Taal en Tongval. Jaargang 33
(1981)– [tijdschrift] Taal en Tongval– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 118]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Omtrent ‘Vanacker’Semantisch stelt de naam Vanacker ons voor geen enkel probleem; het is een herkomstnaam met van + den akker, dat aanvankelijk een stuk (gemeenschappelijk) bouwland betekende, maar later - vooral in streken waar akker als soortnaam verdweenGa naar voetnoot1 - makkelijk kon verstenen tot een toponiem voor een wijk (b.v. Den Akker te Maldegem) of een boerderij (b.v. Goed ten Akker te KortrijkGa naar voetnoot2).
Er rijzen echter wel vragen m.b.t. de grammatikale struktuur van de familienaam Vanacker:
Wij hebben eerst een antwoord op de tweede vraag gezocht. In de recentste Vlaamse telefoongidsen hebben we geen enkele keer Van den Acker(e) aangetroffen, maar in laatmiddeleeuwse bronnen worden we met een totaal tegenovergestelde toestand gekonfronteerd: daarin komt (bijna) uitsluitend Van den Acker(e) voorGa naar voetnoot3. In diachrone zin kan er dus wel sprake zijn van doubletten: van + den + akker naast van + akker (waarbij de eerste vorm ongetwijfeld primair is ten opzichte van de tweede). Aldus worden we weer naar de eerste, nu ietwat gewijzigde vraag verwezen: hoe is Vanacker uit Van den Acker te verklaren? Om die te beantwoorden hebben we allereerst gezocht naar meer gelijkaardige doubletten bij herkomstnamen met van + een mannelijk of onzijdig znw. dat als toponiem door een bepaald lidwoord vooraf- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 119]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gegaan wordt: dus van de(n) + toponymisch znw. naast van + toponymisch znw.Ga naar voetnoot1.
In de recentste Vlaamse telefoongidsen troffen we er heel wat aan, o.a.:
Opvallend aan de gevonden doubletten is dat - met uitzondering van het laatste voorbeeld - het toponymisch znw. steeds begint met een vokaal (V), h, t, d of b (fonetisch: V, t, d of b).
Wie enigszins met de morfonologie van de Vlaamse dialekten vertrouwd is, weet ook dat dit precies de kontekst is waarin de buigings-n van voorbepalende woorden (o.a. het bepaald lidwoord en het adjektief) behouden blijftGa naar voetnoot2:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 120]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Met uitzondering van het vrij koerante doublet Van de Cauter - Van Cauter en enkele andere waarvan de vorm zonder de uiterst zelden voorkomt (b.v. Van de Walle - Van Walle), zijn konkurrerende vormen - dus met of zonder bepaald lidwoord - volkomen afwezig als het toponymisch znw. van de herkomstnaam begint met een konsonant waarvóór de buigings-n van het bep. lidw. wegvaltGa naar voetnoot1:
Dat alles impliceert bijgevolg een kausale samenhang tussen het behoud van de buigings-n in en de potentiële deletie van het bepaald lidwoord bij familienamen van het onderzochte type: nl. van + een toponymisch znw. dat als toponiem door een bepaald lidwoord voorafgegaan wordt. Deze konstatatie dient uiteindelijk vertaald te worden tot de volgende ultieme vraag: hoe kan een bepaald lidwoord verdwijnen in de sekwentie van + den + znw. maar niet in de sekwentie van + de + znw.?
Mijns inziens heeft ook hier de fonologie een geldig antwoord te bieden. Laten wij uitgaan van de realisatie van de vormen mande (enkv.) en manden (mv.) in de (meeste) Vlaamse dialekten: resp. is dat mɑndə (enkv.) en mɑn̩ː (mv.). Voor de eerste vorm hoeft er geen enkele realisatieregel geformuleerd te worden (onderliggende vorm = oppervlaktevorm); om tot de laatste vorm te komen is er echter een drieledige realisatieregel nodig:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 121]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Toegepast op sekwenties als van den akker krijgen we dus:
Door analogie met herkomstnamen als Van Aelst, Van Deijnse, Van Poecke e.d. (steeds zonder lidwoord) zal het - mede door de spreekwoordelijke achteloosheid van vroegere klerken - nog maar weinig voeten in de aarde gehad hebben om van de vormen onder (R 2b) (b.v. vɑn̩ːɑkər) te komen tot vormen zonder enig spoor van het (verbogen) bepaald lidwoord (b.v. vɑnɑkər). In een gelijkaardige familienaam als Van de Sompel is het bepaald lidwoord echter niet weggevallen, omdat de toepassing van het regeltrio (R 1) - (R 2a) - (R 2b) verhinderd werd door toepassing van een hogere regel (R 0), die de buigings-n (o.a.) vóór s doet verdwijnenGa naar voetnoot1. De hierboven besproken regel (R 0), die in de meeste Vlaamse (en ook Brabantse) dialekten de buigings-n doet wegvallen vóór alle konsonanten behalve t/d/b geeft aanleiding tot enkele terloopse maar o.i interessante beschouwingen over taalverandering en taalvereenvoudiging (in casu: vereenvoudiging van de regelkontekst). Uitgangspunt is de wijd verbreide opvatting dat interne taalveranderingen op het kommunikatief-kognitieve vlak heel vaak resulteren in taalvereenvoudiging. In dat kader gesitueerd komt (R 0) met zijn erg onnatuurlijke regelkontekst (waarom b.v. wel deletie vóór p maar niet vóór b?) over als een momentopname van een systeem-in-volle-overgang. Nader onderzoek brengt evenwel aan het licht dat dit laatste helemaal niet het geval is: zowel in de ruimte (cfr. het grote gebied) als in de tijdGa naar voetnoot2 vertoont (R 0) een merkwaardige stabiliteit! Hierboven is er voor de evolutie oVan den Acker → Vanacker en voor doubletten als Van den Daele - Van Daele een overwegend fono- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 122]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
logische verklaring ontworpen. Graag voeg ik hieraan toe dat ze gebaseerd is op een niet-exhaustief onderzoek van de moderne Vlaamse familienamen en op een vrij sporadische raadpleging van de oude bronnen. Toetsing door de specialisten-naamkundigen is dus gewenst. Verder is ook niet gezegd dat er naast de primaire fonologische ook geen sekundaire afonologische faktoren meegespeeld kunnen hebben in de geschetste evolutie. Zo komt het me voor dat toenemende proprialisering van toponymische substantieven door het verloren gaan van benamingsmotieven (als gevolg van veranderingen in de buitentalige realiteit) wel altijd in zekere mate afstoting van het bepaald lidwoord geïmpliceerd heeft, cfr. het ontstaan van dorpsnamen als Hoeke, Winkel, Hove, Kerkhove e.d. Het is echter meteen ook duidelijk dat dergelijke faktoren nooit een volwaardige verklaring zullen kunnen bieden voor de distributie van de hierboven beschreven doubletten, noch voor het bereik van de hierboven geschetste overgang. Dat blijft m.i. op de eerste plaats een fonologische aangelegenheid. Samen met onze hartelijke gelukwensen aan de jarige ‘Vanacker’ spreken wij ook de hoop uit dat hij in zijn verdere vruchtbare loopbaan een ijverig student mag treffen die het aangesneden probleem verder gaat uitdiepen.
Landegem, Johan Taeldeman, Bevoegdverklaard Navorser N.F.W.O. |
|