tegenstelling tussen Bakhuizen met zijn Leidse wetenschappelike vrienden, en de dichter Potgieter. - J. Koopmans zet zijn studieën over de romantiek in Nederland voort in zijn opstel Aernout Drost, waartoe Verwey's uitgave van ‘De Pestilencie te Katwijk’ aanleiding gaf. M. Uyldert beoordeelt onder het opschrift Nieuw-Nederlands Proza Van Oordt's roman Warhold; Gutteling beoordeelt het leerdicht Lof der Wijsheid door Th. van Amerde.
Maart. Albert Verwey opent de aflevering met een beschouwing: Vijf en twintig Jaar, een terugblik op de ontwikkeling van de nieuwere poëzie, een strijdbare verdediging van de dichterlike beweging die zich bij Potgieter aansloot, die nu als vaderlands geestesbezit aanvaard is, en waarvan de toekomstwaarde alleen door kortzichtigen ontkend wordt. Maurits Uyldert beoordeelt onder het opschrift Nieuw Nederlands Proza Nico van Suchtelen's roman Quia Absurdum.
April. Aan De Nederlandsche Renaissance-Dichter Jan van Hout wijdt J. Prinsen J. Lz. een breed opgezette studie, die een aanwinst voor de geschiedenis van onze letterkunde belooft te worden. Tot nu toe was voor de meesten Jan van Hout niet meer dan een naam. Deze aflevering geeft nog maar een inleiding. R.A. Kollewijn bestrijdt in uitvoerig artikel, De Vereenvoudigde Verdedigd, Hasselbach's Gids-artikel.
Groot Nederland. April. Van Nouhuys kritiseert twee Nederlandse vertalingen van Boccaccio's Decamerone: één, onder toezicht van Dr. Burgersdijk, is ‘lang niet onberispelik’; die van Rensburg zeer slecht, zoals met bewijzen wordt gestaafd. R.A. Kollewijn bespreekt beknopt Kalff's Geschiedenis der Nederlandsche Letterkunde, deel II.
De Nieuwe Gids. Febr.. In de Literaire kroniek polemiseert Kloos tegen de onartistieke litteratuur-beschouwing van Jonckbloet, om dan over te gaan tot een bespreking van Vermeylen's Verzamelde Opstellen II, die tengevolge van de polemiese stemming, weinig zakelik uitgevallen is.
Maart. Jan van Nijlen neemt in zijn artikel Waarom Gezelle dertig jaar gezwegen heeft zijn vroegere voorbarige bewering terug (Zie Jan.-afl.); het overige bevat, na wat Hugo Verriest schreef, weinig nieuws. De schrijver dringt aan op een onpartijdige levensbeschrijving. In de Literaire Kroniek bespreekt Kloos Emant's Loki en prijst Gorter's Een klein Heldendicht tegenover de diepgaande afbrekende kritiek van Stellwagen in het weekblad De Kroniek.