De heele Nederlandsche moedertaal omvat alle Nederlandsche taalgroepen.
Als de school wil voorbereiden tot het leven, en de lessen in de moedertaal ten doel hebben: aan onze leerlingen het middel in handen te geven om op de zielen hunner oudere en jongere medeburgers in te werken, naar de mate van hun eigen zielegrootheid; dan moet de school niet uitsluitend, gelijk tot nu toe bijna overal, de deftige ouderwetsche schrijftaal doceeren, waarmee slechts één kwart van onze nationaal zielestuwingen onder woorden kan worden gebracht; dan moet het doel van het moedertaal-onderwijs wezen: aan onze leerlingen het Algemeen Nederlandsch keurig en kernig te leeren spreken en schrijven.
Maar aangezien de Algemeen-Nederlandsche taalboom - wil hij niet evenals de deftige schrijftaal versteenen en verstarren: tot een merkwaardig goed geconserveerd fossiel, waar echter alleen de bladnaden en fijne groeischakeeringen van vroegere eeuwen in staan - een levende taal moet wezen, levend van het contemporaine zieleleven van alle Nederlanders, zal hij ook in onze dagen weer worden gevoed door de levenssappen, die uit de wortels van alle stands- en vak- en spreektalen, opstijgen in door de natuur vanzelf daartoe aangelegde kanalen: de menschelijke sprekers zelf.
Jac. van Ginneken: Als ons moedertaalonderwijs nog ooit gezond wil worden (blz. 51).