Taal en Tongval. Jaargang 6
(1954)– [tijdschrift] Taal en Tongval– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 141]
| |
Toen in 1864 de toren van de parochiekerk te Boom werd verhoogd, vond men daarin een briefje dat veertien jaar vroeger door een werkman was geschreven, ter herinnering aan de arbeid die dan was uitgevoerd. Wij geven hier een letterlijk afschrift van de tekst. | |
Boom den 13 November 1850.Zeer Lueve Vun Ders, | |
[pagina 142]
| |
11 in octoeber 1850 zis ons koeningen gestorven Daer Veel misbaer is Voor gemokt Mari Loues Van Orlians / koenung Leopol Met het oog op het dialect van Boom zijn uit deze tekst weinig of geen nieuwe gegevens te halen, maar hij is toch merkwaardig om bekende feiten andermaal te illustreren. Opvallend is vooral de verwarring van u en i, te wijten aan de ontronding. Voorbeelden van fonetische spelling zijn Brig ‘brug’ en gedierd ‘geduurd’. Talrijker echter zijn de gevallen van hypercorrecte u voor i: Lueve ‘lieve’, Vun Ders ‘vinders’, spul ‘spil’, Nuewen ‘nieuwen’ dial. niːvən, revuer ‘rivier’; ook in toonloze syllaben als Vyftug, gebortug, waar nu ə wordt gezegd, en koenung thans keːniŋk. Typisch lijkt me in dit verband de spelling u̇, éénmaal gestipte u, in bru̇g en Vru̇nden ‘vrienden’; hieruit blijkt wel, dat de schrijver zich soms bewust was van de moeilijkheid en dan ook heeft geaarzeld om aan een van beide de voorkeur te geven. Van de andere bijzonderheden, die insgelijks uit het dialect te verklaren zijn, noem ik nog slechts: de overtollige h, in houden en hok ‘ook’; rekking van korte vocaal, in Weerk dial. wæːrək; verkorting van lange vocaal, in gebortug, Borgemester, met palatalisering gepletst ‘geplaatst’, manden dial. mendə, onbeklemtoond hok ‘ook’, uit o-achtige ā gemokt ‘gemaakt’; voortonig a, in plaats van e, in de familienaam Clament; naar de Franse uitspraak, frang en fn. gombeer ‘Gombert’; enz. Ook de andere afwijkingen zijn duidelijk en, evenals de genoemde, in vele dialecten terug te vinden. Aan het einde van het briefje wordt gezinspeeld op de brug, die Boom zou verbinden met Klein-Willebroek, aan de overzijde van de Rupel. Na vele besprekingen, vooral sinds 1828, werd op 21 Juli 1851 daartoe plechtig de eerste steen gelegd. Bij deze gelegenheid dichtte een Boomse werkman toen een spotlied, dat op scherpe toon de sociale wantoestanden hekelt en de verhouding Vlaming-Waal typeert. Ook in dat lied treffen wij de spelling Brig aan, en bovendien de woorden pertijk ‘praktijk’ en vuintje ‘vaantje’, rijmend met duintje ‘deuntje’. Overigens zijn de dialectvormen daarin niet zo talrijk. Intussen is de brug, die destijds zoveel strijd en moeite heeft gekost, vóór enkele jaren afgebroken en - wellicht voor goed - uit het landschap verdwenen. Zij is steeds berucht geweest in de streek, omdat men er nog regelmatig tol moest betalen.
Leuven. K. Roelandts |
|