Taal en Tongval. Jaargang 49
(1997)– [tijdschrift] Taal en Tongval– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 115]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Nummer 2]Michiel de VaanGa naar voetnoot*
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Inleiding1Het woord voor ‘suiker’ gaat via het Arabisch en het Perzisch terug op Sanskrit śarkarā ‘grind, korrel; suikerkorrel’. Standaard Nederlands suiker [sœykər] gaat terug op Middelnederlands suker met [y:], dat een ontlening is | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 116]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van Frans sucre, hetgeen weer teruggaat op Italiaans zucchero. In het middeleeuws Latijn vinden we vormen als zucarum, zucara, zucaris, sucaris, sucor. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1·1Het Hoogduitse woord voor ‘suiker’ is Zucker [tsukər] en gaat terug op Middelhoogduits zucker, waartegenover Middelnederduits sucker staat dat als sukker in het Deens en socker in het Zweeds is ontleend. In oudere literatuur wordt gewag gemaakt van een Oudhoogduitse vorm zucura, die de basis voor de latere vormen zou zijn (bijv. Franck-van Wijk 1912 s.v. suiker). De vorm zucura is waarschijnlijk in de literatuur terecht gekomen doordat Graff (1834-46: V.632) hem onder het lemma Zucker vermeldt, maar het betreft hier een fantoom. Reeds Schade (1872-1882: II.1299) heeft dit gezien en vermeldt slechts Middelhoogduits zucker, dial. zocker, naast Mlat. zucara, zucura en zucharum. De vorm zucura komt voor in de vocabularius optimus (ed. E. Bremer 1990: 49.061) van halverwege de 14e eeuw, en is een Latijns woord dat geglost wordt met Mhd. zukur, zucher.Ga naar voetnoot2 Dit geeft een indicatie van het vroegste voorkomen van het woord voor suiker in Duitse handschriften, een indicatie die ondersteund wordt door de behandeling van Zucker in Lexer's mittelhochdeutsches Handwörterbuch, waaruit blijkt dat het woord zucker in de dertiende eeuw voor het eerst geattesteerd is. Het voorkomen van zucker in Wolfram von Eschenbach's Willehalm, uit 1210-1220, geeft aan dat suiker op dat moment reeds een redelijke bekendheid moet hebben genoten. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1·2Zowel de Scandinavische vorm sukker als het achterwege blijven van klinkerverlenging in het Nieuwhoogduits en Nieuwnederduits wijzen erop dat de vokaal in Mnd. sucker in een gesloten lettergreep stond, op grond waarvan we laatstgenoemde vorm als /sukker/ kunnen interpreteren. De vorm /sukker/ kan als een ontlening uit het Italiaanse zucchero worden beschouwd, waarin de sequentie -cch- voor /-kk-/ staat. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Limburgs ‘suiker’2In de nu volgende bespreking zal betoogd worden, dat ook het merendeel van de Limburgse woorden voor ‘suiker’ klankwettig een MiddellimburgseGa naar voetnoot3 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 117]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vorm *sukker voortzet. De verspreiding van de verschillende realisaties zal hierbij verklaard moeten worden. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2·1In het Woordenboek der Limburgse Dialecten (WLD), deel I/5, onder redactie van J. Kruijsen, J. Goossens en H. Brok, wordt op p. 56-58 het woord ‘suikerbiet’ behandeld. De samenstellers bespreken in de inleiding tot dit lemma kort de varianten van het eerste lid ‘suiker-’. Naar vokalisme zijn volgens hen ‘drie groepen te onderscheiden, die wijzen op verschillende ontleningslagen, corresponderend aan de Nederlandse [øî] van suiker, aan de Duitse [u] van Zucker en aan de Franse [y] van sucre.’ Deze driedeling is met behulp van symbolen op een klankkaart aangebracht, wld i/5: 57. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2·2De verspreiding van ‘Nederlandse’ varianten is zoals verwacht. De rechthoekjes op de wld-kaart komen voor vanaf Wellerlooi naar het noorden, in Meijel en in het noordwesten van Belgisch Limburg, dus in de
Kaart 1: ‘Suiker’ in ‘suikerbiet’, naar het wld 1994: 56-58.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 118]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
periferie waar de meeste nederlandstalige invloed is te verwachten. De sporadische attestatie van rechthoekjes elders (Helden, Molenbeersel, Posterholt, Melick, Tegelen etcetera) zou als toevallig, dat wil zeggen informantafhankelijk, kunnen worden afgedaan. De verspreiding van driehoekjes die aan Franse vokalisme zouden corresponderen, is a priori minder geloofwaardig. Het betreft veertien plaatsen, waarvan er slechts drie in de buurt van de taalgrens liggen (voor zover op het kleine kaartje uit te maken betreft het Gronsveld, Wolder en Kerkom) en de overige voornamelijk in Nederlands Limburg verder noordwaarts, rond Sittard met als uitschieter Sint Odiliënberg. ‘Duitse’ varianten blijken geheel Limburg te bedekken, slechts in Noord-Limburg vanaf Wellerlooi naar het noorden ontbreken ze. De gedachte ligt voor de hand dat het oorspronkelijke vokalisme van het woord voor ‘suiker’ in Limburg correspondeert aan de Duitse [u]. