Taal en Tongval. Jaargang 6
(1954)– [tijdschrift] Taal en Tongval– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 143]
| |
De konsonantenverbinding schr- in het zuiden van Belgisch-LimburgDeze bijdrage knoopt aan bij de studie van V. Verstegen: De Westgermaanse sk in de Zuidnederlandse dialectenGa naar voetnoot1. In bedoelde studie merkt de schrijver p. 32 op: ‘In de anlaut of bij het begin van het woord wordt de sk alleen vóór klinker in aanmerking genomen, de groep schr, bvb. in schrijven, blijft hier buiten beschouwing omdat nog niet genoeg gegevens voorhanden zijn om met de nodige juistheid en zekerheid er over te kunnen spreken’. Deze positie van oorspronkelijke sk (Nl. sch) vóór r maakt nu juist het onderwerp uit van dit opstel waarin we het ons tot nog toe voor Zuidelijk Belgisch-Limburg beschikbare materiaal hebben verwerkt. Het begeleidende kaartje is opgemaakt op basis van de uitspraak in de woorden schrijven, schrijnwerker, schroef, schrobbenGa naar voetnoot2. Wie het aandachtig bekijkt komt onmiddellijk tot de conclusie dat er in Haspengouw een grote overeenkomst is tussen de ontwikkeling van Wgm. sk vóór klinker en de ontwikkeling vóór r. Het parallellisme is nochtans niet zo totaal als in de Limburgse Kempen, waar we, voor zover onze informaties strekken, gerust de Panninger-zijlinie als Westelijke grens voor de Oostelijke ontwikkeling van skr tot ʃʀ of ʃr kunnen beschouwen. Ook in Haspengouw is er dus een Oostelijke helft met ʃr/ʃʀ en een Westelijke met skr of sΧr-uitspraak. In het Westelijke gebied is sΧr de meest voorkomende realisatie. skr vindt men in de plaatsen of bij de personen die ook sk uitspreken vóór klinkerGa naar voetnoot3. De sk-uitspraak is zowel voor een klinker als vóór r een verschijnsel dat moeilijkheden oplevert voor de dialektgeograaf: in de meeste plaatsen waar sk-uitspraak gebruikelijk schijnt, komt daarnaast ook sΧ voor, soms zelfs bij dezelfde personen. Aan sΧ wordt veelal de voorkeur gegeven door meer ontwikkelden | |
[pagina 144]
| |
en jongeren. Vullen we de gegevens van Verstegen aan met het materiaal dat ons tot nog toe ter beschikking staat, dan komt sk vóór klinker en r voor (zoals gezegd veelal naast sΧ) te St.-Truiden (P 176) bij sommige ouderen en in de volksbuurt St.-Pieter, te P 116 en P 188, evenals in een gebied langs de taalgrens met P 215, 227, 226, 218, 183, 219, 183a, 185, 186, 220, 223, 221, 222 en Q 165, 164. Het is in ieder geval niet uitgesloten dat sk in het gebied tussen St. Truiden, Borgloon en de Romaanse taalgrens ook nog in sommige sΧ-plaatsen bij een deel der bevolking zou voorkomen: een grondiger plaatselijk onderzoek dat vooral op de uitspraak van de minder ontwikkelde personen van een hogere leeftijd zou gericht zijn is hiertoe vereistGa naar voetnoot1. Het westelijk Haspengouws gebied met skr of sΧr in schrijven, schrijnwerker, schroef en schrobben beslaat heel Haspengouw ten W. van de Panninger-zijlinie. Ten O. van deze linie, dus in het gebied met ʃ vóór klinker hebben Q 153 en Q 157Ga naar voetnoot2 nog sΧ voor r. Ook te Haren (Q 160a)Ga naar voetnoot3, onder de gemeente Bommershoven (Q 160) komt deze uitspraak naast ʃr voor. Zelfs te Q 74 tekenden we bij een paar zegslieden sΧ vóór r op, bij nadere contrôle bleek echter dat de overgrote meerderheid ʃr gebruikt. Ook te Q 166 schijnt het bij sommige jongeren, die ‘beter’ willen spreken onder schoolinvloed, in gebruik te komenGa naar voetnoot4. Ten O. van het gebied met sΧ of sk vóór r komt overal ʃ voor; uitzondering maakt nochtans een reliktstrook met skr- > str: deze strekt zich langs de taalgrens ten Z. van Tongeren uit en omvat Q 166, 240, 243, 241, 167, 161, 242, 183, 182, 180 en 181. Deze opvallende uitspraak, misschien wel een contaminatie tussen een oorspronkelijke skr en een opdringende ʃr (?), wekt vaak de lachlust op van de bewoners der ʃr-sprekende plaatsen; ook trachten de bewoners | |
