, door H. Laman Trip-De Beaufort | XV 217 |
Greiner, P.H.: Uit de Geschiedenis der Nederlandsche Taal door J. Verdam. Vierde druk, herzien door Dr. F.A. Stoett | XVII 310 |
Haantjes, J: De Itonatie van het Nederlands, met inbegrip van een Vergelijking met de Engelse Intonatie door L.J. Guittart (Amsterdamse dissertatie) | XX 150 |
Haeringen, C.B. van: De klanken van het Nederlandsen door A. de Froe. Tweede herziene druk door E. Jongejan | XVII 54 |
Haeringen, C.B. van: Rhoinische Sprachgesohichte door Th. Frings | XVIII 298 |
Hake, J.A. vor der: Spelen van Cornelis Everaert. Met inleiding en aantekeningen uitgegeven door Dr. J.W. Muller en Dr. L. Scharpé | XV 101 |
Hesseling, D.C.: De eerste Afrikaanse taalbeweging en zijn letterkundige voortbrengselen door Dr. Lydia van Niekerk (Amsterdams proefschrift) | XI 155 |
Hesseling, D.C.: Rympies en raaisels, bydrae tot die Suidafrikaanse Volkskunde, door C.F. Groenewald (Groningse dissertatie) | XIII 153 |
Hesseling, D.C.: Taal en poesie van die tweede Afrikaanse taalbeweging. Utrechts proefschrift van E.C. Pienaar | XIII 313 |
Hesseling, D.C.: Handleiding in het Afrikaans voor Nederlanders, door J.J. le Roux | XV 260 |
Hesseling, D.C.: Oor die Afrikaanse Sintaksis, deur J.J. le Roux. I. Woordgroepe en Volsin | XVIII. 102 |
Kloeke, G.G.: Zur Sprache der Urkunden des Herzogtums Geldern, door Edda Tille | XIX 214 |
Koopmans, J.: Oefeningen in de Vereenvoudigde Spelling, voor Herhalings- en Inhalingsscholen, door Jac. Ravensteijn | XI 55 |
Koopmans, J.: Taallessen voor de Volksschool, door Th. J. Thijssen | XI 56 |
Koopmans, J.: In Nieuwe Richting. Methode voor 't aanvankelijk en voortgezet taalonderwijs in de lagere school, door B.G. Alberts en B.F. Martens | XI 102 |
Koopmans, J.: Jacob van Maerlant's Heimelijkheid der Heimelijkheden, opnieuw uitgegeven door Dr. A.A. Verdenius (Amsterdams proefschrift) | XI 201 |
Koopmans, J.: Vondel en de Regeerders van Amsterdam. Amsterdams proefschrift door Dr. A. Schillings | XII 55 |
[bijlage, pagina 9]
Blz. | |
---|---|
Koopmans, J.: Vondel's Lucifer, uitgegeven door Dr. N.A. Cramer. Vierde druk. Opnieuw ingeleid door Dr. B.H. Molkenboer O.P. | XII 155 |
Koopmans, J.: Karel ende Elegast oorspronkelijk? Proeve van toegepaste sprookjeskunde, door Marie Ramondt | XII 202 |
Koopmans, J.: Oorkonden over Vondel en zijn lering, verzameld en uitgegeven door J.F.M. Sterck | XII 206 |
Koopmans, J.: Aernout Drost, door Dr. J.M. de Waal (Utr. diss.) | XII 264 |
Koopmans, J.: Taalboek I-VI door A. Jager | XII 311 |
Koopmans, J.: Uit de levende taal, door T. van den Blink en Th. Lancée, I-IV | XIII 51 |
Koopmans, J.: Taalwerk zonder buigingsoefeningen, door B.J. Douwes | XIII 55 |
Koopmans, J.: Letterkundig leesboek voor leerlingen van M.U.L.O.-scholen, door E.F. van de Bilt | XIII 56 |
Koopmans, J.: Uit Roemer Visscher's Brabbelingh door Dr. N. van der Laan (Leidse dissertatie) | XIII 147 |
Koopmans, J.: Betje Wolff in verband met het Geestelijk Leven van haar Tijd, Jeugd en Huwelijksjaren door Dr. H.C.M. Ghijsen (Leids proefschrift) | XIII 258 |
Koopmans, J.: De oude en de nieuwe historische roman in Nederland, door Dr. J. Prinsen J.Lzn | XIV 51 |
Koopmans, J.: Gerbrand Adriaansz. Bredero door Dr. J. Prinsen J.Lzn. | XV 146 |
Koopmans, J.: De Nederlandsche vrouw in de tweede helft der achttiende eeuw door Dr. S.J. von Wolzogen Kühr | XV 149 |
Koopmans, J.: Joan de Brune de Oude. Een Zeeuwsch Christen-moralist uit de Zeventiende Eeuw door C.H.O.M. von Winning | XV 309 |
Lier, L. van: Experimentelle Phonetik, von Prof. G. Panconcelli-Calzia | XV 218 |
M.: Potgieters Lief en Leed in het Gooi, uitgegeven door Dr. W.H. Staverman | XIII 220 |
Opstelten, G.E.: A.C.W. Staring als verhalend Dichter. Leids proefschrift van C.S. Jolmers | XIII 308 |
Overdiep, G.S.: Middelnederlandsche Spraakkunst. Syntaxis, 3e druk, door Dr. F.A. Stoett | XVIII 48 |
Perdeck, A.: De Dominee in onze Literatuur door Dr. Gerard Brom | XVIII 265 |
Pomes, H.: Een eeuw kinderpoëzie (1778-1878) door Dr. L.J.Th. Wirth | XX 262 |
Prinsen J.Lzn., J.: Hendrick Laurensz. Spieghel, door Albert Verwey | XIV 56 |
Salverda de Grave, J.J.: La Renaissance et los rhétoriqueurs néerlandais door S. Eringa | XV 53 |
Salverda de Grave, J.J.: Histoire de la langue française. Deel IV, 2de stuk door F. Brunot | XVIII, 262 |
Salverda de Grave, J.J.: Histoire de la langue française, deel III door F. Brunet | XX 153 |
Schönfeld, M.: Inleiding tot de Keltische Taal- en Letterkunde door A.G. Van Hamel | XII 51 |
Schönfeld, M.: Deutsche Grammatik door H. Paul, 5 Bd | XV 104 |
Schönfeld, M.: Isolement en gemeenschap door A.G. van Hamel | XV 106 |
Schönfeld, M.: Le Langage par J. Vendryes | XVI 216 |
Schönfeld, M.: Het dialect van de Veenkoloniën in verband met de overige tongvallen in de provincie Groningen door F.G. Schuringa (Amsterdamse dissertatie) | XVII 256 |
Schönfeld, M.: Einführung in die wissenschaftliche Betrachtung der Sprache von A. Noreen | XVII 260 |
Schönfeld, M.: Studien zum Bedeutungswandel im Deutschen. Zweiter Teil door E. Wellander | XVIII 299 |
[bijlage, pagina 10]
Blz. | |
---|---|
Schönfeld, Oud-Gentsche Naamkunde: Bijdrage tot de kennis van het Oud-Nederlandsch, door J. Mansion | XIX 101 |
Schönfeld: De Kleine Gids, Inleiding tot onze Moedertaal door Dr. J.B. Schepers en H.J. Scholten | XIX 260 |
Schönfeld: Die sogenannten absoluten Partizipialkonstruktionen im Neuhochdeutschen door H. Annema (Gron. diss.). Über den Gebrauch der attributiven Partizipialkonstruktionen in der niederländischen und hochdeutschen Prosa, door J. Heemstra (Gron. diss.) | XIX 310 |