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3Als we nu de vokaalvariantenGa naar voetnoot4 van het eerste lid in ‘suikerbiet’, zoals we ze in het wld (1994: 56-58) vinden, gaan intekenen op een kaart met de kodenummers van de Limburgse plaatsen (zie kaart nr. 1), wordt een aantal dingen duidelijk. Hoewel er in totaal twaalf verschillende realisaties van de vokaal bestaan, zijn slechts een paar vokalen prominent op de kaart aanwezig, namelijk de u, de ɔ en al in veel mindere mate de o. Maar eerst wenden we ons tot de minder frequente vokalen. In § 3·1 zullen de plaatsen besproken worden waarvan de vokaalvarianten volgens het wld aan het Nederlands beantwoorden, in § 3·2 de plaatsen waar ze met het Frans overeen zouden komen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3·1Het stuk Noord-Limburg vanaf Wellerlooi noordwaarts blijkt de klank [y(:)] te bezitten in het woord voor suiker. Aangezien dit een aaneengesloten gebied is en grenst aan een Brabants-Gelders gebied met dezelfde vokaal, kunnen we hier inderdaad Middelnederlands [y:] als oorspronkelijk aannemen. De klank [y] komt verder geïsoleerd voor in Helden (naast [o]) en Meijel. Tegelen heeft een [œ] die op moderne ontlening uit het Nederlands lijkt te wijzen, maar Posterholt en Melick hebben de klank [ɔ:], waarvoor Nederlandse oorsprong mij onwaarschijnlijk lijkt. Slechts Genk heeft de- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 119]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zelfde vokaal in dit woord, maar alle drie de plaatsen attesteren ook [ɔ], en de eerstgenoemde vokaal moet wel haast op secundaire verlenging van de laatste berusten.Ga naar voetnoot5 In het noordwesten van Belgisch Limburg hebben de plaatsen Bocholt en Achel een [y], Kaulille een [œi̭], Linde een [œ], Beringen, Koersel, Heusden, Zelem, Halen en Sint-Lambrechts-Herk een [œ:], Lommel, Overpelt, Peer en Beverlo een [ʌ], Paal en Waasmont een [a:i̭]. In de meeste genoemde plaatsen komt de vokaal overeen met die in andere woorden met oude [y:]Ga naar voetnoot6, en kunnen we dus aannemen dat ook hier het woord ‘suiker’ op een Middelnederlandse voorvorm /sy:ker/ teruggaat, die hier zijn meest oostelijke uitlopers heeft. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3·2De vormen die volgens de samenstellers van het klankkaartje met het Frans corresponderen, zijn waarschijnlijk de vormen met een [ʌ], met als klaarblijkelijke uitzondering de Belgisch Limburgse vormen uit Lommel, Overpelt, Peer en Beverlo, die ook [ʌ] hebben maar aan de Nederlandse zouden beantwoorden. De overige vormen met [ʌ] zijn geattesteerd in Sint Odilienberg, Susteren, Nieuwstad, Holtum, Dilsen, Obbicht, Einighausen, Sittard, Mechelen a/d Maas, Beek, Hulsberg, Maastricht, Gronsveld, Grote-Spouwen, Eigenbilzen en Sint-Truiden. Het is de vraag waarom deze vormen met de Franse [y] verband zouden houden. De geografische verspreiding duidt daar allerminst op.Ga naar voetnoot7 De vormen met [ʌ] lijken me beter te verkla- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 120]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ren als jonge ontleningen uit het Nederlands waarin klanksubstitutie heeft plaats gehad. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4Nu kunnen we de varianten van de vokaal in ‘suiker-’ in grotere lijnen gaan bekijken, waarbij direct een paar duidelijke indelingen te maken zijn. In Nederlands-Limburg ten zuiden van Sittard en in Belgisch-Limburg ten zuiden van Hasselt overheerst de vorm [sukər]. Verder richting noorden zijn er nog 10 verspreide attestaties van [u], maar van Sittard tot Horst overheerst in Nederlands-Limburg de klank [ɔ].Ga naar voetnoot8 In Belgisch-Limburg is dit niet het geval, hoewel langs de Nederlandse grens van Neerpelt tot Kinrooi acht plaatsen met [ɔ] liggen.Ga naar voetnoot9 Tussen Horst en Geisteren in het noorden van Nederlands-Limburg ligt vervolgens een klein gebied waarin weer uitsluitend [u] voorkomt, en vanaf Wellerlooi heerst zoals gezegd [y:]. Het gebied waarin de klank [ɔ] voorkomt is niet homogeen. Op veel plaatsen zijn twee klanken geattesteerd, naast de [ɔ] vooral de [o], de [u] en de [ʌ]. Vooral de verspreiding van de [o] is opmerkelijk. Van Melderslo en Grubbenvorst in het noorden tot Maastricht in het zuiden is op 53 plaatsen een [o] geattesteerd, maar slechts in het noordelijk deel van het Kempisch Plateau beheerst deze klank het kaartbeeld. Elders is de [o] in de minderheid tegenover vooral de [ɔ], maar de verspreiding is wel constant door het hele gebied heen.Ga naar voetnoot10 Het feit dat de [o] vooral aangetroffen wordt in gebieden waar de [ɔ] overheerst (vaak beide klanken in dezelfde plaats, bijv. Panningen, Beegden, Herten, Neeritter, Thom, Stevensweert, Bree, Ulestraten) geeft aanleiding tot het vermoeden dat we te maken hebben met twee fonetische varianten van hetzelfde foneem. Weliswaar worden op veel plaatsen de reflexen van Wgm. *u en *o in gesloten syllabe gescheiden gehouden (voornamelijk in het noordoostelijk Limburgs, cf. Goossens 1980: 202f.), maar de fonetische realisatie van deze scheiding verschilt per plaats. In zuidelijke en westelijke dialecten (Goossens l.c.) zijn de reflexen wel samengevallen en lijkt er een herdistributie te hebben plaatsgevonden naar fonetische kontext, zoals bijv. