De Nieuwe Taalgids. Jaargang 13
(1919)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdAankondigingen en mededelingen.In een keurig deeltje, gedrukt op mooi papier, met een vijftiendeeeuws Goties lettertype, deed Mej. Dr, C. Catharina van de Graft een goede keuze uit de Middelnederlandse Marialegenden (Amsterdam - S.L. van Looy - 1918). De Inleiding (6 blz.) en de Aantekeningen (afzonderlik achterin geplaatst) zijn tot het nodigste beperkt; in de teksten is zo min mogelik van de Middeleeuwse overlevering afgeweken. Zonder een facsimile-druk te zijn, maakt deze luxe-uitgave dus uiterlik de indruk van een vijftiende-eeuws volksboek.
In de reeks Paedagogische Vlugschriften verscheen een paedagogisch-critische beschouwing van Ida Heyermans over Onze jongeren en de moderne literatuurGa naar voetnoot1). De schrijfster ontwikkelt ernstige bezwaren tegen de stukken uit onze moderne litteratuur, die in onze schoolbloemlezingen aan jongens en meisjes in de puberteitsjaren voorgelegd worden. De voorbeelden ontleent ze aan de Nederlandsche letterkunde van Leopold en Pik, De bloeiende bongerd van Rengers Hora Siccama en Poort en Een nieuwe bundel van De Raaf en Griss. Bij de keuze van prozastukken worden ‘voor de literaire vorming onzer jongens en meisjes de meest primitieve paedagogische overwegingen aan den kant gezet’; onder de verzen is veel ‘dat slechts begripsverwarring aldus voor onze jongeren heeft kunnen kiezen en goedkeuren’. Wij moeten ons wachten voor al wat ‘in de moderne literatuur onze jongeren trekt in het moeras van somberheid, zelfverheffing, egoïsme en teugellooze hartstochten’. |
|