Tijdschriftenschouw
Archief De Graafschap 4 (1952): E.M. Boland schrijft over het Nedersaksische woord page ( = paard).
It Beaken 15 (1953), nr. 1: Albrecht Johannsen schrijft over de toekomst van het Noordfries en Chr. Stapelkamp over het ohd. bîson (= verschrikken). - Nr. 4 - De laatste geeft enkele plaatsen van het voorkomen van het fri. kossel (= kostbaar).
Brabantia 2 (1953), nr. 2: L.C. Michels bespreekt ‘De dialecten van Noordbrabant’ door A. Weijnen en geeft verbeteringen en aanvullingen.
Dörp en Stad, Nieuwe Reeks 5 (1953), nr. 1: Diekemoa bespreekt de 2de druk van K. ter Laan's Nieuw Groninger Woordenboek. - Nr. 4. - Eindelijk kan de redactie de nieuwe ‘perfester’ in de Nedersaksische dialecten Prof. Dr. K. Heeroma, welkom heten. J.G.C. Vegter schrijft over helften en haalfschaid en K. ter Laan over leeg en leag. - Nr. 6. - Een anonymus maakt bezwaar tegen de keuze van Van Haeringen's artikel over Beschaafd Nederlands als eindexamen-opgave voor de H.B.S.M.J.F. Buikema vestigt de aandacht op de verandering in het gebruik van joe en ie in de Veenkolonien.
Drenthe 24 (1953), nr. 8: K. van Dijk schrijft over de invloed van de omroep op het Drents dialect en J. Naarding herdenkt H.L. Bezoen.
Driemaandelijkse Bladen. Nieuwe Serie 5 (1953), nr. 1: H.L. Bezoen geeft een lijst van 18de-eeuwse Overijselse woorden uit het materiaal van het Woordenboek der Nederlandse Taal, die in het eigenlijke Dumbar-handschrift ontbreken. - Nr. 2. - De redactie wenst Dr. Heeroma geluk met zijn benoeming tot hoogleraar in de Saksische dialecten; H.L. Bezoen verzet zich tegen de uitspraak van Gerlach Royen over het uitspreken van de slot-n in het oosten van Nederland, in diens ‘Buigingsverschijnselen in het Nederlands’. H.J. Moerman behandelt de Veluwse woorden gortzak, heggelen, kedonze, massepant, mukken, roodolm, rots, rouwerie, snikhiepe en tosse, en vult dit artikel aan in nr. 3; J. Poortman schrijft over koje, roepnaam voor koeien. - Nr. 3. - A.H.t.B. kenschets het Gronings van Mevrouw Slapsma-Tiessens als een persiflage van wat men zou kunnen horen uit de mond van halfontwikkelde Groningers, Chr. Stapelkamp schrijft over moedfear, moedveer.
T.W.R. de Haan publiceert de oudste Groninger woordenlijst van Mr. D.F.J. Halsema, die in 1776 werd samengesteld en omstreeks 1783 werd bijgewerkt door Dr. Lambertus van Bolhuis. H. Arink citeert een uitspraak van J.H.C. Kern over het dialect van de Graafschap en E.M. Boland geeft spellingregels voor de Graafschap en aangrenzende gebieden.
De Molenaar 56 (1953), nr. 31: A. Bicker Caarten behandelt het molenleven in de volkstaal (van Groningen, Limburg en Noordholland).