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 121]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Grootaers (1908-09: 154) aangeeft voor het Tongers, waar [u] voor labialen staat en [o] elders.Ga naar voetnoot11 De klanken [y], [y:], [œ], [œi̭], [œ:], [ʌ], [ɔ:] (in § 3) en [ɔṷ] (in voetnoten 7 en 9) zijn reeds behandeld. Daarmee resteert de verklaring voor de [u], [o] en [ɔ]. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Westgermaans *u in gesloten syllabe5We gaan uit van Middellimburgs *sukker, dat rechtstreeks aansluit bij de Middelduitse klankwaarde zoals boven vastgesteld. Het woord moet in de 13e of 14e eeuw in het Limburgs zijn binnengedrongen, aangezien tot ca. 1400 Limburg onder politieke en culturele invloed van het oosten stond, in de eerste plaats Keulen, terwijl het na die tijd op het westen georiënteerd raakte. Wanneer we de verschillende Limburgse dialectstudies en woordenboeken vergelijken, zien we dat Wgm. *u in gesloten syllabe zonder umlautsfactor zich in de meeste dialecten ontwikkelt tot [ɔ] of ook [o]. We vinden echter in geheel zuidelijk Limburg en in een klein stuk Noord-Limburg de klank u in [sukər]. Om de vokaal van ‘suiker’ te kunnen verklaren, zullen we nauwkeuriger moeten onderzoeken op welke plaatsen de *u zich in gesloten syllabe tot [ɔ/o] ontwikkeld heeft en wanneer. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5·1De middeleeuwse bronnen wijzen in dit opzicht wel in een bepaalde richting, maar geven geen komplete opheldering. In Limburg worden relevante woorden hier en daar met u gespeld (Van Loey 1980: 26f., zie ook Berteloot 1984 kaarten 64-72) hetgeen op behouden [u] kan wijzen (Van Loey 1980: 128). Dit geldt vooral in het oostelijk deel van Limburg, zoals blijkt uit Moors' observatie (1952: 419) dat u voor o in Belgisch-Limburg vaker voorkomt naarmate men dichter bij de Maas komt. De wisselingen tussen u en o zoals gedokumenteerd in Moors (1952: 391) kunnen dit echter relativeren. Het blijft immers denkbaar dat de variabele schrijfwijze <u,o> een poging is om een korte geronde achtervokaal weer te geven die hoger is dan de /ɔ/ in bijv. <dochter> (i.e. Wgm. *o) maar lager en korter dan de /u:/ in bijv. <hůs/hues/huus>. Voor een dergelijke vokaal, waarschijnlijk [o] of [v], zou immers geen aparte letter beschikbaar zijn geweest. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 122]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
We komen op deze manier dus niet achter de verschillende realisaties van Wgm. *u in gesloten syllabe in het Limburgs en we zullen ons moeten richten op de huidige dialecten. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De RND-enquêtes getoetst5·2De meest complete materiaalverzameling voor de bestudering van de Nederlandse dialecten is de rnd. Deze enquête is echter niet voor de bestudering van alle taalkundige vraagstukken geschikt, hetgeen Goossens 1965 uitvoerig behandelt. De bestudering van de Limburgse accenten kan bijvoorbeeld niet aan de hand van de rnd gebeuren. Prof. Goossens was zo vriendelijk mij hierop per brief te wijzen, en mij bovendien vier kaartjes ter beschikking te stellen, waarin hij het door hemzelf in de jaren vijftig in Belgisch-Limburg mondeling ingezameld materiaal verwerkt heeft. Voor Belgisch-Limburg kunnen deze klankkaarten de kaartjes vervangen, die ik zelf reeds op basis van de gegevens van de rnd voor geheel Limburg had getekend, en ik ben Prof. Goossens hiervoor dan ook zeer erkentelijk. Voor Nederlands-Limburg ben ik echter vooralsnog gedwongen het wld en de rnd te gebruiken. Aangezien de tegenstelling tussen open en gesloten korte o in veel dialecten fonologisch relevant is, maar voor niet-native speakers vaak moeilijk vast te stellen, lijkt het raadzaam te onderzoeken of de enquêteurs van de rnd in Nederlands-Limburg in dit geval betrouwbaar zijn. De methode die ik hierbij zal volgen is dezelfde die Goossens 1965 gebruikt om te onderzoeken of met behulp van de RND het foneemsysteem van een in de enquête opgenomen plaats gereconstrueerd kan worden. Deze methode komt er in het kort op neer, van een bepaalde plaats een grammatica van het dialect te nemen, hieruit het fonologisch systeem van het dialect af te lezen of te reconstrueren, en hieraan vervolgens de fonetische transcriptie van dat dialect te toetsen zoals die in de rnd gevonden wordt. Het resultaat kan in tabelvorm gepresenteerd worden. Mijn onderzoek heeft zich tot de geronde achtervokalen beperkt, zowel de lange als de korte, als ook die met ə-naslag (maar dus niet de diftong [oṷ] ongeacht hun tonale kwaliteit. Dit laatste omdat de rnd hiervoor ongeschikt is; bovendien zou de overzichtelijkheid eronder lijden. Uit Goossens' studie bleek, dat de betrouwbaarheid van een rnd-enquête sterk afhangt van de afzonderlijke enquêteur en diens eigen herkomst. In Nederlands-Limburg werden de enquêtes afgenomen door Passage (Noord-Limburg; van hem heb ik de enquête in Venlo onderzocht), Blancquaert (een tiental plaatsen in Midden-Limburg; Roermond), Claessens (Midden-Limburg; Kinrooi, Nederweert) en Goffin (Zuid-Limburg; Sittard, Gronsveld). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 123]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ook voor de Voerstreek en de Oostkantons heb ik van Prof. Goossens geen nieuwe informatie gekregen, en hier werden de beschrijvingen in de rnd door Stevens verzorgd. Het onderzoekje levert de volgende zes tabellen op, waarbij natuurlijk geldt dat de keuze van de plaatsen afhangt van de beschikbare monografieën. In enkele gevallen heb ik mij met woordenboeken en de daaraan voorafgaande inleidingen moeten behelpen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5·2·1 Venlo L 271Fonologisch systeem naar: Alsters e.a. 1993 Beschrijving in rnd door: J. Passage
In de linkerkolom staan de verschillende fonetische realisaties die we in de rnd voor de geronde achtervokalen in Venlo vinden, waarna deze in de volgende kolommen ondergebracht worden bij het foneem waarvoor ze staan. Er kunnen licht afwijkende vormen voorkomen, die wel worden meegeteld maar niet in de linkerkolom vermeld staan. In Venlo gaat het om ‘geboden’ met [ɔ:] en ‘mond’ met [υ˔.]. De [ɔ:] valt dus onder [ɔ.] en de [υ˔.] onder [υ˔]. Verder zij opgemerkt dat het woord ‘hoog’ alleen in de samenstelling ‘hoogmis’ voorkomt, en dat ik bij ‘school’ de vokaal van het simplex in isolatie heb laten prevaleren (Venloos [u.(ə)]) boven die van de samenstelling ‘schoolkinderen’ (Venloos [u(ə)]). De interpretatie van een dergelijke tabel is als volgt: indien de fonetische openingsgraden van de afzonderlijke fonemen elkaar niet overlappen, is de fonetische opname ook in structureel opzicht geslaagd. In bovenstaand geval is er dus slechts één fout, namelijk van /ɔ/ als [υ˔]. Dit betreft het woord ‘korst’. Het woord ‘dorsen’ (in dorskas ‘dorsmachine’), dat bij Passage wel [ɔ] heeft, en ‘worst’, niet in de rnd maar in Alsters e.a. met /ɔ/, maken het waarschijnlijk dat we ook voor ‘korst’ [ɔ] kunnen verwachten. Wat de lengte van de vokalen betreft is het opvallend, dat Passage bij /u:/ meer korte dan lange allofonen hoort. Bijna al deze vormen hebben echter ə-naslag, en ik denk dan ook dat Passage als het ware de duur van de [ə] van de duur van de [u:] heeft afgetrokken. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 124]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In het algemeen hoeven we echter op grond van de Venlose gegevens niet te twijfelen aan Passage's vermogen, om [ɔ] en [υ] te scheiden. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5·2·2 Roermond L 329Fonologisch systeem naar: Kats 1939, aangevuld voor de ontbrekende woorden met Kats 1985 Beschrijving in rnd door: E. Blancquaert
Afwijkend is alleen ‘zuur’ met [υ:]. Het is duidelijk, dat Blancquaert veel moeite heeft gehad met deze fonemen. Voor de transcriptie van de lange vokalen heeft hij negen verschillende openingsgraden nodig, voor korte acht. Het voert te ver om hier op details in te gaan, ik zal slechts de belangrijkste uitzonderingen bij de korte vokalen bespreken. Bij de /ɔ/ is dit het woord ‘boterham’, dat een /o˕/ vertoont. Hiervoor kunnen we invloed van de standaardtaal aannemen, aangezien ‘boterham’ recent is. De drie woorden met [υ.] voor /o/ zijn ‘bont’, ‘krom’ en ‘mond’, en kunnen allofonische rekking voor een cluster van nasaal plus konsonant vertonen (‘krom’ heeft [-mp]). Belangrijk voor ons probleem zijn de elf attestaties van [ɔ(.)] voor /o/. Dit is de helft van alle woorden met /o/ en staat op de enige positie in de tabel die a priori bij /ɔ/ hoort. Deze woorden zijn niet als speciale gevallen aan te duiden. Dit is een sterke aanwijzing dat Blancquaert inzake /o/ en /ɔ/ niet betrouwbaar is, iets wat Goossens (1965: 16) reeds aankaartte. Daardoor zijn voor ons onderzoek de rnd-enquêtes van de volgende plaatsen in Nederlands-Limburg niet bruikbaar: Baexem, Roermond, Montfort en Maastricht. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 125]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5·2·3 Kinrooi L 369Fonologisch systeem naar: Verbeek 1994 Beschrijving in rnd door: J.C. Claessens
Er zijn door Claessens weinig fouten gemaakt in de beschrijving van de voor ons controleerbare woorden. We vinden [u.] in ‘zoon’ en [ɔ] in ‘koorts’, maar de laatste vorm kan eventueel informant-afhankelijk zijn, aangezien rekking in dit woord recent is en bijvoorbeeld Kessenich nog [kɔrts] zegt en Aldeneik [kɔrs] (Verbeek 1994: 82). Bij de korte vokalen zijn geen afwijkingen, maar het moet gezegd worden dat het beschikbare materiaal niet groot is. We zullen een tweede beschrijving van Claessens bekijken. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5·2·4 Nederweert L 288Fonologisch systeem naar: Van de Wouw 1968: 12-14, 287-8 Beschrijving in rnd door: J.C. Claessens