Schönfeld: Histoire de la langue française. Deel IV, 2de stuk door F. Brunot | XVIII 262 |
Schönfeld: Histoire de la langue française, deel VII door F. Brunot | XX 156 |
Staverman, W.H.: De roman in de 18e eeuw in West-Europa door J. Prinsen J. Lzn | XX 42 |
Tinbergen, D.C.: De waerachtige ende een seer wonderlicke historie van Mariken van Nieumeghen, uitgegeven door J. Koopmans | XII 218 |
Tinbergen, D.C.: Bijdrage tot de syntaxis der ‘dat’-zinnen in het Germaansch door A.C. Bouman (Utrechts proefschrift) | XIV 152 |
V., C. de: De vergelijkende klassieke taalwetenschap in het gymnasiaal onderwijs door Dr. Jos. Schrijnen | XI 107 |
V., C. de: Nieuwe tekstuitgaven: Jan van Ruusbroee's. Die chierheit der gheesteliker brulocht. Beatrijs en Esmoreit. Zonnebloemboekjes No. 1 en 2 | XI 268 |
V., C. de: Lanseloet van Denemarken, uitgegeven door R.J. Spitz. Zennebloemboekjes, No. 9 | XIII 58 |
V., C. de: Bloemlezing uit Benjamin's Vertellingen, door W.L. Penning Jr. Met toestemming van den schrijver ten behoeve van het Onderwijs samengesteld door Dr. G.E. Opstelten | XIII 58 |
V., C. de: Vondels Leven en Streven door J.L. Horsten | XIII 221 |
V., C. de: Potgieter, Bloemlezing uit zijn gedichten en prozawerk, door J.B. Schepers | XIV 217 |
V., C. de: Oubollige Poëten door Lede Baekelmans | XIV 315 |
V., C. de: Nederlandsche Lyriek, vanaf de dertiende eeuw tot 1880, verzameld door Th. E.C. Keuchenius, toegelicht door Dr. D.C. Tinbergen. Deel I: De Middeleeuwen. Deel II: 1570-1630 | XVI 220, 314 |
V., C. de: Spelling en verbuiging onzer Moedertaal. Handleiding bij de keuze tusschen de verschillende spellingstelsels door Dr. P. Leendertz | XVI 264 |
V., C. de: Afrikaanse Prosabundel. 'n Bloemlesing uit die eerste en twede beweging, deur Dr. P.C. Schoonees | XVII 155 |
V., C. de: Antigone van Sophocles, vertaald door Corn. van Ghistele, uitgegeven door Dr. J. Grietens | XVII 156 |
V., C. de: Zielkundige verwikkelingen, Recks IV: No. 1. Eenvoudige taallesjes voor volwassenen; 2. Taalkundige afdwalingen; 3. Nederlandsche dialectstudie; 4. De nieuwe richting in de taalwetenschap, door Dr. Jac. van Ginneken | XVIII 57 |
V., C. de: Nederlandsche Liedboeken. Lijst der in Nederland tot het jaar 1800 uitgegeven liedboeken, samengesteld onder leiding van Dr. D.F. Scheurleer. Eerste supplement. - Paul Alpers, Die alten niederdeutschen Volk lieder | XVIII 105 |
V., C. de: Nieuwe tekstuitgaven: Ferguut, door Dr. G.S. Overdiep. - Het Geuzenliedboek. uit de nalatenschap van Dr. E.T. Kuiper uitgegeven door Dr. P. Leendertz Jr. | XIX 211 |
[bijlage, pagina 11]
Blz. | |
---|---|
Vooys, C.G.N. de: Nederlandsche Volkskunde. Tweede deel, door Dr. Jos. Schrijnen | XI 151 |
Vooys, C.G.N. de: Vanden Vos Reinaerde. Critische uitgave met eene inleiding en Critische Commentaar door Dr. J.W. Muller | XI 257 |
Vooys, C.G.N. de: Handboek tot de Nederlandsche letterkundige geschiedenis door Dr. J. Prinsen J.Lz | XI 263 |
Vooys, C.G.N. de: Brieven van Mr. A.C.W. Staring, ingeleid en toegelicht door Dr. G.E. Opstellen | XI 309 |
Vooys, C.G.N. de: Een spul van sinnen van den siecke stadt, uitgegeven en ingeleid door H.F. Grondijs | XI 312 |
Vooys, C.G.N. de: Dichters uit Zuid-Afrika. Bloemlezing voor Groot-Nederland met inleiding en woordverklaring door E.C. Pienaar, B.A. | XII 58 |
Vooys, C.G.N. de: Als ons moedertaalonderwijs nog ooit gezond wil worden door Dr. Jac. van Ginneken S.J.
Leergang der Nederlandsche taal. Deel I. De roman van een kleuter. Deel II. De regenboogkleuren van Nederlands taal door Dr. Jac. van Ginneken S.J. |
XII 208 |
Vooys, C.G.N. de: Stijlstudie en Stijloefeningen door J.M. Acket | XII 214 |
Vooys, C.G.N. de: Gerbrand Adriaenszoon Bredero door Herman Poort | XII 316 |
Vooys, C.G.N. de: Een onwaerdeerlyeke Vrouw. Brieven en Verzen van en aan Maria Tesselschade, uitgegeven door Dr. J.A. Worp | XIII 57 |
Vooys, C.G.N. de: Tondalus' Visioen en St. Patricius Vagevuur, uitgegeven door Dr. R. Verdeyen en Dr. J. Endepols. Tweede deel | XIII 150 |
Vooys, C.G.N. de: De psychologie der kleutertaal, verklaard voor taalleeraren, pedologen, opvoeders en kindervrienden door Fr. S. Rombouts | XIII 261 |
Vooys, C.G.N. de: Zeventiende-eeuwsche opvattingen en theorieën over litteratuur in Nederland door Dr. A.G. van Hamel | XIII 263 |
Vooys, C.G.N. de: Willem Sluyter van Eibergen door H.W. Heuvel | XIII 266 |
Vooys, C.G.N. de: Gelaat, gebaar en klankexpressie, door Dr. Jac. van Ginneken | XIV 58 |
Vooys, C.G.N. de: Hier beginnen sommige stichtige punten van onsen oelden zusteren, uitgegeven door Dr. D. de Man | XIV 58 |
Vooys, C.G.N. de: Den Spieghel der Salicheyt van Elekerlye, uitgegeven door R.J. Spitz | XIV 59 |
Vooys, C.G.N. de: De Leeuwendalers van J. van den Vondel, uitgegeven door Dr. J. Prinsen J. Lzn. - Vondels Leeuwendalers, uitgegeven door Dr. Eelco Verwijs, herzien door Dr. G.A. Nauta | XIV 106 |
Vooys, C.G.N. de: Marnix' Byencorf. Openbare les aan de Vrije Universiteit door J. Wille | XIV 107 |
Vooys, C.G.N. de: Multatuli-litteratuur: Het Leven en de Werken van Eduard Douwes Dekker door J. de Gruyter. Multatuli door Dr. J. van den Bergh van Eysinga-Elias. Multatuli als denker en dichter, Keur uit zijn werken met een inleiding door Dr. J. van den Bergh van Eysinga-Elias. Multatuli. - De mensch; de denker; de literator door H. Padberg, S.J | XIV 256 |
Vooys, C.G.N. de: Constantijn Huygens' Hofwijck door Dr. H.J. Eymael. Tweede, geheel omgewerkte druk | XIV 265 |
Vooys, C.G.N. de: Hendrik Conscience en de opkomst van de Vlaamsche Romantiek, door Eug. de Bock | XV 263 |
