Taal en Tongval. Jaargang 13
(1961)– [tijdschrift] Taal en Tongval– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 158]
| |
De rijkdom van het materiaal van WillemsIn het vijftiende deel van de H.C.T.D. hebt gij, jubilerende vriend, het bekende opstel geschreven Tussen ‘Oud’, ‘Old’ en ‘Alt’, waarin gij behalve de in de titel gesuggereerde klankontwikkeling ook nog andere, waaronder die van a en o voor l + velaar of labiaal, behandelt. Het opstel legt een eervol getuigenis van Uw denk- en werkkracht af. En als ik Uw opstel met de bijgevoegde kaart, die ook de vocalisering in kalf behandelt, vergelijk met het kaartje dat voor de vocalisering van de l in dit woord in het materiaal van Willems door mijn assistent dhr. M.W.A. van de Ven getekend is, treft mij onmiddellijk de grote overeenkomst in Belgisch Limburg, waar Tongeren op beide kaartjes als meest zuidwestelijke grensplaats fungeert, maar niet minder het feit dat gij met name ten aanzien van Weert en Roermond over waardevolle gegevens beschikte, die Willems onbekend waren.
Op blz. 353 verklaart gij, welk materiaal U ten dienste stond. Hoe uitgebreid echter dit ook moge zijn (zelf hebt ge verzameld in 80 plaatsen), toch viel het mij op, dat ik er het materiaal van Willems niet vermeld vond. Hadt ge ook dat nog in Uw onderzoek betrokken, vermoedelijk hadt ge dan Uw opmerking op blz. 335 ten aanzien van de vocalisering van de l bij kalf: ‘Het schijnt dus wel een zuiver Limburgse aangelegenheid te zijn’ enigszins anders geformuleerd. Immers in het materiaal van Willems vertonen ook één Oostvlaamse en verder vier Westvlaamse plaatsen het onderhavige verschijnsel.
Hiermee wil ik overigens niet beweren, dat ook in dit materiaal niet een en ander tussen de mazen doorgegleden is. Dat blijkt ogenblikkelijk wanneer men in Pée's Dialect-atlas van West-Vlaanderen en Fransch-Vlaanderen de kaart 30 't Volk zocht bestudeert. Afgezien nog van het feit dat concurrerende typen als menschen en peuple er het beeld iets vervagen, verschijnt daar bij volk de l-uitval in niet minder dan 48 plaatsen, die voor het grootste deel perifeer, d.w.z. zo westelijk en zuidelijk mogelijk gelegen zijn. Daarbij kan men dan overigens nog bedenken wat men in H.C.T.D. XV 316 kan lezen: ‘Die algemene | |
[pagina 159]
| |
vokalisering van 1 gaat zuidwestelijk (Tongeren) minder ver na o (volk) dan na a (kalf)’Ga naar voetnoot(1). De teksten schijnen niet op hoge ouderdom van het verschijnsel te wijzen. J. Jacobs, Het westvlaamsch van de oudste tijden tot heden, 1927, rept er niet van en Van Loey Mnl. Sprkk. II2 evenmin. Trouwens ook in het Engels wordt het overeenkomstige verschijnsel niet vóór de 16e eeuw geattesteerd; cfr. W. Horn, Historische neuenglische Grammatik I, 1908, nr. 231. Mag ik in dit verband hier dan ook nog even wijzen op een kleinigheid die ik terloops uit Willems' materiaal opdiepte. Dat het Engelse again terug te vinden is in het Westvlaams, wisten we al uit De Bo's Westvlaamsch Idioticon, 1892, p. 37. Maar ook het materiaal van Willems kent ageen. Ik vond het er met name onder de ‘vertalingen’ van het woord nog opgegeven voor Belle in Frans-Vlaanderen. Het lijkt mij gewenst, dit gegeven in één verband te plaatsen met een aantal door Mansion, Van Ginneken, Heeroma en Gysseling bestudeerdeGa naar voetnoot(2) overeenkomsten tussen het Engels en het Vlaams. | |
[pagina 160]
| |
Nog een laatste voorbeeld om het belang van Willems' materiaal aan te tonen. Voor een beeld van de metathesis in woorden als orgel, kervel, enz. staat ons uit het gepubliceerde materiaal eigenlijk nog alleen de kaart van dorpel/drempel (zie O.T., II, 52 vlg.) ten dienste (cfr. A. Weijnen, Nederlandse Dialectkunde, § 95). De hierbij op grond van Willems' materiaalGa naar voetnoot(3) gepubliceerde van orgel blijkt nu in
grote trekken hetzelfde beeld te vertonen, maar terwijl op de drempel-kaart de metathesis niet ten noorden van de Maas komt, zien we dat hier op niet minder dan zes plaatsen. Een welkome bevestiging van de juistheid van dit uit Willems' materiaal geconstrueerd kaartbeeld leverde de kaart die Dr. J. van Bakel voor mij tekende op grond van de op 9 februari 1961 uit de provincies Antwerpen, Brabant en Noord-Brabant binnengekomen antwoorden op Dialectvragenlijst nr. 1 van het Nederlands Instituut van de R.K. Universiteit van Nijmegen (vraag 73)Ga naar voetnoot(4). | |
[pagina 161]
| |
Moge de lof van zijn landgenoot Willems de jubilaris de hem van harte gegunde vreugde verschaffen. A. Weijnen |
|