|
blz. |
R. van den Berg: Baggertaal op drift: Enige aspekten van dialektverandering in het Sliedrechts |
55 |
H. Brok: De Benamingen van de mannelijke en vrouwelijke hennep (cannabis sativa mas / Foemina L.) |
101 |
U. Knops: Cognitieve en evaluatieve reacties met betrekking tot regionale standaardvariëteiten. Een vergelijking tussen Vlamingen en Nederlanders |
25 en 117 |
H.T.J. Miedema en T.A. Niermeijer-Holleman: De Molkwerumse woordenlijst van A. Heeroma uit 1856 |
70 |
M.E.H. Schouten: t-Deletie in het Zuiden van de provincie Utrecht |
162 |
J. Stroop: De lexicale leemte als verklaringsprincipe |
1 |
P. Swiggers: Nominale derivatie met -es in het Leuvens |
67 |
P. Swiggers: Leuvens tu˓mo˕ət |
174 |
J. Taeldeman: De morfonologie van hoofdtelwoorden in de zuidwestelijke dialekten |
50 |
F. de Tollenaere: Bij een volksetymologie van L. Lievevrouw-Coopman. Gents wagelwater ‘jenever’ |
178 |
A. Wald: Forensisme en taalverandering |
143 |
A. Weijnen: Etymologische invallen 2. Kankatig |
54 |
Verhandelingen en scripties in verband met de Nederlandse dialectologie, 1981 en 1982 |
179 |
|
Boekbesprekingen: |
|
B. Augustijn en E. Palmboom: Bronnen voor de agrarische geschiedenis van het middeleeuwse graafschap Vlaanderen (J. Van Keymeulen) |
93 |
W. Besch u.a.: Sprachverhalten in ländlichen Gemeinden. Ansätze zur Theorie und Methode (H. Dewulf) |
84 |
C. van Bree: Hebben-constructies en datiefconstructies binnen het Nederlandse taalgebied. Een taalgeografisch onderzoek (A. De Meersman) |
77 |
H.J.G. Crompvoets: Veenderijterminologie in Nederland en Nederlandstalig België (H. Brok) |
187 |
R.A. Hudson: Sociolinguistiek (vert. Jo Daan) (T. Walraven) |
181 |