Vooys, C.G.N. de: De ontwikkelingsgang der Nederlandsche Letterkunde. Vijfde deel. Bronnen en registers, door Dr. Jan te Winkel | XV 266 |
Vooys, C.G.N. de: Johannes Stalpart van der Wielen, zijn leven en keur uit zijne lyrische gedichten door Dr. G.J: Hoogewerff | XV 152 |
[bijlage, pagina 12]
Blz. | |
---|---|
Vooys, C.G.N. de: Geschiedenis van den Amsterdamschen Schouwburg (1496-1772) door Dr. J.A. Worp, uitgegeven met aanvulling tot 1872 door Dr. J.F.M Sterck | XV 154 |
Vooys, C.G.N. de: Maurits Sabbe en zijn werk door Lode Monteyne | XV 68 |
Vooys, C.G.N. de: J.A. Alberdingk Thijm. Een keus uit zijn werken met een inleiding door M.A.P.C. Poelhekke | XV 107 |
Vooys, C.G.N. de: Beknopt overzicht van de Vlaamsche Letterkunde, hoofdzakelijk in de 19de eeuw door Eug. de Boek | XV 313 |
Vooys, C.G.N. de: De Gulsigheydt van Guilliam Ogier, herdrukt, ingeleid en aangeteekend door Dr. Willem van Eeghem | XVI 101 |
Vooys, C.G.N. de: Een Nederlandsch psalmboek van 1540 met de oorspronkelijke volksliederen die bij de melodieën behooren, uitgegeven door Elisabeth Mincoff-Marriage | XVI 104 |
Vooys, C.G.N. de: Lodewijk van Deyssel, een samenvattende studie door Benno J. Stokvis. - Lodewijk van Deyssel door Mr. P.H. Ritter. Tweede, herziene druk | XVI 106 |
Vooys, C.G.N. de: Nieuwe tekstuitgaven: Jan van Ruysbroek: Van den blinekenden Steen door D. Ph. Muller C.R.L. - Tspel van de Christenkercke, uitgegeven door Dr. G.A. Brands | XVI 58 |
Vooys, C.G.N. de: De legende van sinte Kunera in de Middeleeuwen door E.M. Th. Emonds O.F.M. (Leids proefschrift) | XVI 313 |
Vooys, C.G.N. de: Nieuwe Pantheon-uitgaven: Bloemlezing uit de werken van Mr. Rhijnvis Feith door Dr. H.G. ten Bruggencate. De Puntdichten van Staring door Th. J. Bosman | XVII 57 |
Vooys, C.G.N. de: Karel Broeckaert's Borgers in den Estaminé met inleiding en aantekeningen door Dr. A. Jacob | XVII 59 |
Vooys, C.G.N. de: De Weerlücke Liefden tot Roose-mond van Justus de Harduyn, met inleiding en aanteekeningen van Dr. Robert Foncke | XVII 106 |
Vooys, C.G.N. de: De Nederlandsche litteratuur na 1880, door Herman Robbers | XVII 151 |
Vooys, C.G.N. de: De Ontwikkelingsgang der Nederlandsche Letterkunde I en II. Tweede druk, door Dr. J. te Winkel | XVII 153 |
Vooys, C.G.N. de: Nederlandse Vorsrythme door Fr. Kossmann (Leidse dissertatie) | XVII 263 |
Vooys, C.G.N. de: Les mots français et les gallicismes dans le Hollandsche Spectator de Justus van Effen par J.J.B. Elzinga (Amsterdamse dissertatie) | XVII 307 |
Vooys, C.G.N. de: Van Gezelle tot Timmermans door August Vermeylen | XVII 313 |
Vooys, C.G.N. de: Onze Priester-Dichters door Joris Eeckhout | XVII 315 |
Vooys, C.G.N. de: Hoofdstukken over Vondel en zijn kring door Dr. J.F.M. Sterek | XVIII 56 |
Vooys, C.G.N. de: Conrad Busken Huet et la littérature française. Essai de biographie intellectuelle, par Johannes Tielroov (Parijs en Amsterdams proefschrift) | XVIII 149 |
Vooys, C.G.N. de: Hadewijch's Visioenen, opnieuw uitgegeven door Dr. J. van Mierlo S.J. (Leuvense studieën en tekstuitgaven) | XVIII 219 |
Vooys, C.G.N. de: De ontwikkelingsgang der Nederlandsche Letterkunde. Tweede druk. Deel III-IV door Dr. J. te Winkel | XVIII 304 |
Vooys, C.G.N. de: Den Jongen Tobias (Spectatoriale Geschriften, II) door Karel Broeckaert, met inleiding en aantekeningen van Dr. A. Jacob | XVIII 306 |
Vooys, C.G.N. de: Een Nederlandsche Uitspraakleer der 17e eeuw. De Spreeckonst van Petrus Montanus van Delft (1635) door Dr. A. Verschuur | XIX 53 |
Vooys, C.G.N. de: De mooie taal, door H. Padberg | XIX 205 |
Vooys, C.G.N. de: Studiën van de Tachtiger Beweging door Frans Coenon | XIX 265 |
[bijlage, pagina 13]
Blz. | |
---|---|
Vooys, C.G.N. de: Den Spyeghel der salicheyt van Elekerlije, uitgegeven door Dr. H.J.E. Endepols | XX 50 |
Vooys, C.G.N. de: Een Nieuwe Nederlandse Spraakkunst door J. van Ham en Dr. S. Hofker. Eerste deel | XX 53 |
Vooys, C.G.N. de: Publicaties der afdeeling Nederlandsch van het instituut nieuwe letteren aan de Nijmeegsche Universiteit, uitgegeven door Prof. Jac. van Ginneken S.J. Eerste deel | XX 54 |
Vooys, C.G.N. de: Germanismen in het Nederlandsch door Alfons Moortgat | XX 106 |
Vooys, C.G.N. de: Het Wilhelmus van Nassouwe met verklaring en historische toelichting door Dr. P. Leendertz Jr | XX 156 |
Vooys, C.G.N. de: Heiman Dullaart, zijn leven, omgeving en werk, met herdruk van zijn meeste gedichten door Dr. J. Wille | XX 219 |
Vooys, C.G.N. de: Stilistische Studiën I: De ziusvormen in Vondel's Pascha en Lucifer door Dr. G.S. Overdiep | XX 260 |
Vooys, C.G.N. de: Drie Brusselsche Kluchten uit de zeventiende eeuw, ingeleid, van aanteekeningen en woordenlijst voorzien door Dr. Paul de Keyser | XX 265 |
Walch, Jan: Het drama en tooneel in hun ontwikkeling, Deel I en II, door L. Simons | XVI 308 |
Wijk, N. van: Caractères généraux des langues germaniques par A. Meillet | XII 53 |
Wijk, N. van: Introduction à l'étude comparative des langues indoouropéennes par A. Meillet | XII 97 |
Wijk, N. van: Handleiding bij de studie der Vergelijkende Indogermaansche Taalwetenschap, vooral met betrekking tot de klassieke en germaansche talen door Dr. Jos. Schrijnen | XII 303 |
Wijk, N. van: Les langues du monde, par un groupe de linguistes sous la direction de A. Meillet et Marcel Cohen | XIX 99 |
Zijderveld, A.: Beknopte geschiedenis der Nederlandsche letteren voor leerlingen bij 't middelbaar en hooger onderwijs en voor hoofdactestudie door E. Rijpma | XII 101 |
BOEKBEOORDELINGEN OP NAAM VAN DE SCHRIJVER.
