Taal en Tongval. Jaargang 5
(1953)– [tijdschrift] Taal en Tongval– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 176]
| |
Hollands ‘nouw’ = ‘nieuw’?Heeroma heeft in zijn middeleeuwse bronnen voor Holland, met uitzondering van het Amsterdamse en Enkhuizense nye, alleen nuw en nieuw voor het tegenwoordige ‘nieuw’ gevonden.Ga naar voetnoot1)) Hij beschouwt terecht nuw als de vorm van de volkstaal en nieuw als de literaire vorm. In de Rekening van Kerkmeesters der St. Bavo van 1485 (Kerkvoogdij, Oud-archief, No 90), die ik in handschrift geraadpleegd heb, vond ik echter één maal, en wel op fol. 44: ‘dat nouwe werck dat ghemaect es’. Daar in de Hollandse volkstaal vormen als douwe ‘duwen’, rouw ‘ruw’ en waarschouwe ‘waarschuwen’ geregeld voorkomen, mag men dit nouwe stellig als een voor de hand liggende jongere, maar toch blijkbaar in ieder geval al 15de-eeuwse ontwikkeling van nuwe in de Hollandse volkstaal beschouwen. In de tegenwoordige volkstaal vindt de ou van het Haarlemse nouwe, voor zo ver mij bekend is, alleen een verafliggende steun in het Wieringse nóuw ‘nieuw’Ga naar voetnoot2). Een paar oude namen met ‘nieuw’ als eerste lid bevestigen echter de juistheid van het Haarlemse nouwe. De ware afbeeldighe van Delflandt, A 1611, gegraveerd door Floris Balthasar, vermeldt het tegenwoordige plaatsje Nieuwkoop als Noucoop en een daarheen leidende weg als Noucoopswech en Noucooperwech, terwijl de Chaerte van t geheele Dijck Graefschap ende Hooghe-heem-raetschap van Rhijn-Landt, van Delf-landt ende van Schie-landt, gegraveerd door Floris Balthasar en Balthasar Florissen van Berckenrode (begonnen in 1610) bij Nieuwkoop een Noucooper pat vermeldt. Voor het bombardement van 1940 heette een van de straten van de oude stad in Rotterdam de Oppert. In de Rotterdamsche straatnamen geschiedkundig verklaard, door Dr. H.C. Moquette en J.M. DroogendijkGa naar voetnoot3), kan men op blz. 177 lezen, dat Oppert ontstaan is uit Noppert. De vroegere vormen van de naam luiden: Nyepoorte, Nieupoort, Nupoort en Noppert. De oorspronkelijke betekenis was ‘Nieuwstad’ en de naam gold voor het nieuwe stadsgedeelte, dat misschien reeds in 1328 bij de oude stad werd getrokken, doch in 1339 in ieder geval al bestond. Zij | |
[pagina 177]
| |
wijzen er op, dat in de 17de en 18de eeuw telkens van Oppert of Nieuwpoort gesproken wordt. Uit ‘in de Noppert’ moet, door verkeerde splitsing, ‘in den Oppert’ ontstaan zijn. Uit deze gegevens volgt met stelligheid, dat ‘nieuw’ het eerste lid van deze straatnaam is. Men kan er echter aan twijfelen, dat het vroegere Noppert de vertegenwoordiger van Noupoort is, daar deze laatste vorm niet overgeleverd is. Het is namelijk niet onmogelijk, dat Noppert uit Nuppert ontstaan is, zoals op uit up en in het algemeen vele o's uit Wg ŭ. In dat geval zou men de ontwikkeling nuw (poort) > ny (poort) > nü(pert) > no(pert) moeten aannemen. In het andere geval zou de ontwikkeling nuw > now > no geweest zijn, dus zonder de tussenstadia ny en nü, wat mij ‘natuurlijker’ voorkomt. Een assimilatie van de w van *nowpert aan de volgende p is wel te aanvaarden. Als het Rotterdamse Oppert uit Noupert verklaard mag worden, dan zou nouw in Haarlem (1485), Nieuwkoop (1610/11) en Rotterdam in gebruik geweest zijn en dan bestaat er, op grond van de ligging van deze plaatsen, een redelijke kans, dat heel Holland deze vorm in de middeleeuwse volkstaal gekend heeft. Het zou mij niet verbazen, als in oude plaatselijke bescheiden uit Holland meer terrein- of straatnamen met nouw te voorschijn kwamen. Het zoeken daarnaar kan echter slechts in in de plaatselijke archieven gebeuren en daartoe ontbreekt mij de gelegenheid. Kan iemand anders misschien zorgen voor aanvullend materiaal?
Rotterdam. B. van den Berg |
|