De alexandrijn en de vijfvoet.
Vondel gebruikt den alexandrijn, terwijl Van Manders vertaling (van Vergilius) den vijfvoet, het ‘vers commun’ heeft. Van beide, van alexandrijn en vijfvoet, is de metrische eenheid de jambe, en toch welk een onderscheid! De vijfvoet, los en vlug, altijd in beweging, met nauwelijks voelbare caesuur, statig zonder stijfheid en gevoelig voor de fijnste schakeeringen van ontroering, die den polsslag van het rythme sterker doen kloppen; de alexandrijn, voller van geluid, gedragener van gang, minder luchtig-beweeglijk dan de vijfvoet, evenwichtig in zichzelf op de rust van de caesuur, die het vers in twee helften deelt, en daardoor meer een geheel op zich zelf, - maar daardoor tevens gebondener, minder direct van uitdrukking dan de vijfvoet. Als, om in Vondels taal te spreken, de alexandrijn op hooger brozen gaat, zijn stap is er zwaarder door geworden. Er is meer stijl in den alexandrijn en meer gevoeligheid in den vijfvoet.
(R. Jacobsen, Carel van Mander, blz. 95).