Blz. | |
---|---|
Acket, J.M.: Stijlstudie en Stijloefeningen. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XII 214 |
Acket, J.M.: De Génestet-uitgaven: De mooiste gedichten van De Génestet. - Beoordeling van G. Engels | XIV 101 |
Acket, J.M.: Camera Obscura van Hildebrand, 31ste druk met noten. Beoordeling van G. Engels | XIV 211 |
Alberts, B.G. en B.F. Martens: In Nieuwe Richting. Methode voor 't aanvankelijk en voortgezet taalonderwijs in de lagere school. Beoordeling van J. Koopmans | XI 102 |
Alpers, Paul: Die alten niederdeutschen Volkslieder. Beoordeling C.d.V. | XVIII 105 |
Annema, H.: Die sogenannten absoluten Partizipialkonstruktionen im Neuhochdeutschen (Gron. diss.). Beoordeling van M. Schönfeld | XIX 310 |
Baekelmans, Lode: Oubollige Poëten. Beoordeling van C.d.V. | XIV 315 |
Bergh van Eysinga-Elias, Dr. J. van den: Multatuli. Becerdeling van C.G.N. de Vooys | XIV 256 |
Bergh van Eysinga-Elias, Dr. J. van den: Multatuli als denker en dichter. Keur uit zijn werken. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XIV 256 |
[bijlage, pagina 14]
Blz. | |
---|---|
Bilt, E.F. van de: Letterkundig leesboek voor leerlingen van M.U.L.O.-scholen. Beoordeling van J. Koopmans | XIII 56 |
Blink, T. van den en Th. Lancée: Uit de levende taal, I-IV. Beoordeling van J. Koopmans | XIII 51 |
Bock, Eug. de: Hendrik Conscience en de opkomst van de Vlaamsche Romantiek. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XV 263 |
Bock, Eug. de: Beknopt overzicht van de Vlaamsche Letterkunde, hoofdzakelijk in de 19de eeuw. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XV 313 |
Bosman, Th. J.: De Puntdichten van Staring. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XVII 57 |
Botha, M.B., M.A. en J.F. Burger, M.A.: Afrikaanse Grammatica. Beoordeling van A.C. Bouman | XVII 216 |
Bouman, A.C.: Bijdrage tot de syntaxis der ‘dat’-zinnen in het Germaansch (Utrechts proefschrift). Beoordeling van D.C. Tinbergen | XIV 152 |
Brands, Dr. G.A.: Tspel van de Christenkercke. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XVI 58 |
Broeckaert Karel: Den Jongen Tobias (Spectatoriale Geschriften, II), met inleiding en aantekeningen van Dr. A. Jacob. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XVIII 306 |
Brom, Dr. Gerard: De Dominee in onze Literatuur. Beoordeling van A. Perdeck | XVIII 265 |
Bruggencate, Dr. H.G. ten: Nieuwe Pantheon-uitgaven: Bloemlezing uit de werken van Mr. Rhijnvis Feith. Beoordeling van C.G.N. de Vooy | XVII 57 |
Brunot, F.: Histoire de la langue française. Deel IV, 2de stuk. Beoordeling van J.J. Salverda de Grave | XVIII 262 |
Brunot, F.: Histoire de la langue française, deel VII. Beoordeling van J.J. Salverda de Grave | XX 153 |
Coenen, Frans: Studiën van de Tachtiger Beweging. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XIX 265 |
Cramer, Dr. N.A. en Dr. B.H. Molkenboer O.P.: Vondel's Lucifer. Beoordeling van J. Koopmans | XII 155 |
Douwes, B.J.: Taalwerk zonder buigingsoefeningen. Beoordeling van J. Koopmans | XIII 55 |
Eeckhout, Joris: Onze Priester-Dichters. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XVII 315 |
Elzinga, J.J.B.: Les mots français et les gallicismes dans le Hollandsche Spectator de Justus van Effen. (Amsterdamse dissertatie). Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XVII 307 |
Emonds, E.M. Th., O.F.M.: De legende van sinte Kunera in de Middeleeuwen (Leids proefschrift). Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XVI 313 |
Endepols, Dr. H.J.E.: Den Spyeghel der salicheyt van Elckerlijc. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XX 50 |
Eringa, S.: La Renaissance et les rhétoriqueurs néerlandais. Beoordeling van J.J. Salverda de Grave | XV 53 |
Eymael, Dr. H.J. Constantijn Huygens' Hofwijck. Beoordeling van C.G.N. De Vooys | XIV 265 |
Foncke, Dr. Robert: De Weerlücke Liefden tot Roose-mond van Justus de Harduyn. Met inleiding en aanteekeningen. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XVII 106 |
Frings, Th.: Rheinische Sprachgeschichte. Beoordeling van C.B. van Haeringen | XVIII 298 |
[bijlage, pagina 15]
Blz. | |
---|---|
Froe, A. de en E. Jongejan: De klanken van het Nederlandsch. Beoordeling van C.B. van Haeringen | XVII 54 |
Ghijsen, Dr. H.C.M.: Betje Wolff in verbland met het Geestelijk Leven van haar Tijd, Jeugd en Huwelijksjaren (Leids proefschrift). Beoordeling van J. Koopmans | XIII 258 |
Ginneken, Dr. Jac. van S.J.: Als ons moedertaalonderwijs nog ooit gezond wil worden | XII 208 |
Leergang der Nederlandsche taal. Deel I. De roman van een kleuter. Deel II. De regenboogkleuren van Nederlands taal. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XII 208 |
Ginneken, Dr. Jac. van S.J.: Gelaat, gebaar en klankexpressie. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XIV 58 |
Ginneken, Dr. Jac. van S.J.: Zielkundige verwikkelingen, Reeks IV: No. 1. Eenvoudige taallesjes voor volwassenen; 2. Taalkundige afdwalingen; 3. Nedelandsche dialectstudie; 4. De nieuwe richting in de taalwetenschap. Beoordeling van C.d.V. | XVIII 57 |
Ginneken, Dr. Jac. van S.J.: Publicaties der afdeeling Nederlandsch van het instituut nieuwe letteren aan de Nijmeegsche Universiteit. Eerste deel. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XX 54 |
Grietens, Dr. J.: Corn. van Ghistele: Antigone van Sophocles. Beoordeling van C.d.V. | XVII 156 |
Groenewald, C.F.: Rympies en raaisels, bydrae tot die Suidafrikaanse Volkskunde (Groningse dissertatie). Beoordeling van D.C. Hesseling | XIII 153 |
Grondijs, H.F.: Een spul van sinnen van den siecke stadt. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XI 312 |
Gruyter, J. de: Het Leven en de Werken van Eduard Douwes Dekker. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XIV 256 |
Guittart, L.J.: De Intonatie van het Nederlands, met inbegrip van een Vergelijking met de Engelse Intonatie (Amsterdamse dissertatie). Beoordeling van J. Haantjes | XX 150 |
Ham, J. van en Dr. S. Hofker: Een Nieuwe Nederlandse Spraakkunst I. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XX 53 |
Hamel, Dr. A.G. van: Inleiding tot de Keltische Taal- en Letterkunde. Beoordeling van M. Schönfeld | XII 51 |
Hamel, Dr. A.G. van: Zeventiende-eenwsche opvattingen en theorieën over litteratuur in Nederland. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XIII 263 |
Hamel, Dr. A.G. van: Isolement en gemeenschap. Beoordeling van M. Schönfeld | XV 106 |
Heemstra, J., Über den Gebrauch der attributiven Partizipialkonstruktionen in der niederländischen und hochdeutschen Prosa(Gron. diss.). Beoordeling van M. Sebönfeld | XIX 310 |
Heuvel, H.W.: Willem Sluyter van Eibergen. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XIII 266 |
Hoog, G.C. van 't: Anthonis de Roovere. Amsterdams proefschrift. Beoordeling van J.M. Acket | XII 308 |
