zien, welk een gewichtige invloed bij de verspreiding van taalwijziging of verandering van beteekenis wordt uitgeoefend door de kultuurcentra als Parijs en Bordeaux, door natuurlijke taalgrenzen als de Rhône, door historische vluchteilanden als het hertogdom Bourgondië. Afgezien van het waardevolle der noteering zelf biedt de taalgeografische methode het voordeel op overzichtelijke wijze aan te toonen het verband der taalkundige feiten onderling en hun verhouding tot territoriale gesteldheid of geschiedkundige ontwikkeling; zij vergunt ons door te dringen tot het maatschappelijk substraat der verschijnselen en bewijst aldus onwaardeerbare diensten aan de sociale taalkunde.
De verschijnselen, die wij wenschen na te gaan en kartografisch toe te lichten, liggen deels op het gebied der klankleer; de nauwkeurige fonetische bepaling en de historische ontwikkeling van klanken, palataliseering, nasaleering, vokaalrekking of -vermindering, sandhiverschijnselen enz. Inzonderheid zullen wij onze aandacht vestigen op het syllabische, zoo mogelijk ook op het woord- en zinsaccent; - deels liggen zij op het gebied der vormleer: geslachten, meervoudsvormen, praeterita; - deels zijn zij van sociologischen, historischen, syntaktischen en lexikologischen aard: familiale taalkringen, constructies, woorden, plaats- en eigennamen, volksuitdrukkingen en spreekwoorden. Ook wordt gevraagd naar de eigenaardigheden van een boerenhuis.
Men ziet het: ons program is zeer omvangrijk. Maar wij rekenen vast op den steun van allen, die iets voelen voor hun bont gedifferentiëerde volkstaal. Wij dienen de handen ineen te slaan en ons te spiegelen aan den ijver, waarmee onze oostelijke naburen juist nu de uitvoerige vraaglijsten invullen, die bouwstoffen moeten aanbrengen voor het groote Rheinische Wörterbuch, ook voor ons doel zoo uitermate nuttig; want wij mogen de aangrenzende Duitsche en Belgische dialekten geenszins uit het oog verliezen. Slagen wij naar wensch, dan zal al aanstonds een direkte vrucht van onzen gemeenschappelijken arbeid zijn een nauwkeuriger karakteristiek, verdeeling en begrenzing onzer dialekten, een juister bepaling hunner onderlinge verwantschap en van hun betrekking tot de verwante Nederlandsche, Belgische en Duitsche idiomen. Naderhand kan de gegaarde woordenschat worden uitgebreid en uitgewerkt tot een Limburgsch Idioticon.
Men veroorlove ons te eindigen met de woorden van Gaston Paris, die Gilliéron tot motto nam:
Cette moisson est à peine commencée sur notre sol et déjà pour plus d'un coin on a laissé passer la saison favorable; les épis sont arrachés, ou au moins bien éclaircis. Que tous les travailleurs de