Taal en Tongval. Jaargang 46
(1994)– [tijdschrift] Taal en Tongval– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 100]
| |||||||||||||||
MededelingenVereniging voor Dialectologie (VvD)Op donderdag 24 februari had te Utrecht een bijeenkomst plaats van de Vereniging voor Dialectologie. Het programma omvatte een algemene ledenvergadering en een presentatie van nieuw onderzoek door jonge onderzoekers. De dag werd door een buitengewoon groot aantal collega's uit Nederland en Vlaanderen bezocht. Het belangrijkste punt van de ledenvergadering betrof de bestuursverkiezing. De voorzitter en oprichter van de VvD, M. Gerritsen, wenste, wegens verandering van werkkring, die taak over te dragen. Door het bestuur werd de heer A.M. Hagen voorgesteld. Met dit voorstel ging de vergadering unaniem accoord. Na mevrouw Gerritsen uitvoerig voor haar werk bedankt te hebben, ontvouwde de nieuwe voorzitter zijn plannen met betrekking tot het beleid van de VvD, dat in hoofdlijnen een voortzetting zal zijn van het tot nu toe gevoerde. In het kort komt het hierop neer. De VvD stelt zich ten doel
Daartoe zijn er per jaar twee bijeenkomsten nodig, één in het voorjaar en één in het najaar. Tijdens de rondvraag was er meteen al een levendige uitwisseling van gegevens en wetenswaardigheden.
De presentatie van nieuw onderzoek vormde het hoofddeel van de dag. Demanier waarop de jonge onderzoekers hun onderwerp presenteerden, levendig, bondig, zakelijk en enthousiast, verdient alle lof. Het programma was als volgt:
| |||||||||||||||
[pagina 101]
| |||||||||||||||
Deze bijeenkomst maakte weer eens duidelijk hoe nuttig een vereniging als de VvD is en hoe voortreffelijk het idee van de korte presentatie van nieuw onderzoek ook in de praktijk blijkt te zijn.
Het bestuur van de VvD is als volgt:
Het adres van de secretaris is: P.J. Meertens-Instituut, Keizersgracht 569-571, 1017 DR Amsterdam
Namens de penningmeester verzoek ik U de contributie voor 1994 over te maken en mocht U dat verzuimd hebben, ook die van 1993, deze bedraagt f 10,00 / F 185,00. De girorekeningen zijn: Nederland: Postbank 6364190 t.n.v. VvD, Noordmaad 8, 8431 TZ Oosterwolde, onder vermelding van contributie '94. Vlaanderen: Prk. 001-1486776-36 t.n.v. Woordenboek Vlaamse Dialecten, Gent, onder vermelding van contributie '94.
Met vriendelijke groet, namens het Bestuur,
J.B. Berns, secretaris | |||||||||||||||
[pagina 102]
| |||||||||||||||
Databank Dialectgegevens op basis van Nederlandse Dialectwoordenboeken (DDND)Ga naar voetnoot*In de ruim 60 jaar van haar geschiedenis is de afdeling Dialectologie van het PJMI nooit rechtstreeks betrokken geweest bij enig dialectwoordenboek. De verklaring hiervoor is zonder enige twijfel gelegen in het feit dat de taakstelling van de zgn. Dialectencommissie van de KNAW - d.i. de voorloper van de huidige afdeling Dialectologie - het gehele Nederlandse taalgebied betrof. In aansluiting hierop dacht men t.a.v. de concretisering van de werkzaamheden van de commissie van meet af aan aan een atlas. Dialectwoordenboeken hebben - bijna per definitie - een veel sterkere regionale binding, en dat harmonieert nu eenmaal slecht met een bovenregionale taakstelling. Wat wél bij een supra-regionale taakstelling past, is het opzetten van een databank waarin in principe alle gegevens uit alle dialectwoordenboeken zijn opgeslagen. Zoals gezegd, het PJMI is nog nooit direct bij enig dialectwoordenboek betrokken geweest, en het zal hier ook niet bij betrokken raken. Maar het opzetten van een het hele taalgebied bestrijkende databank waarin de schat aan gegevens die in de dialectwoordenboeken besloten ligt, is opgenomen, past daarentegen juist heel goed bij de opdracht van het PJMI. Het opzetten van een dergelijke databank is immers een bovenregionaal project bij uitstek. Het is duidelijk dat het niet alleen een databank betreft van zeer grote omvang, maar dat het aantal te overwinnen problemen eveneens imponerend groot is. Niet alleen problemen van technische aard - ‘wat voor soort computer is hiervoor nodig?’, ‘kan van standaardprogrammatuur gebruik worden gemaakt, of moet er speciale programmatuur worden ontworpen?’, etc. - maar ook meer inhoudelijke problemen als ‘hoe lossen we het probleem van de verschillende spellingen op?’, ‘kan de in sommige woordenboeken opgenomen syntactische informatie worden opgenomen en zo ja, hoe?’, ‘hoe kan het beste orde worden geschapen in de diversiteit in de opzet van de bestaande woordenboeken?’, etc. etc. Met het doel de met deze databank samenhangende problemen in kaart te brengen werd besloten om een onderzoeker aan te trekken die dit project in de ruimste zin des woords moet voorbereiden. Aansluitend hierop trad op 1 november 1993 H. Harmsen, alfainformaticus van professie, in dienst van het PJMI, en wel speciaal voor dit doel. Vanzelfsprekend bevindt dit project zich momenteel nog in een oriënterende fase, maar het doel is duidelijk, namelijk: een centrale, door het PJMI opgezette en beheerde databank die al in een vrij vroeg stadium - d.i. lang voordat het ideaalbeeld van een databank met hierin opgeslagen alle dialectgegevens uit alle dialectwoordenboeken is bereikt - daadwerkelijk functioneert. Bij het opzetten van de DDND kunnen grosso modo twee trajecten worden onderscheiden. Deze trajecten zijn:
| |||||||||||||||
[pagina 103]
| |||||||||||||||
Het idee is nu om beide trajecten gelijktijdig te volgen. Ongetwijfeld rijst bij een nadere uitwerking van de hier geschetste opzet een groot aantal problemen, zowel fundamentele als praktische. Het is echter duidelijk dat wanneer de dialectologen uit Nederland en Vlaanderen er gezamelijk in zouden slagen een dergelijke databank van de grond te krijgen, op deze wijze een formidabel hulpmiddel voor verdere taalstudie zou worden gecrëeerd. Een instrument, dat niet alleen van veel betekenis kan zijn voor de lopende woordenboekprojecten, maar dat ook van groot nut kan zijn voor nieuwe initiatieven van lexicologische en lexicografische aard, en dat tevens een moeilijk te evenaren uitgangspunt voor nader, o.m. fonologisch, morfologisch en semantisch, onderzoek zou kunnen vormen. Op termijn zou zelfs een uitbreiding van de databank met Fries en Duits materiaal voor de hand liggen. Om dit project nader gestalte te geven, zal binnenkort een zgn. gebruikersgroep in het leven worden geroepen. Een keur van experts die zouden kunnen adviseren t.a.v. opzet en gebruik van de databank. Daarnaast zal op gezette tijden een nieuwsbrief naar alle geïnteresseerden uitgaan met nieuws over de databank en vooral over de ‘stand van zaken’ m.b.t. de opgenomen werken. Zij die nadere informatie wensen, kunnen contact opnemen met de afdeling Dialectologie van het P.J. Meertens-Instituut.
J. van Marle |
|