S. Coster: Teeuwis de Boer, vs. 6 vlgg.
Teeuwis geeft een beschrijving van zijn vrouw Anna:
se is soo blanck as een mol,
Se het een paer oogen in haer kop soo bruyn as een schellevis,
Met een nues, en de meer mient noch, datset self is.
De laatste regel is nergens verklaard en toch bevat ze iets duisters. Met een nues wil natuurlijk zeggen, met een nues van watbenjeme, waarbij Teeuwis een handgebaar maakt, dat zijn bedoeling verduidelijkt. - De laatste woorden de meer mient noch, datset self is doen vermoeden. dat Anna denkt, dat ze nog mooi is - welk vermoeden bevestigd wordt door een plaats uit het Antw. Idiot. 377: Denken (of meenen) dat men het is, zich veel laten voorstaan. Dieën beslagmaker denkt dat hij 'et is. Ge meent da' ge 't zijt, omdat oe' vader börgemeester is.
F.A. Stoett.