Over ‘hoed’, het woord met [u] voor /o:/, zegt van de Wouw (1968: 245) dat de vorm hoot is, maar dat er vaak hoet gezegd wordt omdat het woord zeldzaam is. Bij het foneem /υ/ is Claessens ogenschijnlijk minder zorgvuldig geweest, maar er zijn verzachtende omstandigheden aan te voeren. Van de Wouw (1968: 117) bekent, dat hij wel verschillen konstateert bij de dialectsprekers tussen opener ò en meer gesloten ò, ‘maar [dat ik] meestal niet in staat ben deze vast te leggen in het systeem van ò en ó.’ En: ‘Slechts daar, waar ik geen twijfel mogelijk acht, (...) [zal ik] een nadere aanduiding omtrent de openheidsgraad van de ó/ò aangeven.’ Ondanks deze voorzichtigheid kan er dus toch enige twijfel bestaan omtrent de juistheid van het systeem, waaraan we Claessens' bevindingen toetsen. Als we nu de 12 vormen met /υ/ en /ɔ/ bij elkaar nemen, blijken de vormen ‘bok’, ‘bont’, | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 126]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
‘krom’, ‘moet(en)’, ‘mond’ en ‘order’ bij Claessens een [u˕] te hebben, de vormen ‘bos’, ‘konden’, ‘kort’, ‘ons’, ‘koorts’ en ‘os’ een [υ]. Dit lijkt sterk op een verdeling naar fonetische context, met [u˕] voor nasalen en velaren, eventueel na m, maar het materiaal is te klein om hierover te beslissen. In elk geval kunnen we op grond van het Nederweerts Claessens' vermogen om open en gesloten o te scheiden niet ondermijnen, en hoewel de onderzochte corpora klein waren, kunnen we m.i. zijn bevindingen gebruiken voor verder onderzoek. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5·2·5 Sittard Q 20Fonologisch systeem naar: Dols 1953, voor de ontbrekende woorden aangevuld met Schelberg 1979 Beschrijving in rnd door: W. Goffin
Goffin heeft hier geen enkele fout gemaakt, maar het materiaal is, zeker bij de korte vokalen, te beperkt om definitieve conclusies te kunnen trekken. We zullen nog een plaats bekijken waar Goffin geënquêteerd heeft. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5·2·6 Gronsveld Q 193fonologisch systeem naar: Jaspars c.s. 1979 beschrijving in rnd door: W. Goffin
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 127]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bij de lange vokalen vinden we ‘botermelk’ met [o˔] voor /u:/, vreemd genoeg naast ‘boterham’ met [u.], en ‘komen’ dat één maal met [o.] is getranscribeerd en driemaal (incl. participium) met [u.ᵊ]. Bij /o:7 vinden we ‘deden’ met [u], maar de [o:] is misschien uit de singularis van het paradigma afkomstig. Bij de korte vokalen wijkt slechts de vorm ‘bloemen’ af, die /ɔ/ heeft maar door Goffin met [o] gehoord werd. Al met al is er geen reden, om aan Goffins competentie inzake open en gesloten o te twijfelen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5·2·7Goossens (1965: 17-18) heeft reeds Stevens' Montzener enquête getoetst, namelijk aan de hand van de stoottonige lange vokalen, en op dit gebied bleek Stevens zonder meer betrouwbaar. Een nader onderzoek naar de competentie van de nog ontbrekende enquêteur lijkt me dan ook niet nodig. Na deze zijsprong kunnen we onze weg vervolgen en de vormen van ‘suiker’ vergelijken met andere woorden met Wgm. *u in gesloten syllabe. Als materiaal zullen we dus voor Belgisch-Limburg de klankkaartjes gebruiken die Prof. J. Goossens mij ter beschikking stelde, voor Nederlands-Limburg, de Voerstreek en de Oostkantons de rnd-enquêtes door Passage, Claessens, Goffin en Stevens, met uitsluiting van de vier door Blancquaert onderzochte plaatsen Baexem, Roermond, Montfort en Maastricht. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
‘Suiker’ tegenover ‘mond’/‘hond’ en ‘bok’5·3In de vragenlijst van de rnd komt een klein aantal woorden voor met Wgm. *u in gesloten syllabe zonder umlautsfactorGa naar voetnoot13, en van twee hiervan heb ik de vokaal op een klankkaart van Limburg weergegeven, namelijk ‘mond’ en ‘bok’. Voor het Belgisch-Limburgse deel van de kaarten heb ik de gegevens van Goossens overgenomen (zie boven), het Nederlands-Limburgse deel is gebaseerd op rnd 1962 en 1966, minus de enquêtes afgenomen door Blancquaert. Vooral het woord ‘bok’ is interessant, omdat het naast *sukker het enige woord is waarin de *u voor een *kk staat (Wgm. *bukk uit Gm. *bukkaz). De verdeling van vokaalvarianten in ‘mond’ en ‘bok’ is in grote lijnen gelijk, hetgeen erop zou kunnen duiden dat er in elk geval geen algehele herdistributie van vokaalrealisaties afhankelijk van de volgende konsonant | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 128]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kaart 2: ‘Bok’. De kaart berust op twee verschillende materiaalverzamelingen. Voor Belgisch-Limburg heb ik de gegevens gebruikt van J. Goossens' verzameling, voor Nederlands-Limburg de rnd 1962/1966. Goossens licht per brief toe dat ‘in de buurt van Tongeren de elementen van het korteklinkersysteem meestal wat hoger in de mond liggen dan elders’. De o-symbolen rond Tongeren (Q 162) zijn derhalve met de omringende ɔ-symbolen ‘fonologisch gelijk te schakelen, wat de regelmatigheid van het kaartbeeld verhoogt’.