Hoogewerf, Dr. G.J.: Johannes Stalpart van der Wielen, zijn leven en keur uit zijne lyrische gedichten. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XV 152 |
Horsten, J.L.: Vondels Leven en Streven. Beoordeling van C.d.V. | XIII 221 |
Jacob, Dr. A.: Karel Broockaert's Borgers in den Estaminé, met inleiding en aantekeningen. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XVII 59 |
Jager, A.: Taalboek I-VI. Beoordeling van J. Koopmans | XII 311 |
Jolmers, C.S.: A.C.W. Staring als verhalend Dichter. Leids proefschrift. Beoordeling van G.E. Opstelten | XIII 308 |
[bijlage, pagina 16]
Blz. | |
---|---|
Kalff Jr., Dr. G.: De Sage van den Vliegenden Hollander naar behandeling, oorsprong en zin onderzocht. Beoordeling van A. Borgeld | XVIII 208 |
Keuchenius, Th. E.C. en Dr. D.C. Tinbergen: Nederlandsche Lyriek, vanaf de dertiende eeuw tot 1680. Deel I: De Middeleeuwen. Deel II: 1570-1630 Beoordeling van C.d.V. | XVI 220, 314 |
Keyser, Paul de: Drie Brusselsche Kluchten uit de zeventiende eeuw. ingeleid, van aanteekeningen en woordenlijst voorzien. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XX 265 |
Koopmans, J.: De wacrachtige ende een seer wonderlieke historie van Mariken van Nieumeghen. Beoordeling van D.C. Tinbergen | XII 218 |
Kossmann, Fr.: Nederlandsen Versrythme. (Leidse dissertatie). Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XVII 263 |
Laan, Dr. N. van der: Uit Roemer Visscher's Brabbelingh. (Leidse dissertatie). Beoordeling van J. Koopmans | XIII 147 |
Laan, Dr. N. van der: Uit Roemer Visscher's Brabbelingh II. Beoordeling van G.A. Brands | XVIII 100 |
Laman Trip-De Beaufort, H.: Vondel, Kunst en Karakter. Beoordeling van P.H.G. | XV 217 |
Leendertz Jr., Dr. P.: Spelling en verbuiging onzer Moedertaal. Handleiding bij de keuze tusschen de verschillende spellingstelsels. Beoordeling van C.d.V. | XVI 264 |
Leendertz Jr., Dr. P.: Het Geuzenliedboek, uit de nalatenschap van Dr. E.T. Kniper. Beoordeling van C.d.V. | XIX 211 |
Leendertz Jr., Dr. P.: Het Wilhelmus van Nassouwe met verklaring en historische toelichting. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XX 156 |
Man, Dr. D. de: Hier beginnen sommige stichtige punten van onsen oelden zusteren. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XIV 58 |
Mansion, J.: Oud-Gentsche Naamkunde: Bijdrage tot de kennis van het Oud-Nederlandsch. Beoordeling van M. Schönfeld | XIX 101 |
Meillet, A.: Caractères généraux des langues germaniques. Beoordeling van N. van Wijk | XII 53 |
Meillet, A.: Introduction à l'étude comparative des langues indoeuropéennes. Beoordeling van N. van Wijk | XII 97 |
Meillet, A.: et Marcel Cohen: Les langues du monde, par un groupe de linguistes. Beoordeling van N. van Wijk | XIX 99 |
Meyere, Victor de en Lode Baekelmans: Het boek der Rabauwen en Naaktridders. Bijdragen tot de studie van het volksleven der 16de en 17de eeuwen. Beoordeling van J.J.A.A. Frantzen | XIV 312 |
Mierlo, S.J.J. van,: Hadewijch's Visioenen. (Leuvense studieën en tekstuitgaven). Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XVIII 219 |
Mincoff-Marriage, Elisabeth: Een Nederlandsch psalmboek van 1540 met de oorspronkelijke volksliederen die bij de melodieën behooren. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XVI 104 |
Monteyne, Lode: Maurits Sabbe en zijn werk. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XV 58 |
Moortgat, Alfons: Germanismen in het Nederlandsch. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XX 106 |
Muller D. Ph., C.R.L.: Jan van Ruysbroek: Van den blinekenden Steen. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XVI 58 |
Muller, Dr. J.W.: Vanden Vos Reinaerde. Critische uitgave met eene inleiding en Critische Commentaar. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XI 257 |
[bijlage, pagina 17]
Blz. | |
---|---|
Muller, Dr. J.W. en Dr. L. Scharpé: Spelen van Cornelis Everaert. Met inleiding en aanteekeningen uitgegeven. Beoordeling van J.A. vor der Hake | XV 101 |
Lydia van Niekerk, Dr.: De eerste Afrikaanse taalbeweging en zijn letterkundige voortbrengselen. (Amsterdams proefschrift). Beoordeling van D.C. Hesseling | XI 155 |
Noreen, A.: Einführung in die wissenschaftliche Betrachtung der Sprache Beoordeling van M. Schönfeld | XVII 260 |
Ogier, Guilliam: Dr. Willem van Eeghen: De Gulsigheydt. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XVI 101 |
Opstelten, Dr. G.E.: Brieven van Mr. A.C.W. Staring. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XI 309 |
Overdiep, Dr. G.S.: Nieuwe Tekstuitgaven: Ferguut. Beoordeling van C.d.V. | XIX 211 |
Overdiep, Dr. G.S.: Stilistische Studiën I: De zinsvormen in Vondel's Pascha en Lucifer. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XX 260 |
Padberg, S.J., H.: Multatuli. - De mensch; de denker; de literator. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XIV 256 |
Padberg, S.J., H.: De mooie taal. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XIX 205 |
Panconcelli-Galzia, Prof. G., Experimentelle Phonetik. Beoordeling van L. van Lier | XV 218 |
Paul, H.: Deutsche Grammatik, 5 Bd. Beoordeling van M. Schönfeld | XV 104 |
Penning Jz. W.L.: Dr. G.E. Opstelten, Bloemlezing uit Benjamins Vertellingen. Beoordeling van C.d.V. | XIII 58 |
Pienaar, E.C., B.A.: Dichters uit Zuid-Afrika. Bloemlezing voor Groot-Nederland. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XII 58 |
Pienaar, E.C., B.A.: Taal en poesie van die tweede Afrikaanse taalbeweging. Utrechts proefschrift. Beoordeling van D.C. Hesseling | XIII 313 |
Poelhekke, M.A.P.C.: J.A. Alberdingk Thijm. Een keus uit zijn werken met een inleiding. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XV 107 |
Poort, Herman: Gerbrand Adriaenszoon Bredero. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XII 316 |
Praag, J.A. van: La Comedia espagnole aux Pays-Bas au XVIIe et au XVIIIe siècle. Beoordeling van C.F.A. van Dam | XVII 253 |
Prinsen, J.Lz. Dr. J.: Handboek tot de Nederlandsche letterkundige geschiedenis. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XI 263 |
Prinsen, J.Lz. Dr. J.: De oude en de nieuwe historische roman in Nederland. Beoordeling van J. Koopmans | XIV 51 |
Prinsen, J.Lz. Dr. J.: Uit de gedichten van De Génestet. Beoordeling van G. Engels | XIV 101 |
Prinsen, J.Lz. Dr. J.: De Leeuwendalers van J. van den Vondel. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XIV 106 |
Prinsen, J.Lz. Dr. J.: Gerbrand Adriaansz. Bredero. Beoordeling van J. Koopmans | XV 146 |
Prinsen, J.Lz. Dr. J.: De roman in de 18e eeuw in West-Europa. Beoordeling van W.H. Staverman | XX 42 |
Ramondt, Marie: Karel ende Elegast oorspronkelijk? Proeve van toegepaste sprookjeskunde. Beoordeling van J. Koopmans | XII 202 |
Ravensteijn, Jac.: Oefeningen in de Vereenvoudigde Spelling, voor Herhalings- en Inhalingsscholen. Beoordeling van J. Koopmans | XI 55 |
