zoekt aan te leggen.’ - Albert Verwey behandelt uitvoerig de bundel Verzen van A. Roland Holst, als tweede van de reeks ‘Hedendaagsche Dichters’. Hij karakteriseert dit nieuwe talent als ‘de dichter van de ruimte.’
De Nieuwe Gids. Nov. Een artikel van H. van Leeuwen, De Post van den Helicon, geeft van Kinker's werk een beknopt overzicht, dat weinig nieuws brengt. - In de Literaire Kroniek prijst Kloos Uit het Leven van Frank Rozelaar, door L. van Deyssel: ‘Dit boek verhoudt zich tot Van Deyssel's vroegere als de man tot den jongeling, als de bereikte zekerheid tot den prachtigen eersten opzwaai doet.’ - A. Aletrino geeft een reeks Boekbeoordelingen: hij oordeelt zeer ongunstig over Het rollende leven van G. Vermeersch, Getijden van Anna van Gogh-Kaulbach, Engagementen van Albertine de Haas, vrij ongunstig over Schemeringen na den dood van Felix Timmermans, en iets gunstiger over Kleine Prozastukken van Rudolf Atele.
Des. Kloos schrijft een Literaire Kronick over het laatste werk van Adriaan van Oordt.
Groot-Nederland. Nov. Van Nouhuys beoordeelt Van Looy's Wonderlijke avonturen van Zebedeus. In dit boek vond bij ‘een amalgama van schrijvers-qualiteiten en -gebreken.’ Zijn hoofdbezwaar is: ‘Zebedeus is geen realiteit. Wij gelooven niet in hem als een buiten de schrijver vrijuit-levende persoonlijkheid’. Dit is een spel vol zinnebeeldigheden, die voor de lezer soms zinledig worden. Daarnaast wijst hij op uitmuntende hoedanigheden en passages, en op de verschillende litteraire invloeden die hij in dit werk vond.
Des. In de rubriek Dramatische Kunst oordeelt Frans Coenen ongunstig over het onlangs opgevoerde Judas Ish Kariot van Jan Walch; de auteur schiet z.i. te kort in de taal, en bleek de beelding der figuren niet aan te kunnen.
De Tijdspiegel. Nov. A.T.A. Heyting trekt in een artikel Shelley en Vondel een parallel tussen deze beide dichters. Door zulke vergelijkingen, meent hij, kan Vondel's waarde nauwkeuriger bepaald en de belangstelling voor zijn werk opgewekt worden.
Des. J. Greshoff schrijft een artikel Over Stijn Streuvels' laatste werken, waarin hij o.a. de aard van het realisme bij deze schrijver verduidelikt door een vergelijking met de schilderkunst van Courbet. - Onder de boekbeoordelingen bespreekt J. Speelman Woordkunst van Poelhekke.