heeft plaatsgevonden. We kunnen de twee woorden derhalve als representatief voor de ontwikkeling van Wgm. *u in gesloten syllabe beschouwen. Er zijn belangrijke verschillen met de vokaalvarianten in ‘suiker’. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5·3·1Bij ‘bok’ (zie kaart nr. 2) zien we in geheel zuidelijk Belgisch-Limburg tot en met Hasselt en Genk de realisatie [ɔ], en hierop sluit het westen van Nederlands Zuid-Limburg aan. Ten oosten hiervan vinden we [o], als ook in bijna geheel noordelijk Belgisch-Limburg (o of ʋ). Wanneer we nu oversteken naar Nederlands-Limburg, vinden we, met een abrupte overgang, de klank [u(˕)]. De oplossing ligt voor de hand: het gaat hier om | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 129]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dezelfde klank, die door Goossens als [o] werd gehoord en door Claessens als [u] en (vooral) [u˕]. In feite loopt er dus een aaneengesloten gebied van (ongeveer) Genk tot Venlo waarin ‘bok’ met een gesloten korte vokaal gerealiseerd wordt. Vanaf Venlo is de realisatie weer opener en vinden we [ʋ]. Deze laatste klank kan echter nog steeds contrasteren met de oude *o, in Venlo zelf bijvoorbeeld bos met [ʋ˕] tegenover os met [ɔ]. Kaart 3: ‘Hond’/‘mond’. De kaart berust op twee verschillende materiaalverzamelingen. Voor Belgisch-Limburg heb ik de gegevens gebruikt van J. Goossens' verzameling, voor Nederlands-Limburg de RND 1962/1966. Ook hier geldt voor het vokalisme in de buurt van Tongeren het bij kaart nr. 2 gezegde. Voor de fonologische interpretatie dient verder vermeld te worden, dat in Goossens' systeem [V] en [V.] korte vokalen weergeven, en alleen [V:] fonologisch lange, terwijl in Nederlands-Limburg zowel [V.] als [V:] als lange vokalen opgevat dienen te worden. Goossens vermeld verder, dat hij nu aanneemt dat L 416, 417 en 418 eigenlijk [o.] hebben in plaats van [ɔ.].
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 130]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5·3·2Bij de gecombineerde ‘hond’-‘mond’-kaart (zie kaart nr. 3) komt de klank [ɔ] in Belgisch-Limburg een stuk verder naar het noorden voor dan bij ‘bok’. Op veel plaatsen is de vokaal voor de cluster [-nt/-ɲt'] gerekt tot [ɔ:]. Als we de grens oversteken, zien we een abrupte overgang naar een [o] in ‘mond’ in geheel Nederlands Zuid-Limburg en de Oostkantons. Dit kan op verschillende gehoorsindrukken van Goossens tegenover Goffin en Stevens berusten, maar het kan ook zijn dat de vokaal in ‘mond’ iets geslotener wordt uitgesproken dan in ‘hond’ onder invloed van de voorafgaande [m-]. In het noordoosten van Belgisch-Limburg en in het Maasdal vinden we vervolgens [o] in ‘hond’, die aan de Nederlandse kant weer abrupt in een [u(˕)] overgaat. Ik vermoed dat we wederom met een aaneengesloten Middenlimburgs gebied te maken hebben dat een gesloten realisatie van de vokaal kent. Kaart 4: ‘Suiker’ in Belgisch-Limburg volgens J. Goossens' gegevens, in de samenstellingen ‘suikererwt’ en ‘suikerbiet’.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 131]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5·3·3Bovenstaande komt overeen met de opvatting van Goossens (1980: 202f.), die er op grond van modern dialectmateriaal van uit gaat dat de Wgm. oppositie *u: *o zich heeft gehandhaafd in het noordoostelijk deel van Limburg, terwijl ze is opgeheven in het zuidwesten. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5·4In § 4 hebben we gezien dat ‘suiker’ ten zuiden van Hasselt en Sittard grotendeels met een [u] wordt gerealiseerd, tussen Sittard en Horst met een [ɔ], afgewisseld met [o] en rond Venray weer met [u]. Ook voor ‘suiker’ heeft Prof. Goossens een kaartje met de door hem waargenomen varianten in Belgisch-Limburg getekend. De distributie op zijn kaart wijkt niet al te veel af van die op het wld-kaartje (zie kaart nr. 4). We vinden de [u] iets minder ver naar het noorden dan in het wld, namelijk tot en met Kortessem, Martenslinde en Vlijtingen, en in de rest van Belgisch-Limburg een [o]. West- en Noordwest-Limburg en het noordelijk Maasdal blijven buiten beschouwing. De bevindingen bij ‘bok’ en ‘hond’/‘mond’ hebben invloed op de interpretatie van de kaart van ‘suiker’. Op deze laatste hadden we in § 4 een gebied van Hasselt en Sittard tot Horst geconstateerd, waarin de klank [ɔ] overheerste maar de [o] nadrukkelijk aanwezig was. We hebben vervolgens gezien dat Goossens in noordelijk Belgisch-Limburg enkel [o] heeft gevonden. Tezamen doet dit vermoeden, dat in geheel Midden-Limburg ‘suiker’ oorspronkelijk een half-gesloten realisatie [o] kende. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6De oorspronkelijke vokaal [o] die we in ‘suiker’ aannemen voor het gebied tussen grofweg Hasselt en Horst komt overeen met de [o] die we voor hetzelfde gebied reeds voor de hiervoor belichte woorden ‘bok’ en ‘mond’/‘hond’ hadden vastgesteld, en daarmee met de voortzetter van Wgm. *u. In de zuidelijke helft van Belgisch-Limburg echter vinden we [sukər], hetgeen niet overeenkomt met de [ɔ] die we in dit gebied vinden als voortzetter van *u en *o. Dit levert de volgende theorie op. ‘Suiker’ werd met een [u] ontleend. Op het moment van binnenkomst had zich in het zuidwesten van Limburg de fusie van *u en *o reeds voltrokken, en wel tot een zodanig open vokaal, dat de [u] van [sukər] hierin niet kon worden ingepast. In het noordoostelijk deel van Limburg waren de oude *u en *o nog twee fonemen, en werd de [u] van ‘suiker’ opgenomen in de categorie met *u. Twee belangrijke vragen blijven over. In de eerste plaats dient de [u] in het gebied rond Venray verklaard te worden. In de tweede plaats willen we | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 132]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
