Ik heb er mērt án
In Het dialekt van de gemeente Meerlo-Wanssum van Th. v.d. Voort, Amsterdam 1973, staat op pagina 194: mērt hebbe án, niets geven om, onverschillig zijn voor
Ik heb mijn moeder, die in Wanssum geboren en getogen is, deze uitdrukking vaak horen gebruiken. Maar het eerste woord had in haar mond een korte klinker: mērt. Ongetwijfeld is dit woord overgenomen van soldaten uit de Franse bezetting omstreeks 1800; die waren kwistig met merde. Toen de hele dorpsgemeenschap dat stukje Frans kende, kwam een grapjas er al gemakkelijk toe om te zeggen: ik heb er mērt án in plaats van ik heb er schiet (= schijt) an. Het zal niet lang geduurd hebben of iedereen zei het, van de stalknecht tot de pastoor. Tegenwoordig weet niemand nog dat hij een vies woord gebruikt als hij zegt dat hij er mērt aan heeft. Ook Th. v.d. Voort geeft er geen blijk van dat hij het weet.
H.M. Hermkens