Rijpma, E.: Beknopte geschiedenis der Nederlandsche letteren voor leerlingen bij 't middelbaar en hooger onderwijs en voor hoofdacte-studie. Beoordeling van A. Zijderveld | XII 101 |
[bijlage, pagina 18]
Blz. | |
---|---|
Ritter, Mr. P.H.: Lodewijk van Deyssel, Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XVI 106 |
Robbers, Herman: De Nederlandsche litteratuur na 1880. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XVII 151 |
Rombouts, Fr. S.: De psychologie der kleutertaal, verklaard voor taalleeraren, pedologen, opvoeders en kindervrienden. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XIII 261 |
Roux, J.J. le: Handleiding in het Afrikaans voor Nederlanders. Beoordeling van D.C. Hesseling | XV 260 |
Roux, J.J. le: Oor die Afrikaanse Sintaksis. I. Woordgroepe en Volsin. Beoordeling van D.C. Hesseling | XVIII 102 |
Ruusbroec, Jan van: Die chierheit der gheesteliker brulocht. Beoordeling van C. de V. | XI 268 |
Schepers, Dr. J.B.: Potgieter, Bloemlezing uit zijn gedichten en prozawerk. Beoordeling van C.d.V. | XIV 217 |
Schepers, Dr. J.B.: en H.J. Scholten: De Kleine Gids. Inleiding tot onze Moedertaal. Beoordeling van M. Schöuveld | XIX 260 |
Scheurleer, D.F.: Nederlandsche Liedboeken. Lijst der in Nederland tot het jaar 1800 uitgegeven liedboeken. Eerste supplement. - Beoordeling van C.d.V. | XVIII 105 |
Schillings, Dr. A.: Vondel en de Regeerders van Amsterdam. Amsterdams proefschrift. Beoordeling van J. Koopmans | XII 55 |
Schoonees, Dr. P.C.: Afrikaanse Prosabundel. 'n Bloemlesing uit die eerste en twede beweging. Beoordeling van C.d.V. | XVII 155 |
Schrijnen, Dr. Jos.: De vergelijkende klassieke taalwetenschap in het gymnasiaal onderwijs. Beoordeling van C. de V. | XI 107 |
Schrijnen, Dr. Jos.: Nederlandsche Volkskunde. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XI 151 |
Schrijnen, Dr. Jos.: Handleiding bij de studie der Vergelijkende Indogermaansche Taalwetenschap, vooral met betrekking tot de klassieke en germaansch talen. Beoordeling van N. van Wijk | XII 303 |
Schuringa, F.G.: Het dialect van de Veenkoloniën in verband met de overige tongvallen in de provincie Groningen. (Amsterdamse dissertatie). Beoordeling van M. Schönfeld | XVII 256 |
Sijtstra, O.H. en J.J. Hof: Nieuwe Friesche Spraakkunst. Beoordeling van K. Fokkema | XIX 263 |
Simons, L.: Het drama en tooneel in hun ontwikkeling, Deel I en II. Beoordeling van Jan Walch | XVI 308 |
Snellen, Dr. Joh.: Een Boeexken gemaket van Suster Bertken. Beoordeling van J.M.G. Evers | XVIII 307 |
Spitz, R.J.: Beatrijs en Esmoreit. Zonnebloemboekjes No. 1 en 2. Beoordeling van C. de V. | XI 268 |
Spitz, R.J.: Lanseloet van Denemarken. Zonnebloemboekjes, No. 9. Beoordeling van C.d.V. | XIII 58 |
Spitz, R.J.: Den Spieghel der Salicheyt van Elckerlyc. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XIV 59 |
Staverman, Dr. W.H.: Potgieters Lief en Leed in het Gooi. Beoordeling van M. | XIII 220 |
Sterck, J.F.M.: Oorkonden over Vondel en zijn kring. Beoordeling van J. Koopmans | XII 206 |
Sterck, J.F.M.: M.: Hoofdstukken over Vondel en zijn kring. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XVIII 56 |
[bijlage, pagina 19]
Blz. | |
---|---|
Stoett, Dr. F.A.: Middelnederlandsche Spraakkunst. Syntaxis. Beoordeling van G.S. Overdiep | XVIII 48 |
Stokvis. Benno, J.: Lodewijk van Deyssel, een samenvattende studie. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XVI 106 |
Terwey, T. en R. Kuitert: Nederlandsche Spraakkunst. Beoordeling van G. Beumer | XIX 313 |
Thijssen, Th. J.: Taallessen voor de Volksschool. Beoordeling van J. Koopmans | XI 56 |
Tielrooy, Johannes: Conrad Busken Huet et la littérature française. Essai de biographie intellectuelle. (Parijs en Amsterdams proefschrift). Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XVIII 149 |
Tille, Edda: Zur Sprache der Urkunden des Herzogtums Geldern. Beoordeling van G.G. Kloeke | XIX 214 |
Tinbergen, Dr. D.C.: Nederlandsche Lyriek, vanaf de dertiende eeuw tot 1880. Deel I: De Middeleeuwen. Deel II: 1570-1630. Beoordeling van C.d.V. | XVI 314 |
Vendryes, J.: Le Langage. Beoordeling van M. Schönfeld | XVI 216 |
Verdam, J. en Dr. F.A. Stoett: Uit de Geschiedenis der Nederlandsche Taal. Beoordeling van | XVII 310 |
Verdenius, Dr. A.A.: Jacob van Maerlant's Heimelijkheid der Heimelijkheden. (Amsterdams proefschrift). Beoordeling van J. Koopmans | XI 201 |
Verdeyen, Dr. R. en Dr. J. Endepols: Tondalus' Visioen en St. Patricius Vagevuur. Tweede deel. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XIII 150 |
Vermeylen, August: Van Gezelle tot Timmermans. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XVII 313 |
Verschuur, Dr. A.: Een Nederlandsche Uitspraakleer der 17e eeuw. De Sproeekonst van Petrus Montanus van Delft (1635). Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XIX 53 |
Verwey, Albert: Hendrick Laurensz. Spieghel. Beoordeling van J. Prinsen J.Lzn | XIV 56 |
Verwijs, Eelco: Vondels Leeuwendalers, herzien door Dr. G.A. Nauta. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XIV 106 |
Villiers, A.A.M. de, M.B.S. Kritzinger en E.J. Pienaar: Afrikaanse Spreekwoorden, die betekenis verklaar en van Engelse ekwivalente voorsien. Beoordeling van A.C. Bouman | XVII 53 |
Waal, Dr. J.M. de: Aernout Drost. Utrechtse dissertatie. Beoordeling van J. Koopmans | XII 264 |
Wellander, E.: Studien zum Bedeutungswandel im Deutschen. 2e Teil. Beoordeling van M. Schönfeld | XVIII 299 |
Wille, Dr. J.: Marnix' Byencorf. Openbare les aan de Vrije Universiteit. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XIV 107 |
Wille, Dr. J.: Heiman Dullaart, zijn leven, omgeving en werk, met herdruk van zijn meeste gedichten. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XX 219 |
Winkel, Dr. Jan te: De ontwikkelingsgang der Nederlandsche Letterkunde. Vijfde deel. Bronnen en registers. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XV 266 |
Winkel, Dr. Jan te: De Ontwikkelingsgang der Nederlandsche Letterkunde. I en II. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XVII 153 |
Winkel, Dr. Jan te: De Ontwikkelingsgang der Nederlandsche Letterkunde. III en IV. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XVIII 304 |
[bijlage, pagina 20]
Blz. | |
---|---|
Winning, C.H.O.M. von: Joan da Brune de Oude. Een Zeeuwsch Christenmoralist uit de Zeventiende Eeuw. Beoordeling van J. Koopmans | XV 309 |
Wirth, Dr. L.J. Th.: Een eeuw kinderpoëzie (1778-1878, Beoordeling H. Pomes | XX 262 |
Wolzogen Kühr, Dr. S.J. von: De Nederlandsche vrouw in de tweede helft der achttiende eeuw. Beoordeling van J. Koopmans | XV 149 |
Worp, Dr. J.A.: Een onwaerdeerlycke Vrouw. Brieven en Verzen van en aan Maria Tesselschade. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XIII 57 |
Worp, Dr. J.A.: Geschiedenis van den Amsterdamschen Schouwburg (1496-1772), uitgegeven met aanvulling tot 1872 door Dr. J.F.M. Sterck. Beoordeling van C.G.N. de Vooys | XV 154 |
KRONIEK EN KRITIEK.
