schr. dan de Historisch-Taalkundige Betrekkingen, Amadis, Schelmenromans, L. van den Bos' vertaling van Don Quijote, Novellistische Letterkunde, Herderroman (De Spaansche Diana), Didactisch-moraliseerende werken, Theologische werken en geschriften, Reisbeschrijvingen, Technische werken. Om de lezer in staat te stellen de vertaling of bewerking enigszins te beoordelen, zijn telkens tekstproeven vaak, Spaans en Nederlands naast elkaar, afgedrukt.
In het zeventiende Jaarboek Amstelodamum (1919) publiceert Corn. J. Gimpel een studie over Jan van Gijsen, de Amsterdamsche volkspoëet. Daaruit leren we deze beroepsrijmer kennen als een eigenaardig type uit de onderste lagen van de letterkundige samenleving. Aan het belang van deze rijmelarijen voor de kennis van de volkstaal, is in dit opstel geen aandacht geschonken.
Bij de firma J.B. Wolters verscheen het eerste deel van een Letterkundig Leesboek door J.H. van den Bosch en C.G.N. de Vooys. Aan de Voorrede ontlenen wij het volgende:
Niet een ‘Bloemlezing’ bedoelden de bewerkers van dit boek (al geeft het ook veel ‘bloemen’) maar een verzameling Litteratuur, dienstig èn ter illustratie van de Geschiedenis der Letterkunde, èn om aan te brengen letterkundig begrip. In de eerste plaats zijn wij bedacht geweest, den leerling die in voorgaand onderwijs (Kl. I-III) gemeenzaam is geworden met het denkbeeld, dat de bladzijden van zijn leesboek geenszins de Taal te aanschouwen geven, er van te doordringen dat dit geldt van al wat Boek is; want de Eerste waarheid dat Taal psyche is in klanksymbolen, waartoe we eindelijk weer gekomen zijn, is natuurlijk voor 't begrijpen van Litteratuur van groote beteekenis. Hiermee is toegelicht, waarom wij het hoofdstuk Het Nederlandsch van de Middeleeuwen als Inleiding tot het gansche boek betitelden. Dan waren wij van meening, dat veel meer en anders dan bij òns althans geschiedt, de Taalgeschiedenis, en de Taal- en Stijlbegrippen der verschillende Tijden in de Historia Litteraria ter sprake moeten komen, - ook bij het Onderwijs, zoowel van het Verleden als van het Heden. Vandaar hoofdstukken als 't Nederlandsch van den Renaissance-tijd. 't Opgemerkte geldt ook van de Geschiedenis van het Ritme en der litteraire genre's. Van dit alles gaven wij slechts een proeve. 't Zou ons verheugen zoo wij eenmaal in de gelegenheid kwamen onze opvatting breeder uit te werken. Wat de praktijk betreft gelooven wij dat in het Onderwijs