De Nieuwe Taalgids. Jaargang 17
(1923)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdWoordgeographisch onderzoek, een voorbeeld ter navolging.In Neophilologus VII, 308-311Ga naar voetnoot2) vestigde ik de aandacht op het frissche en interessante boek van Kretschmer, Wortgeographie der hochdeutschen Umgangssprache, waarin een beeld van de buitengewone rijkdom der beschaafde omgangstaal wordt ontworpen, zooals dat nog nimmer vooraf is geschied. Weinigen zullen hebben geweten, dat dit algemeen beschaafd voor de verschillende streken van Duitschland nog zoo zeer uiteenliep. Ik meende echter in deze recensie toch ook eenige spijt te moeten uitdrukken over het feit, dat Kretschmer angstvallig alle dialectwoorden uit zijn boek verwijderd heeft gehouden. Weinig kon ik vermoeden, dat ongeveer terzelfder tijd, dat ik dien wensch uitdrukte, reeds plannen tot completeering van Kretschmer's boek in die richting waren gemaakt. Op de woordenboekconferentie in Jena in September 1921 (waar redacteuren van alle groote dialectwoordenboeken uit Duitschland, Zwitserland en Oostenrijk bijeen waren) is namelijk besloten, om een bijzondere vragenlijst samen te stellen ter aanvulling van Kretschmer's boek. Aan dit besluit is ruim twee maanden | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 34]
| |||||||||||||||||||||||||
geleden gevolg gageven. Men koos alleen zoodanige begrippen, die in alle deelen van het geheele Duitsche taalgebied bekend verondersteld mochten worden. Charakteristiek voor de zorg, waarmede men de woorden heeft uitgezocht, is b.v. het feit, dat men een woord als ‘emmer’ meende te moeten verwerpen, omdat het niet duidelijk genoeg kon worden omschreven! De overige begrippen (in het geheel 24) werden in zekeren zin bij meerderheid van stemmen gekozen, in zooverre nl. elk woord minstens van zes verschillende kanten moest worden gevraagd. Voor de omschrijving der begrippen waren wel is waar - wegens de groote uitgestrektheid van het taalgebied - een aantal synoniemen vereischt, maar met opzet koos men daartoe geen dialectwoorden, om den invuller der lijst niet te beïnvloeden. Ik geef hier (behalve de teekeningen) de lijst in zijn geheel weer:
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 35]
| |||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 36]
| |||||||||||||||||||||||||
Ik stel mij voor, dat we uit de woordkaarten, die op grond van het binnengekomen materiaal over een Middeneuropeesch gebied van kolossale uitgestrektheid zullen worden vervaardigd, heel wat nieuws zullen leeren. M.i. moeten wij Hollanders ook eens een experiment in deze richting nemen. Nog beter, we dienen deze gunstige gelegenheid aan te grijpen: de vragen zijn m.i. grootendeels ook voor ons land geschikt, bovendien hebben we het groote voordeel, dat we nú kunnen vergelijken met het gebied aan gene zijde van de grens. Het is b.v. interessant, te weten in hoeverre onze woordenschat die van het aangrenzende Nederduitsche gebied heeft beïnvloed en omgekeerd. Daar ik geen fondsen heb, om de vragenlijst extra te laten drukken en te verzenden richt ik tot alle lezers van dit tijdschrift de vraag, om, òf zelf de lijst in eigen dialect in te vullen, òf haar aan goede dialectsprekers voor te leggen. Antwoorden (met duidelijke vermelding van de plaats, waar de woorden worden gebruikt en verder van naam, adres, leeftijd, beroep en geboorteplaats van den dialectspreker) worden gaarne ingewacht vóór 15 Februari bij Dr. G.G. Kloeke, lector in de Nederlandsche Taal te Bonn, Coblenzerstrasse 121.
Bonn, October 1922. K. |
|