voor het nieuwe taalonderwijs in Indië door Dr. G.J. Nieuwenhuis, en de daarbij aansluitende methode Nieuw Taalonderwijs door Jonkmans en Nieuwenhuis.
Neophilologus XII, afl. 1. In de rubriek Boekbespreking beoordeelt H.J. Pos The philosophy of Grammar van O. Jespersen.
De Vrije Bladen III, afl. 6. C.J. Kelk bespreekt als een der Nederlandsche dichters de ‘drekpoëet’ Salomon van Rusting en stelt zijn platheid en parodie voor als de natuurlike reactie tegen de litteratuurtaal van de grote zeventiende-eeuwers, die tot een ‘ongeëvenaard hoogtepunt geklommen was.’
De Vlaamsche Gids. Sept. Een beknopt artikel van Dr. T.J. behandelt De aardrijkskundige namen in Vlaanderen.
Okt. Rcb. Roemans beoordeelt Een studie over Hugo Verriest door Filip De Pilleeyn: het tweede, gedeelte laat z.i. de indruk van overhaasting na, terwijl de uiteenzetting van Verriest's taalparticularisme uitvoeriger had kunnen zijn. Een bibliografie had ook niet mogen ontbreken.
Vlaamsche Arheid. Sept. Hendrik Elias vond in de nieuwe uitgave van het Geusenliedboek aanleiding om na te gaan Het nationaal gevoel in de Nederlandsche historische liederen der 16e eeuw. - Roel Houwink, die de Kroniek der Noord-Nederlandse letteren verzorgt, deelt ‘ter oriëntering’ een en ander mede over de tijdschriften en de kritiek. - Jozef Muls herdenkt gevoelig, als. ‘vooraanstaand medewerker’ Karel van den Oever ‘een groot schrijver, een moedig Vlaming, een hartstochtelijk geloovige.’
Okt. In deze afl. voltooit H. Elias zijn bovengenoemd artikel, waarin hij de liederen ‘ontleedt als uiting van hetgeen de lagere klassen dachten en voelden in hun opstand tegen Spanje’.
Leuvensche Bijdragen XVIII, afl. 1, Bijblad. Behalve boekoordelingen en aankondigingen bevat deze aflevering een wegwijzend artikel van J. van de Wijer over Ons Toponymisch Onderzoek, aangevend hoe ‘het inzamelen van het levend toponymisch materiaal’ kan plaats hebben.
Verslagen en Mededeelingen der Kon. Vlaamsche Academie. Junie. Een aangeboden verhandeling van Dr. Jan Gessler is getiteld Vondel en Gillis van Vinckenroy. Uit Vondel's Zegezang ter eere van de Hasseltse burgemeester Gillis van Vinckenroy heeft men wel opgemaakt dat Vondel te Hasselt geweest zou