Taal en Tongval. Jaargang 4
(1952)– [tijdschrift] Taal en Tongval– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 46]
| |
ÃsklippelIn Ts. 68-74 vestigt Stapelkamp de aandacht op ooshout, dat in Zuid-Holland, Utrecht en het westelijk deel van de Veluwe gezegd wordt voor het dwarshout waar de strengen van een trekpaard aan worden vastgemaakt. In dat verband wijst hij ook op Fries oes, dat de benaming is voor de lus aan de strengen van het paardetuig. Heeroma beschouwt in Ts. 70, 100 vlg. dit oes als een ingvaeonisme. Hij herleidt nl.: oes < ôs < ans en verwijst naar latijns ansa. Men zou het dus kunnen vergelijken met de gevallen: boes, Goesvoorde en Oe(g)stgeest uit Schönfeld4, nr 28. Ik geloof dat wij met Heeroma accoord kunnen gaan, en meen daarvoor te mogen wijzen op het feit dat westelijk Noord-Brabant dit woord nog in zijn niet-ingvaeoonse vorm schijnt te vertonen. Bedoeld dwarshout toch heet ãsklippel in Wagenberg, hãnsknuppel in Nispen, (h)aasknuppel te Wouw en asknuppel te Baarle-Nassau. Voorts ontving ik van de heer P.J.W. Boeren aarsknuppel als door zijn lyceumleerlingen opgegeven voor Steenbergen, Zevenbergse Hoek en Kruisland. Heel frequent is de vorm aosklippel: Nispen, Dinteloord, Oud-Gastel, Kruisland, Oudenbosch, Wouwse Plantage en Wouw (voor Wouw, Helmond, Kruisland, Schijf, Oud-Gastel, Steenbergen, De Heen en Roosendaal werd bovendien aosknuppel opgegeven, voor Roosendaal ook nog aosknippel). Verkorting van de eerste vocaal vindt men in osklippel te Hoeven en Standdaarbuiten, osknuppel te Oudenbosch en ùsknuppel te Essen. Tenslotte brachten de leerlingen van dhr. Boeren ook (hoewel aarzelend) nog de volgende vormen met r: horsklippel te Hoeven, haorsklippel te Halsteren, naorsknuppel te Oud-Gastel (de n-prothese is een gevolg van metanalyse), aorsknuppel te Wouw en aorsknippel te Oud-Gastel en DinteloordGa naar voetnoot1. Het is niet moeilijk, het eerste lid van al deze vormen tot ans- te herleiden. De h's zijn als hypercorrect te beschouwen, de r's waarschijnlijk evenzeer, daar de r in dit dialect eigenlijk voor s + cons. uitvaltGa naar voetnoot2. Het zuiverst bewaren Wagenberg met ãsklippel en Nispen met | |
[pagina 47]
| |
hãsknuppel de oorspronkelijke vorm; asknuppel en (h)aasknuppel zijn toe te schrijven aan het overgaan van de nasalering in vocaalrekking, om het beknopt te zeggen. En had men eenmaal een aa dan kon die t.g.v. hyperdialectisme en de zwakke positie van de aa in het phonologisch systeem plaats maken voor ao. De o is een verkortingsproduct voor r + cons. De ù uit Essen is bovendien sterk gepalataliseerd.
A. Weijnen |