[Nummer 2]
Woord vooraf
Op 19 februari 1995 werd Prof. dr. Jan Goossens vijfenzestig jaar. De redactie van Taal en Tongval heeft de goede gewoonte aangenomen haar redactieleden bij een van die ‘cruciale’ veijaardagen (60 of 65 of 70 jaar) een huldenummer aan te bieden. Dat collega Goossens niet aan die gewoonte mocht ontsnappen, leek ons evident gezien z'n enorme verdienste op het vlak van (o.a.) de Nederlandse dialectologie in het algemeen en meer in het bijzonder als auteur in en redacteur van dit tijdschrift. Jan Goossens schreef tussen 1956 en nu in Taal en Tongval niet minder dan 18 originele artikels van een hoog wetenschappelijk niveau, 4 overlijdensberichten en 5 langere recensies. Van 1976 af was hij ook een heel actief lid van de redactie.
Dit nummer van Taal en Tongval vertolkt op de eerste plaats de dank van Goossens' collega's in de redactie en de redactieraad voor z'n erg stimulerende medewerking aan ons dierbaar tijdschrift. Dit huldenummer is verder ook de uitdrukking van onze waardering en ons respect voor wat collega Jan Goossens in het algemeen gepresteerd heeft op het domein van de Nederlandse Dialectologie en de Nederlandse Taalgeschiedenis. Voor een preciezere formulering van Goossens' verdienste verwijzen wij naar het huldeartikel van professor Weijnen in Taal en Tongval 1990 (p. 97-106) naar aanleiding van Goossens' zestigste verjaardag. Meer bio- en bibliografische gegevens over de gevierde vindt de lezer in het tweedelige huldealbum dat begin 1995 onder de naam Lingua Theodisca ter ere van Jan Goossens in Münster verscheen.
Wij wensen collega Goossens nog tal van ‘goede’ en vruchtbare jaren toe en hopen dat ook ons tijdschrift daar wel bij mag blijven varen.
Van harte gefeliciteerd!
De redactie en de redactieraad