weten, hoe en wanneer de vorm [sokər] in Midden-Nederlands-Limburg op uitgebreide schaalGa naar voetnoot14 tot [sɔkər] werd. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7·1In een aaneengesloten gebied in Noord-Limburg tussen Horst en Geisteren wordt ‘suiker’ met een [u] gerealiseerd, wat onverwacht is aangezien de woorden ‘mond’ en ‘bok’ in dit gebied juist een opener vokaal bezitten dan het aangrenzende Midden-Limburg. Het is hier dus niet waarschijnlijk dat ‘suiker’ werd opgenomen in de categorie met *u. De isoglosse tussen het noordelijke gebied met [u] en het zuidelijkere met [o] of [ɔ] is vrij scherp te trekken, en valt ongeveer samen met de lijn, ten noorden waarvan (geconditioneerde) verkorting van *ū heeft plaatsgevonden, zie Schrijnen 1920: 52-54. Precies in het gebied, waar een nieuwe [u] was ontstaan, vinden we de uitspraak [sukər]. Dit levert de volgende relatieve chronologie op. Eerst ontwikkelde zich *ŭ tot [o] (zonder samen te vallen met *o die [ɔ] was geworden), daarna werd *ū in bepaalde posities verkort tot [ŭ], en pas daarna werd ‘suiker’ ontleend als [sukər]. Een dusdanig vroege datum voor de verkorting van *ū lijkt gerechtvaardigd door paren als /buk/ ‘buik’ tegenover /būk/ ‘boek’ (v.d. Voort 1973), die doen vermoeden dat ū > ŭ plaatsvond vóór ō > ŭ, maar dit probleem vereist nadere bestudering. Dit scenario houdt een extra aanname in, namelijk dat *u in Noord-Limburg eerder tot [o] werd dan in Midden-Limburg. Dit lijkt arbitrair, maar we kunnen bevestiging vinden in de kaart van ‘bok’, waaruit blijkt dat Noord-Limburg [bʋk] heeft tegenover zuidelijker [bu(˕)k], en waar de isoglosse ongeveer gelijk loopt aan die tussen [sukər] en [sokər/sɔkər].Ga naar voetnoot15 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7·2Oorzaak van de ontwikkeling [sokər] > [sɔkər] is mijns inziens een verkortingGa naar voetnoot16 vóór de cluster stemloze stop + syllabische l/r, zoals bijvoorbeeld Taeldeman (1971: 255) voor de dialecten van West- en Frans-Vlaanderen heeft gekonstateerd (daar alleen voor t plus r/l). Het voorbeeld dat hij geeft, namelijk [hro.ᵊt] ‘groot’ - [hrɔtər] ‘groter’, vindt in veel Limburgse dialecten een pendant in de vormen [gro.t/gru.ᵊt] - [grɔtəR].Ga naar voetnoot17 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 133]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
We beschikken over weinig materiaal om de hypothese, dat een o vóór een stemleze stop en een syllabische l/r tot o kan worden, te toetsen. Er zijn twee andere frequente woorden met dezelfde constellatie, namelijk ‘schotel’ en ‘boter’. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7·2·1‘Schotel’ wordt inderdaad vaak als Limburgs [šɔtəl] gerealiseerd. Het woord is ontleend uit Latijn scutella, en heeft een korte *u in open syllabe zonder umlautsfactor in een deel van het West-Germaans (Ingwaeoons?), zoals OS skutala toont, maar met umlautsfactor in Ohd. scuzzila > Nhd. Schüssel. In het oe vinden we scutel, waarna de eerste syllabe gesloten raakte en Mode scuttle opleverde, net als in oe butere > Mode butter. De korte vokaal in Nhd. Schüssel is geen gevolg van de volgende -l-, maar van de fricatief -ss-, die ten tijde van de rekking in open syllabe nog als lange konsonant gold, en dus de voorafgaande syllabe sloot. Het Mnl. heeft scōtele, een vorm die we ook voor een deel van het Middellimburgs mogen aannemen. We vinden bijvoorbeeld Maastrichts sjotel (Endepols 1955), Gronsvelds sjoëtel, Kinroois [ʃō:təl] (Verbeek 1994: 70) en Weertlands schootel (Van de Wouw 1968: 216). Een korte vokaal [ɔ] hebben onder andere Montzens [ɡo.təl]Ga naar voetnoot18 (Welter 1933: 9), Kerkraads sjóttel (Amkreutz e.a. 1987), Heerlens sjottel (Jongeneel 1884), Grathems schôttel (Mertens 1885: 244), Roermonds sjóttel (Kats 1985), Tegels sjôttel (Houx-Jacobs-Lücker 1968) en Venloos schóttel (Alsters e.a. 1993). Merk op dat het de westelijke dialecten zijn die een lange vokaal hebben, terwijl de oostelijke een korte attesteren. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7·2·2‘Boter’ is volgens Franck-van Wijk (1912: 86) een algemeen-Westgermaanse ontlening uit Latijn butyrum. We vinden onder meer oe butere en Mode butter, laat-Ohd. butera en Nhd. Butter, en in het Mnl. de vormen bōter, botre, botter en butter. De vormen met ō (en eu) komen volgens Franck-van Wijk voornamelijk in de zuidelijke dialecten voor, de vormen met korte vokaal en -tt- in de Frankische, Saksische en Hollandse streken van het Noordnederlands. Historisch kunnen de Engelse, Duitse en Noordnederlandse vormen met korte vokaal verklaard worden door aan te nemen dat de middelste vokaal in *butere/butera gesynkopeerd werd voor de rekking in open syllabe plaatsvond. Hierdoor stond de *u in een gesloten syllabe op het moment van de | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 134]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kaart 5: ‘Boter’. De kaart berust op twee verschillende materiaalverzamelingen. Voor Belgisch-Limburg heb ik de gegevens gebruikt van J. Goossens' verzameling, voor Nederlands-Limburg de rnd 1962/1966. Door Nederlands-Limburg loopt een isoglosse, die een oostelijk gebied zonder rekking scheidt van een westelijk gebied mét rekking.
