Taal en Tongval. Jaargang 19
(1967)– [tijdschrift] Taal en Tongval– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 90]
| |
William Foerste
| |
[pagina t.o. 90]
| |
William Foerste
3-12-1911 - 27-11-1967 | |
[pagina 91]
| |
aangeboden, die hij echter afsloeg. Ik herinner me nog zeer levendig het bezoek dat wij, mijn vrouw en ik, de Foerstes brachten in 1962 (of 1963?) en waarvan een groot gedeelte besteed werd aan de voor- en nadelen van het al of niet aanvaarden van de leerstoel te Bonn. Achteraf kan men wel zeggen dat hij een wijs besluit heeft genomen, want hij is dan toch overleden in de stad waar hij zijn hele universitaire loopbaan en de helft van zijn leven heeft doorgebracht. William Foerste was een biezonder actief mens en heeft dan ook zeer veel georganiseerd en gepubliceerd. Zijn Seminarie voor Neerlandistiek is, voor zover ik dat kan overzien, misschien wel het best ingerichte van de Bondsrepubliek. Het is niet mogelijk in een Nederlands tijdschrift melding te maken van de gehele bedrijvigheid van William Foerste. Dit zal wel in Duitse en Nederduitse tijdschriften gebeuren. Ik wil vooral wijzen op zijn publicaties in verband met het Nederlands. Zijn eerste grote werk (zijn doctoraal proefschrift meen ik) waarvan de titel luidde Der Einflusz des Niederländischen auf den Wortschatz der jüngeren niederdeutschen Mundarten Ostfrieslands, verscheen in 1938 in ‘Forschungen hrsg. für den Verein für niederdeutsche Sprachforschung’ von Conrad Borchling, Otto Mensing und Hans Teske. Neue Folge, Reihe A: Sprache und Volkstum, Bd. VIII, Hamburg. In het feestalbum voor Jost Trier ter gelegenheid van zijn 60e verjaardag (Meisenheim/Glan 1954) publiceerde hij een studie over Die niederländischen und westniederdeutschen Bezeichnungen des Klees en hetzelfde jaar hield hij voor de Dialecten-Commissie der Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen een lezing over De Nederlandse Expansie in Westfalen, samen met Klaas Heeroma's lezing over De Westfaalse Expansie in Nederland, die in 1955 in de ‘Bijdragen en Mededelingen der Dialecten-Commissie verscheen.Ga naar voetnoot(1) Een van de voornaamste publicaties van W. Foerste is ongetwijfeld Der wortgeographische Aufbau des Westfälischen, gepubliceerd in het 4de deel (Wesenszüge seiner Kultur) van het grote verzamelwerk ‘Der Raum Westfalen’, 1958, (117 blz. gr. 8o + 32 kaarten). Ook voor de Nederlandse taalgeograaf is die van het grootste belang. In het zesde deel (1960) van ‘Niederdeutsche Studien’, een reeks die hij zelf verzorgde, verscheen van zijn hand Von Reinaerts Historie zum Reinke de Vos. | |
[pagina 92]
| |
In 1955 gaf hij ook Isengrimus uit (Das flämische Tierepos aus dem Lateinischen verdeutscht von Albert Schönfelder). Hij werkte ook mee aan de ‘Driemaandelijkse Bladen’ waarin hij in 1949 een artikel publiceerde over Een woordatlas van Saxonia (blz. 84-93 met 4 kaarten), waarvan het besluit luidde: ‘De Leidse Taalatlas zowel als de Deutsche Wortatlas van Marburg gaan uit van een Nederlands, resp. een Duits gezichtspunt en zullen ons ten gevolge daarvan geen bevredigende inlichtingen kunnen geven omtrent vele vragen die het Saksisch ons stelt. Een woordatlas van het ganse Saksische stamgebied schijnt mij derhalve een desiderium onzer taalwetenschap te moeten zijn.’ In 1961 schreef hij nog voor het K. Ter Laannummer een korte etymologische bijdrage over het woord Wressem. Ook aan ons tijdschrift heeft hij meegewerkt, nl. aan het nummer aangeboden aan ons beider vriend Dr. P.J. Meertens, bij zijn zestigste verjaardag, met een uitvoerige etymologische studie over de Zeeuwse plaatsnaam Haaiman. Ik zei reeds dat William Foerste een zeer actief man was. Dit bewijzen ten overvloede de vier wetenschappelijke uitgaven waarvan hij de leiding had: 1. Westfälisches Wörterbuch, 2. Westfälisches Flurnamen-Archiv, 3. Niederdeutscher Wortatlas, 4. Corpus der mittellateinisch-mittelniederdeutschen Glossarien en de publicatie van zijn twee reeksen: Niederdeutsche Studien, waarvan 15 delen zijn verschenen en Nisderdeutsches Wort - Kleine Beitrāge zur niederdeutschen Mundart- und Namenkunde (6 dln., 1960-1966). De verdiensten van William Foerste ten aanzien van de Nederlandse taalkunde werden dan ook in Nederland naar waarde geschat door de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden en de Fryske Akademie te Leeuwarden, die hem het lidmaatschap aanboden. Het vroegtijdig overlijden van professor Foerste in volle levensvreugde en werkkracht is een zwaar verlies voor de Munsterse univereiteit en de Duitse taalwetenschap. Laten we hopen dat de wetenschappelijke beoefening van het Nederduits en van het Nederlands er niet te veel zullen onder lijden.
Willem Pée. |
|