Taal en Tongval. Jaargang 21
(1969)– [tijdschrift] Taal en Tongval– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 46]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
Over een vermeende kwantiteits- en nasaliteitscorrelatie in enkele Vlaamse dialectenVolgens de kaart die J. Goossens aan zijn artikel Proeve van een typologische kaart van de Zuidnederlandse vocaalsystemenGa naar voetnoot1 toevoegde, blijken de dialecten van Maldegem (I 154) en Kleit (I 154a) qua vocaalsysteem tot het Oostvlaamse gebied zonder kwantiteitscorrelatie te behoren. Voor deze beide dialecten kan men nochtans een lange lijst woordparen samenstellen die een oppositie vGa naar voetnoot2 - vːGa naar voetnoot2 reveleren:
Even gemakkelijk vindt men in diezelfde dialecten woordparen waaruit een tegenstelling vː - v̄ːGa naar voetnoot2 blijkt:
Uit de volgende woordparen blijkt dat daar zelfs een oppositie v - v̄ː bestaat:
Op grond van deze voorbeelden zou men kunnen besluiten dat in de dialecten van Maldegem en Kleit naast een systeem van korte, ook een systeem van lange, en zelfs een systeem van (lange) nasale fonemen voorkomt, dus schematisch: v - vː - võː. Zoals Van Coetsem destijds gedaan heeft voor de nasalering in het FriesGa naar voetnoot6, menen wij echter te kunnen aantonen dat deze vː en v̄ː afone- | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 47]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
matische rekkings- en nasaleringsproducten zijn: vː zou dan een combinatorische variant zijn van v + l, ṽː van l) v + n 2) v + l + ən. A. vː als in bɑ⫞ː (= bal) en kɑ⫞ːf (= kalf): Enkel indien men overal vː (b.v. ɑ̄) tegenover v (b.v. ɑ̌) kan plaatsen, mag worden gezegd dat er in het Kleits en in het Maldegems naast een systeem van korte, ook een systeem van lange vocaalfonemen bestaat, m.a.w. dat in deze dialecten de lengte fonologisch relevant is. vː en v blijken echter een ietwat verschillende distributie te hebben:
Hierbij valt vooral op dat vː en v, behalve in de combinatie vlv, niet vóór een l voorkomen. Ook blijkt uit de voorbeelden met vː dat Kleitse en Maldegemse vː in de auslaut en vː C respectievelijk aan A.B. v auslaut-l en v + l + C beantwoorden. - Diachronisch mogen we hieruit besluiten dat in de oorspronkelijke combinaties v + auslaut-1 en v̆ + l + C de l in deze dialecten gevocaliseerd werd, wat uiteindelijk resulteerde in rekking van de voorafgaande vocaal. Oorspronkelijke v + l + v daarentegen blijft er integraal behouden. - Dat het zoëven besproken verschijnsel echter ook nu nog werkt, blijkt o.a. hieruit:
In 2 heeft bal een korte vocaal; de l is daar immers intervocalisch. Daarentegen verschijnt in l (auslaut) en 3 (vóór consonant, niet l) de gerekte vocaal. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 48]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
Nergens blijkt dus vː tegenover v + l geplaatst te kunnen worden. Hieruit mogen we bijgevolg besluiten dat vː eigenlijk een combinatotorische variant is van v + l; hij komt voor in de auslaut en vóór een consonant (echter niet l zelf), terwijl vóór een vocaal de verbinding v + l behouden blijft. In de dialecten van Maldegem en Kleit en vermoedelijk ook in de andere Vlaamse dialecten waar l op dezelfde manier en in dezelfde omstandigheden gevocaliseerd wordt, bestaat dus een lengtecorrelatie waarbij de lange vocalen echter gewoon als de fonetische realisatie van v + l in bepaalde combinaties moeten worden beschouwd; de lengtecorrelatie is er m.a.w. combinatorisch, niet fonologisch onderscheidendGa naar voetnoot1. B. ṽː als in bɑ̃⫞ː (= ballen) en hɑ̃⫞ːzə (= gans): Op een vrijwel identieke wijze als voor ṽː kunnen we aantonen dat ṽ̃ː in het Maldegems en het Kleits geen apart systeem van vocaalfonemen is, maar een combinatorische variant van twee qua oorsprong verschillende foneemgroepen. Dit blijkt reeds vrij duidelijk uit de distributie van ṽ̃ː tegenover ṽː en v:
echter niet vóór n.
echter niet vóór l.
echter niet vóór auslaut-l niet vóór l + C.
