Vondel's Jephta.
.... Dat Vondel juist in dit werk zich tot taak stelde te voldoen aan alle eischen die den dichter van zijn tijd van buiten af konden gesteld worden, dit heeft voor mij nog een andere beteekenis dan eerbied voor schoolregels of volgzaamheid of zelfs dan de eerzucht van een zeventiende-eeuwsch kunstenaar............
Maar als een dichter zich zooveel grenzen stelt, gelooft ge dan niet dat zijn gemoed hem daartoe gedrongen heeft?
Het maakt volstrekt niets uit aan welke grenzen hij de voorkeur geeft. Dat is juist zijn kunst, dat hij binnen grenzen groot kan zijn. Jammer daarom niet over Aristoteles, als had die Vondel kwaad gedaan. Wie grenzen aanneemt behoeft ze en begrijpt er de verdienste van. Vondel behoefde grenzen: hij, die in zijn leven er nu toe geraakt was zich te voegen naar alle wanden - en toch bleef hij Vondel -, hij moest wel verlangen te toonen - hij, maat-kunstenaar van den aanvang, - hoe men binnen de engste begrenzing de vrijheid van zijn ziel behield.
Albert Verwey, in De Beweging, Mei 1911.