Blz. | |
---|---|
Jager, A.: Zinsontleding ‘Eerst kunnen dan kennen’ | XI 199 |
Kruisinga, E.: Nieuwe Rotterdamse Taalkunde | XX 216 |
Mansion, Jos. en C.d.V.: Een algemeen Beschaafd in Zuid-Nederland | XVI 151 |
Meer, M.J. van der: Nog eens: -en of -e? | XVII 219 |
Noach, S.M.: Een grief tegen behoudzucht op de lagere school | XI 255 |
Simons, Ph. J.: De waardeeringstheorie en ons woordgeslacht | XVIII 140 |
Simons, Ph. J.: Armoe in een goudland | XVII 43 |
Simons, Ph. J.: Leeggelopen traditie | XVII 144 |
Simons, Ph. J.: Gewaand tekort in de Nederlandse taal | XX 212 |
V., C.d.: De eisen voor ‘Nederlandse taal’ op het toelatingsexamen van de H.B.S. | XI 54 |
V., C.d.: Taalopgaven voor twaalfjarigen | XI 252 |
V., C.d.: Een onberaden Ruusbroec-vertaling | XII 153 |
V., C.d.: ‘Den’ als spelvorm voor ‘de’ | XIII 47 |
V., C.d.: Averechtse voorlichting van het buitenland omtrent de Nederlandse letterkunde | XIV 309 |
V., C.d.: Zuid-Nederlands woordgeslacht | XIV 311 |
V., C.d.: Is het schrijven van de traditionele buigings-n onverbrekelik verbonden met het spelling-stelsel van De Vries en Te Winkel? | XV 268 |
V., C.d.: Onzuivere terminologie en begripsverwarring | XVI 55 |
Vooys, C.G.N. de: Is de buigings-n in de zogenaamde ‘schrijftaal’ een levend element in het tegenwoordige Zuid-Nederlands? | XI 147 |
Vooys, C.G.N. de: -en of -e? | XVII 147 |
Vooys, C.G.N. de: De taalstudie van de onderwijzer op de goede weg? | XVII 302 |
Vooys, C.G.N. de: Een ‘Gids bij de studie Nederlandsch M.O.’? | XVII 305 |
Walch, J.L.: De ‘ahistorische’ taalbeschouwing van Dr. H.J.M. Schoenmackers | XVI 154 |
[bijlage, pagina 21]
AANKONDIGINGEN EN MEDEDELINGEN.
Blz. | |
---|---|
C.d.V.: Twee nieuwe privaat-docenten. - Een palaeografiese atlas voor Nederlandse teksten. - ‘Het’ als loos onderwerp. - ‘Het waren twee conincks kinderen’ | XIII 49 |
Marialegenden door Dr. C. Catharina van de Graft. - Ida Heyermans: Onze jongeren en de moderne literatuur | XIII 106 |
Dokumenten en kleine teksten. - Omvang en invloed der Zuid-Nederlandsche immigratie van het laatste kwart der 16e eeuw - Over den invloed van de Italiaansche letterkunde op de Nederlandsche gedurende de 19e eeuw. - Over substraat en ontlening | XIII 154 |
Wellander's Studien zum Bedeutungswandel im Deutschen - Lecoutere's Schets van den Ontwikkelingsgang der Nederlandsche Letterkunde | XIII 219 |
‘Taalzuivering’. - Invloed van de Spaanse letterkunde op de Nederlandse. - Jan van Gijsen - Letterkundig Loesbock van J.H. van den Bosch en C.G.N. de Vooys | XIII 256 |
Kanselarijtaal - Documenten en kleine teksten No. 4. - Een vraag | XIII 315 |
Inaugurele redevoeringen. - Klein Plakkaatboek van Nederland. - Handelingen en Levensberichten. - Aanteekeningen van het Prov. Utr. Genootschap. - Jaarboek der Vlaamsche Academie | XIV 50 |
Handelingen van het negende Philologen-congres. - Documenten en kleine teksten, No. 3 en 5. - Bremer's deutsche Lautlehre | XIV 99 |
Woordgeografie van de beschaafde-omgangstaal | XIV 148 |
De taal der geneeskunde - Een alfabeties register op ‘De Franse woorden in het Nederlands’. - Enige opmerkingen over de kennis der oudheid in de Middeleeuwen. - Onze jongeren in de moderne literatuur. - Hij of Zij of Het? Feiten en beschouwingen omtrent voornaamwoordelike aan duiding. - Een ijverige Antwerpse uitgever | XIV 217 |
Iets over woordvorming door Dr. W. de Vries | XIV 266 |
Levensberichten van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde. - Jaarboek der Koninklijke Vlaamsche Academie. - Negende Verslag van de Veroeniging Het Vondelmuseum | XV 59 |
Van den Vos Reinaerde. - De laatste werken van Alfons de Cock. - Gustave Cohen. - Lecoutere's Inleiding tot de Taalkunde en tot de geschiedenis van het Nederlandsch, 2e druk. - Pienaar's ‘Taal en Poësie van die Twede Afrikaanse Taalbeweging’. - ‘Nederlandse kunst’. - Nieuwe tekstuitgaven (Zonnebloemboekjes, Pantheon). - Koenen's ‘Handwoordenboek der Nederlandsche taal’. - Louis Couperus | XV 141 |
L'étude du meyen-néerlandais (Leo Goemans). - Iets over woordvorming (W. de Vries) | XV 219 |
Woordenboek der toponymie van Westelijk Vlaanderen. - Jaarboek der Kon. VI. Academie. - Eeuwfeest-uitgave van Jan van Boers. - Mnl. Marialegenden. - Vlaamsche Volksvertelsels. - Dante Alighieri. Omaggio dell' Olanda | XV 313 |
Handelingen van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde. - Zuid-Oostvlaandersch Idioticon. - Handelingen van het vierde Vlaamsch Philologencongres. - Handelingen van het tiende Nederlandsche Philologencongres. - Kempische dialecten. - Nederlandsche Lyriek III. - Luxeuitgave van Vondel's Lucifer | XVII 40 |
Zur Geschichte der Adjektivabstracta (M. Schönfold). - Tollens uit zijn brieven geschetst als dichter en als koopman | XVII 150 |
Rheinisches Wörterbueh. - Nederlandse spraakkunst voor Duitsers |
[bijlage, pagina 22]
Blz. | |
---|---|
Vondel's Adam in Ballingschap. - Apologie ofte verantwoordinghe van den Prince van Orangien. - Prosa-Gedichte von Lodewijk van Deijssel. - Verluchte getijdenboeken. - Letterkundige betrekkingen tussen Spanje en Nederland | XVII 512 |
Letterkundige Leesboeken van De Groot, Leopold en Rijkens (herzien door W. Pik en Dr. G. Kalff Jr.), van Dr. D.C. Tinbergen en Dr. C.G.N. de Vooys, van Mej. A. Gratama en van D. Wouters. - Nieuwe tekstuitgaven: Fragmenten van den Roman van Walewein door Dr. G.S. Overdiep. Bloemlezing uit Jan Luyken's gedichten door W. Kramer. - Stalpaert van der Wielen door Dr. H.H. Knippenberg. - Esmoreit door C.G. Kaakebeen en Dr. R. Verdeyen | XVIII 152 |
