werpen, tegenover het secundaire karakter van de uitstraling vanuit Gent; zo wordt ook een beeld geschetst van convergentie- en divergentie-bewegingen in relatie tot het taalkundige en sociale bewustzijn in de omringende middelgrote en kleinere steden en de rol van een centralere of meer perifere ligging.
De derde symposium-bijdrage tenslotte van Van Hout, Het sociolinguistisch onderzoek van taalvariatie in stadsdialecten zorgt voor een sociolinguistisch perspectief dat zich concentreert op de begrippen ‘covariatie’ en stijlverschuiving. Op drie niveaus wordt in deze bijdrage uitgewerkt welke factoren ten grondslag liggen aan stedelijke taalvariatiepatronen, in dit geval in het bijzonder de taalvariatiepatronen tussen sprekers in Nijmegen. Zowel op het niveau van de externe verklaring van dergelijke patronen, dat van de interne covariatie als op het individuele niveau van de stijlverschuiving wordt een aantal prikkelende bevindingen en suggesties gepresenteerd. Deze monden uit in een algemenere beschouwing over de verklaarbaarheid van taalvariatie.
Aan deze drie symposium-bijdragen zijn op uitnodiging van de redactie in dit themanummer nog een vijftal andere stadsdialectstudies toegevoegd. Drie daarvan betreffen Nederland en twee Vlaanderen. De gevraagde auteurs zijn allen daadwerkelijk actief in empirisch onderzoek naar stadsdialecten in ons taalgebied. Dat betekent dat in de bijdragen steeds concrete resultaten van empirisch onderzoek kunnen worden gepresenteerd. Ook hier is overigens, evenals bij de symposium-bijdragen, overduidelijk dat onderzoek naar stadsdialecten een variëteit van benaderingen kent, uiteenlopend van (socio)linguistisch en dialectologisch tot meer sociaal-psychologische en taalsociologische benaderingen.
Een gecombineerde sociaal-wetenschappelijke en linguistische benadering wordt door Cornips gekozen voor haar bijdrage Sociologische en taalkundige aspecten van het Algemeen Nederlands in Heerlen. Heerlen heeft zich door de snelle ontwikkeling van de mijnbouw in de 20'er jaren ontwikkeld tot een stad met een uitzonderlijke demografische opbouw met een scherpe sociale en linguistische scheiding tussen arbeiders en leidinggevenden; daarnaast kende de stad een stadsplanning waarin via de zogenaamde ‘kolonies’ een maximale segregatie tussen de mijnwerkers en de autochtone bevolking werd doorgevoerd. Cornips gaat aan de hand van een aantal syntactische verschijnselen na, of het locale dialect niettemin het ‘Heerlens Algemeen Nederlands’ beïnvloedt.