rekking, m.a.w. de vorm was toen [butrə] of eventueel [butr].Ga naar voetnoot19 In de Duitse vormen wijst bovendien het achterwege blijven van de Hoogduitse klankverschuiving op een cluster *-tr-, want hierin werd de *-t- niet verschoven (cf. Braune-Ebbinghaus 1989: § 19, Anm. 1), in tegenstelling tot *-t- in intervokalische positie. Het Limburgs kent bij dit woord een tweeledige ontwikkeling, die op de klankkaart van ‘boter’, die weer deels op Goossens' materiaal, deels op de | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 135]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
RNDGa naar voetnoot20 berust, te zien is (zie kaart nr. 5). We vinden in het westelijke gedeelte van Limburg een lange vokaal, [u:ə] of [o:], die overeenkomt met de vokaal in bijvoorbeeld ‘vogel’, en het produkt is van de rekking van *u in open syllabe. In de zuidoostelijke helft van Nederlands Zuid-Limburg, in Belgisch Overmaas en in geheel Nederlands-Limburg ten noorden van Grevenbicht en ten oosten van het Weertland vinden we ‘boter’ met een korte vokaal. Op de meeste plaatsen komt de vokaal overeen met de vokaal die we daar in ‘mond’ en ‘bok’ vinden, dus met de voortzetting van *u in gesloten syllabe. De eenvoudigste verklaring is, dat in genoemde oostelijke delen van Limburg de middelste syllabe in *scutele en *butere reeds gesynkopeerd was vóór de rekking in open syllabe. De isoglosse die het oostelijke gebied met korte vokaal afscheidt van het westelijke met lange vokaal, is op de kaart aangegeven. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7·2·3In ‘schotel’ en ‘boter’ heeft er dus in het Limburgs geen verkorting plaatsgevonden van een oudere lange vokaal.Ga naar voetnoot21 Deze twee woorden vormen daarom geen parallel voor een eventuele verkorting en lowering van [o:] tot [ɔ] vóór een cluster van t plus r/s, zoals we in ‘groter’ aannemen, en die ook het ontstaan van de vorm [sɔkər] zou kunnen verklaren, namelijk uit *[sokər]. Aangezien we voor ‘groter’ ten eerste over onvoldoende vergelijkingsmateriaal beschikken, en we daaruit ten tweede minder bruikbare gegevens verwachten vanwege de paradigmatische processen waaraan de comparatief onderhevig is (palatalisatie, ausgleich met de positief), blijven er geen comparanda over voor de veronderstelde verkorting voor een cluster van, in dit geval, k plus r. Weliswaar heeft ‘suiker’ in Midden-Limburg een korte [o] en geen lange, maar we kunnen zonder veel problemen een aparte ontwikkeling aannemen die zegt dat ook korte [o] voor een cluster van stop plus syllabische r gelowered kan worden. Hierop lijken ook de sporadisch geattesteerde vormen [bɔtər] te wijzen, die we aantreffen in gebieden waar [botər] of [buτtər] overheersen, zoals in Roermond (Kats 1985), Posterholt, Brunssum, Simpelveld e.a. Bij ‘suiker’ heeft mogelijk de k een beslissende invloed gehad. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 136]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Conclusie8Het woord voor ‘suiker’ kwam in de dertiende of veertiende eeuw vanuit het oosten als *sukker in de Limburgse dialecten terecht. Op dat moment waren in zuidwestelijk Limburg *u en *o samengevallen, in een half-gesloten of open vokaal, waarbij de [u] van ‘suiker’ geen aansluiting kon vinden. In de noordoostelijke dialecten werden *u en *o door twee verschillende fonemen voortgezet, de *u grotendeels nog door [u], en hierbij sloot zich [sükər] aan, zodat het de latere ontwikkeling naar een opener vokaal deelde. Vrij recent vond de ontwikkeling [o] > [ɔ] plaats, hetgeen herinnert aan de verkorting van lange vokalen vóór stemloze stop en syllabische l/r, die in ‘groter’ geattesteerd is. ‘Suiker’ kende namelijk in een aantal dialecten in Midden-Limburg, waar het inmiddels met [o] werd gerealiseerd, een soortgelijke ontwikkeling, die de vorm [sɔkər] opleverde. Dit levert een terminus ante quem voor de samenval van Wgm. *u en *o in de zuidwestelijke dialecten, namelijk vóórdat het woord ‘suiker’ geïntroduceerd werd. Ook kan, indien onze theorie klopt, vrij nauwkeurig bepaald worden tot waar de samenval van *u en *o zich uitstrekte. Deze studie toont aan, dat ook de bestudering van de recentere leenwoorden relevant is voor de taalhistorie. Bovendien bewijst ze, dat dialectstudies een noodzakelijke aanvulling zijn voor paleografische probleemstudies, die in dit geval immers geen duidelijke afbakening konden bieden. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bibliografie
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 137]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 138]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|