+ In één geval, nl. in de auslaut, kunnen dus zowel ṽː als vː en v voorkomen. Alle voorbeelden met auslaut-ṽː in het Maldegems en het Kleits blijken in het A.B. v/vː + l + ən, en in de meeste Oost- en Westvlaamse | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 49]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
dialecten v/vːGa naar voetnoot1 genasaleerde ḷ te hebben. De voorbeelden met auslaut-vː daarentegen hebben in het A.B. v/vː auslaut-l. Historisch kunnen we de ontwikkeling van v/vː + l + ən tot ṽː in beide dialecten m.i. als volgt schetsen: 1) neutralisatie van de kwantiteitscorrelatie (tot korte à halflange vocalen), 2) ontwikkeling van l + ən tot genasaleerde ḷ (cf. andere Oost- en Westvlaamse dialecten in de streek rond Maldegem en Kleit), 3) vocalisatie van genasaleerde auslaut-ḷ, wat uiteindelijk resulteerde in rekking + nasalering van de voorafgaande vGa naar voetnoot2. Ook in zeer recente leenwoorden echter blijkt v̆ + l + ən er steeds als ṽː gerealiseerd te worden: b.v. fĩː = filenGa naar voetnoot3 ɑ⫞mʹpũː = ampoulenGa naar voetnoot4. In deze dialecten kunnen we dus nergens -ṽː tegenover -v + l + ən plaatsen; ṽː in de auslaut is er m.a.w. nog steeds de fonetische realisatie van de groep v + l + ən in deze positieGa naar voetnoot5. + ṽː komt ook vóór niet-explosieve consonant (behalve n) voor:
Behalve in bepaalde gevallen vóór l kunnen, blijkens de distributietabel, in het Maldegems en het Kleits ook vː en v in dezelfde omgeving voorkomen. Alle (Kleitse + Maldegemse) woorden met ṽː vóór niet-explosieve consonant hebben in het A.B. v + n + niet-explosieve consonant. Diachronisch mogen we zeggen dat in die dialecten de n gevocaliseerd werd, wat (compensatorische) rekking en nasalering van de voorafgaande vocaal tot gevolg had. Deze ontwikkeling kunnen we ook synchronisch nog waarnemen:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 50]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
In l (vóór explosief) en 3 (vóór v) komt v + n voor; in 2 (vóór niet-explosieve consonant) echter verschijnt ṽː. Ook zeer recente leenwoorden met A.B. v + n + fricatief worden in het Kleits en het Maldegems steeds met ṽː uitgesproken:
Vóór niet-explosieve consonant blijkt ṽː in deze beide dialecten dus gewoon de fonetische realisatie van /v/ + /n/ te zijn; ṽː is in dit geval een combinatorische variant van v + nGa naar voetnoot1. In het vocaalsysteem van het Kleits en het Maldegems bestaat dus een kwantiteits- en zelfs een nasaliteitscorrelatie; allebei zijn ze evenwel afonematisch: vː is een combinatorische variant van de groep /v/ + /l/ (nl. vóór consonant en in de auslaut), ṽː een combinatorische variant van 1) de groep /v/ + /l/ + ən (in de auslaut) 2) de groep /v/ + /n/ (vóór niet-explosieve cons.). De beide dialecten behoren bijgevolg wel degelijk tot het Oostvlaamse gebied zonder (fonematische) kwantiteitscorrelatie, wat vermoedelijk ook het geval zal zijn met andere dialecten uit hetzelfde gebied waar vː en ṽː in gelijkaardige omstandigheden voorkomen.
J. Taeldeman. |
|