[pagina 145]
| |
[pagina 146]
| |
van de str-sprekende dorpen ze vaak te vermijden in kontakt met ‘vreemden’. Dat de str-uitspraak dan ook begint te verouderen in enkele plaatsen is niet te verwonderen: zo zegt de jeugd te Q 161 reeds veelal ʃr en ook te Q 167 is dat meestal het geval. In het meer westwaarts tussen het sΧr-en het str-gebied inliggende Widooie (Q 164a) is ʃr reeds de algemeen geldende uitspraak geworden. Op Widooie en gedeeltelijk ook op Haren kan de uitspraak toegepast worden dat grensdorpen gewoonlijk ‘meer vaderlandslievend’ zijn dan het ‘binnenland’. Maar ook de Oostelijke flank van het str-gebied is aan het afbrokkelen. Te Q 181 en in ietwat mindere mate te Q 180 is ʃr reeds de uitspraak geworden van een groot deel van de bevolking en ook te Q 183 beginnen heel wat jongeren reeds te volgen. In deze plaatsen schijnt echter ‘schrobben’ als relikt te zullen achterblijven, want ook de jeugd gebruikt er nog strubə. Dit woord behoort namelijk niet tot de door de onderwijzers gebruikte en door hen onderwezen woordenschat. In ‘schrijven’, een zeer gebruikelijk schoolwoord, heeft de ʃr-uitspraak in genoemde plaatsen reeds gezegevierd bij de jongere generaties, in ‘schrijnwerker’ en ‘schroef’, ‘schroeven’ (ww.) is ʃr de zege nabij; de huiselijke sfeer waartoe ‘schrobben’ behoort en het niet kennen van de beschaafde equivalent schijnt het standhouden van de oude strubə-uitspraak hier in de hand te werken. Het valt te voorzien dat het hele str-gebied in de eerstkomende tijd zal ‘opgedoekt’ worden: verkeer en onderwijs brengen de jongere generaties het bewustzijn bij dat in de verbinding sch + r een sch-klank steekt die onderscheiden is van st + r in woorden als straf, strijken, enz. Sch nu is in deze streek (voor klinker) dialektisch ʃ, vandaar dat ʃr als ‘beschaafder’ uitspraak geldt. Deze uitspraak ʃr zal wellicht overal str verdringen, behalve misschien in het meer Westelijk gelegen en georiënteerde Vechmaal, waar sΧr door de nabijheid van het sΧ-gebied meer kans schijnt te hebben. Dat de str-uitspraak vroeger in meer plaatsen voorkwam wordt bewezen door het bestaan van enkele reliktwoorden met str uit *skr in plaatsen die nu gewoon ʃr gebruiken. Zo luidt schreumen (naam van een spel)Ga naar voetnoot1 te Q 164a en Q 168 strømkə | |
[pagina 147]
| |
ʃi˕itə/ʃiːtə (zo ook te Koninksem, ook nog bij de jongere ʃr-sprekers) en te Q 157a, Q 155a en Q 172a stryʌmə. Voor slieren of baantje glijden wordt in de streek tussen Tongeren, Bilzen en Maastricht schrikkelen ʃrikələ gebruikt: de vorm van L 168, Q 172a en Q 177 is strikələ, die van Mal en Sluizen (Q 180 en 181) striŋkələGa naar voetnoot1 blijft ook bij de jongere ʃr-sprekers in gebruik. Een heel wat groter gebied beslaat strikschoen i. pl. v. schrikschoen (= schaats) (zie begrenzing op kaart). Opvallend is in dit geval het voorkomen van str- te Borgloon en omgeving, dus in het sΧr-gebied. Ofwel wijst dit op een vroeger voorkomen van str- te Borgloon en omgeving, waar nu sΧr- gesproken wordt in de klankverbinding *skr, ofwel is strik-uit skrik- ontstaan door dissimimatie in een vorm skrikskuːn met twee opeenvolgende sk's. In het ʃr-gebied zou die dissimilatie dan ouder zijn dan de overgang skr > ʃr, in het sΧr-gebied ouder dan de evolutie skr > sΧr. Indien de strikschoen-vormen dus in een oudere periode uit *skrikskoen werden gedissimileerd, dan zijn ze zonder waarde voor de vaststelling van de uitgebreidheid van het oorspronkelijke gebied met str-uitspraak voor Wgm. skr-. Alleen de *streumen (= schreumen) en de *strikkelen (= schrikkelen)-relikten verstrekken ons waardevolle en betrouwbare inlichtingen en schijnen door hun voorkomen te N.-W. en ten N.O. van Tongeren erop te wijzen dat str- eens de uitspraak geweest is van heel de streek rond Tongeren. A. Stevens |
|