Taal en Tongval. Jaargang 31
(1979)– [tijdschrift] Taal en Tongval– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 62]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Opnieuw: de i-umlaut in het OudfriesIn Taal en Tongval XXV (1973) schreef ik in mijn artikeltje De i-umlaut in het Oudfries (127-130) o.a.:
‘alle achtervocalen (velare vocalen) worden onder invloed van een i, j, of î van de volgende lettergreep (met één of meer tussenliggende consonanten) palatale, niet-geronde, half open vocalen. Uit bovenstaande regel blijkt dat zich bij de i-umlaut van de vocalen in het Oudfries een verschijnsel voordoet, dat in geen enkel ander Oudgermaans dialect optreedt. Naast palatalisering... en ontronding... worden alle onder invloed van de i-umlaut ontstane vocalen half open, ze krijgen het feature “+ midden” en nemen daardoor als het ware een centrale positie en nooit een extreme positie in: ze zijn nooit [+ hoog - midden] of [- midden + laag]. We zouden dit verschijnsel “centralisering” kunnen noemen’Ga naar voetnoot1.
De inhoud van de zinsnede ‘dat in geen enkel ander Oudgermaans dialect optreedt’ in genoemde aanhaling is echter niet juist. Ook het dialect van Kent, één van de Oudengelse dialecten, vertoont nl. hetzelfde verschijnselGa naar voetnoot2. Enkele voorbeeldenGa naar voetnoot3 mogen dit verduidelijken:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 63]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het ‘umlautsproduct’ van ă, â, ŏ, ô, ŭ, û (en van ăi en ău) is dus in het Kents altijd ĕ, resp. ê. Zowel voor het Oudfries als voor het Kents kan de i-umlaut, voorzover deze de velare vocalen betreft, in één regel weergegeven worden:
In beide talen treedt bij de i-umlaut palatalisering, ontronding en ‘centralisering’ opGa naar voetnoot2.
Utrecht F. van der Rhee |
|