Akademiese redevoeringen. - Klassiek Letterkundig Pantheon. - Nieuwe uitgaven | XVIII 311 |
Verzamelde Opstellen (J.L. Walen, M.A.P.C. Poelhekke, P. Valkhoff, C.G.N. de Vooys). - Handelingen en Levensberichten van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde. - Inaugurele rede van Dr. J.H. Kern. - Hadewijch, une mystique flamande. - Uit een Tongersche dichtbundel der XVIe eeuw. - Kasper Putschenelle. - Flora diabolica | XIX 56 |
Feestbundels. - Klank- en Vormleer van het Zuid-Oostvlaandersch dialect. - Nieuw Groninger Woordenboek. - Meervoudsvorming met s. - Van Jacques Perk tot nu (rede van Albert Verwey). - Een taalkundige sonnettencyclus (B. Faddegon). - Aesthetische Verantwoordingen (J. Persyn). - Elfde Nederlandse Filologenkongres. - Prijsvraag over Ruusbroec | XIX 93 |
Nieuwe tekstuitgaven voor studie en schoolgebruik. - Van Dale's Groot Woordenboek der Nederlandsche Taal. - ‘Aesthetisch’ of ‘Puriteins’ (Inaugurele rede van Dr. J. Wille) | XIX 154 |
Vercoulliie's Etymologisch Woordenboek. - Het eerste Nederlandsche gedrukte kookboek. - Gedichten van Anna Roemers Visschor. - Te Winkel's Ontwikkelingsgang der Nederlandsche Letterkunde V. - Het Oneigene, door Dr. W. de Vries. - Pioniers. - Een jeugdwerk van Bilderdijk. - Litteraire Profielen I, door Joris Eeckthout (C.d.V.) | XIX 218 |
Mélanges publiés en Thonneur de M. Paul Boyer (N. van Wijk). - Verzamelde taalkundige opstellen, Tweede bundel van Dr. C.G.N. de Vooys | XIX 257 |
Middelnederlandsch Woordenboek. - Een inieuwe Vondel-uitgave. - ‘De Nederlandsche dialecten in den loop dor eeuwen.’ - Handelingen van het elfde Nederlandsche Philologen-Congres. - Phonetische beschrijving van de klanken der Schiermonnikoogsche taal. - Schriftelijke opgaven van de examens Middelbaar Onderwijs. - Leesboeken voor de lagere school | XIX 308 |
Studie van de fonetiek (C.B.v.H.). - Handelingen en Levensberichten van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde. - Twee Zweedse studieën, van belang voor het Middelnederlands. - Studieboeken voor de hoofdakte (C.d.V.) | XX 56 |
Noord- en Zuid-Nederlandsche dialectbibliotheek. Deel I: Handleiding bij het Noord- en Zuid-Nederlandsch dialectonderzoek door Dr. L. Grootaers en Dr. G.G. Kloeke (C.d.V.) | XX 218 |
Te Winkel's Ontwikkelingsgang der Nederlandsche Letterkunde. - Woordenboeken. - Dialect-atlas van Klein-Brabant. - Tekstuitgaven. - Middelnederlandse legenden en exempelen. - Bloemlezingen | XX 267 |
Sperber, Geschichte der deutschen Sprache. - Schirmer, Deutsche Wortkunde (M.S.). - Tekstuitgaven: Vondel's Joseph in Dothan; Karel ende Elegast; Jacobus Revius' Geestelijke poëzie. - Mededeelingen der Kon. Academie van Wetenschappen. - Terwey's Korte Nederlandsche Spraakkunst (C.d.V.) | XX 314 |
[bijlage, pagina 23]
BLADVULLINGEN.
Blz. | ||
---|---|---|
Vertalen van verzen | XI 24 | |
Over naamvallen | XI 101 | |
Examendwaasheden | XI 125 | |
Het ‘Brabantse’ de in Zuid-Holland | XI 144 | |
Vreemde woorden | XI 194 | |
Nieuwelingen in oudere taal | XI 230 | |
De heele Nederlandsche moedertaal omvat alle Nederlandsche taal groepen | XI 303 | |
Bladvulling | XII 107 | |
Nog enige ‘oorlogswoorden’ | XII 121 | |
Voornaamwoordelike aanduiding in het verleden | XII 171 | |
Het verstaan van oude dichtertaal | XII 237 | |
Naar aanleiding van De N. Tlg. | XII, 171 | XII 207 ' |
Doorslagen en doorweterd | XII 86 | |
Hoeflinker | XII 119 | |
Sp. Brab. vs. 1173 | XIII 139 | |
Schepselboek (Batavische Gebroeders, 825) | XIII 218 | |
Paardenbreedte | XIII 242 | |
Nederlands ‘slang’ van ± 1840 | XIII 286 | |
Muziek en taal | XIV 43 | |
Hooft's Geeraerdt van Velson vs. 376 | XIV 78 | |
Dichtertaal voor het oor bestemd | XIV 87 | |
Jan te Winkel over schrijftaal | XIV 98 | |
IJslands honckje | XIV 147 | |
Schrijftaal en spreektaal | XIV 172 | |
Brandbezorger | XIV 247 | |
Limburgs-Brabantse dialekt-geografie | XV 42 | |
Zeestraet, vs. 758 (en 798) | XV 122 | |
Schamper | XV 128 | |
Spaansche Brabander, vs. 639 | XV 137 | |
S. Coster's Teeuwis de Boer, vs. 6 vlgg | XV 202 | |
Een zeventiende-eeuwse ‘Letter-klank’ | XV 287 | |
Spaansche Brabander, vs. 791 | XVI 35 | |
Naar zijn hielen omzien | XVI 76 | |
Grammatika | XVI 83 | |
Woordverkorting | XVI 150 | |
Toel | XVI 177 | |
Studiegebied van de grammaticus | XVI 235 | |
Dialektonderzoek in Zuid-Nederland | XVI 246 | |
Adolf van Meetkercke | XVI 261 | |
De tekst van Bentekoe's Journael | XVI 291 | |
Jespersen over syntaktiese onderscheiding | XVII 16 | |
Staring's ‘Het bezoek van Fohi’ | XVII 125 | |
‘Neefjen speulen’ (Warenar, vs. 326) | XVII 186 | |
Hauptmann en Heyermans | XVII 195 | |
Daar loopt iets van St. Anna onder | XVII 320 | |
Het spel van Herodes in de Dom te Utrecht | XVIII 99 | |
Nog iets over Tante Betje | XVIII 171 | |
Heine en De Vliegende Hollander | XVIII 297 | |
Jan van Brederode als vertaler van Des Coninx Summe | XIX 81 |
[bijlage, pagina 24]
Blz. | |
---|---|
Staring's ‘Het genezend maal’ | XIX 98 |
Aanspreekvormen in het midden van de negentiende eeuw (Brief van Jacob van Lennep aan J.A. Alberdingk Thijm) | XIX 123 |
De aanspreekvormen in het midden van de negentiende eeuw | XIX 203 |
Een misplaatst archaïsme bij Potgieter | XIX 243 |
Van Lennep en de aanspreekvorm | XIX 307 |
Hoe twee vóórnamen ontstonden | XX 10 |
Geuzenliedboek II No. 179 | XX 41 |
Bedrijvende en lijdende vorm | XX 80 |
Grammatica | XX 254 |
Elckerlijc's Roeyken | XX 258 |
Deflexie | XX 289 |
Sinte-Lucie-nacht | XX 310 |