Als er echter een duidelijk vermoeden is, dat geen fonetische spelling nagestreefd is, kan men in het vervolg beter volstaan met de zgn. type-aanduiding. Gelukkiger ware hier zeker de aanduiding: lex. maar de lezers zijn thans aan de term type gewoon. Overigens menen wij dat de door dr. Stroop gesignaleerde wrijving tussen besluit 1 en 5 op blz. 277 niet bestaat: besluit 1 heeft het over niet fonetisch gespelde vormen, besluit 5 over fonetisch gespelde. Dr. Stroop heeft overigens ook enige kritiek op de volgens hem gewijzigde betekenis van de gebezigde term ‘woordtype’. Hij meent dat in afl. 1 en 2 met type de in de lemmata vetgedrukte woorden bedoeld waren (dat is overigens niet geheel juist; men zie bv. p. 131 bij muurtje of p. 125 bij schuurdeur) en dat dan verder de korrespondentenspellingen niet gedocumenteerd werden, terwijl in de latere afleveringen, wanneer er eerst van type gesproken is, toch later spellingen volgen die er eigelijk ook onder horen. Inderdaad is dit soms (!) zo; in die gevallen lijkt dan van type gesproken, als de korrespondent de indrul maakt zich om de fonetische zijde niet bekommerd te hebben.
Toch is de dubbelzinnigheid tot op zekere hoogte slechts schijn. Met type wordt enkel bedoeld lexeem (zonder aanduiding van fonische variatie). Dat de term type gebruikt wordt kan zijn of omdat men uitdrukkelijk fonisch niet nader wil onderscheiden (dit was in afl. 1 en 2 de enige reden) of omdat men uit de antwoorden geen zekerheid omtrent de fonische vorm heeft of wanneer uit de lijst blijkt dat de beantwoorder het algemene Nederlandse woord geeft.
Dan nog de vraag, waarom drie en drij vroeger niet, maar in het vervolg wel onderscheiden worden. Wij kunnen alleen maar zeggen dat dat eigenlijk vanaf het begin had moeten gebeuren.
Tenslotte signaleert de recensent terecht dat er iets niet klopt in besluit nr. 5 op blz. 277. In de zin die begint met: ‘Bij opgaven waar’ moet de passus ‘niet in het antwoord opgenomen lidwoord’ gelezen worden: ‘niet door de redaktie overgenomen lidwoord’.
A. Weijnen
P. Vos
H. Crompvoets
mw C. Frissen