geenszins vreemd; daartegenover staan een groot aantal positieve elementen.
De vereniging is gestaag gegroeid. In 1973 werd de naam Schrieverskring gewijzigd in Dialectkring, waardoor duidelijker werd aangegeven, dat iedereen die het dialect een warm hart toedraagt, lid kan zijn, ook al is hij geen ‘schriever’.
Bestuurswisseling kwam sporadisch voor; in haar 24-jarig bestaan heeft de vereniging thans haar tweede secretaris en derde voorzitter.
Er zijn veel kontakten naar buiten. Samen met de Kulturkreis Schloss Raesfelt kwam men tot de oprichting van de grenscontactencommissie Achterhoek Westmünsterland. Van de zijde van de Dialectkring waren het vooral de heren G.J.B. Stork en G.J.H. Krosenbrink die zich daarvoor ingezet hebben.
Samen met deze commissie organiseert de Dialectkring jaarlijks de Dialectdag (Tag des Platt), die afwisselend aan deze en gene zijde van de rijksgrens gehouden wordt. Er gaat van deze bijeenkomsten een sterk stimulerende werking uit.
Dezelfde organisaties verzorgen de Middewinteraovend, die elk jaar in december op Erve Kots gehouden wordt.
Samen met de Sallandse Schrieverskring werd het Verbond van Neersasse Schrieverskringen opgericht. Het orgaan van de Sallandse Kring, De Moespot, werd het officiële orgaan van het Verbond. Het bevat veel bijdragen van leden van de Kring Achterhook en Liemers. Er zijn inmiddels meer dan honderd nummers van verschenen. Toen enkele jaren geleden de ‘Kreenk veur de Twentse Spraok’ werd heropgericht, trad deze ook toe tot het Verbond, evenals de hiervoor genoemde Lochemse Dialectkring.
Samen verzorgen zij de jaarlijkse Verbondsdag.
In 1964 verscheen de Oelewanne, een dialectbundel met bijdragen van de leden van de Dialectkring Achterhook en Liemers. De oplage van 1000 exemplaren was vrij gauw uitverkocht.
In 1967 verscheen de tweede bundel, ‘Den Zaodbarg’, terwijl aan de derde in de rij, ‘Schriewied’ die in 1969 verscheen, ook de andere kringen die bij het Verbond zijn aangesloten, meewerkten. Een vierde bundel is in voorbereiding.
Het eerste exemplaar van Schriewied werd aangeboden aan prof. dr. K. Heeroma van het Nedersaksisch Instituut te Groningen. De medewerking van deze hoogleraar en zijn opvolger, prof. dr. H. Entjes