die ze nooit gebruiken. Massa's mensen die in een gemeenschap van stijgende-diphtong-sprekers wonen, zoals Oud-Gastel, Etten, Beek enz., vervangen ze in hun eigen spreken door oneigenlijke dalende of zwevende tweeklanken en zeggen dus zoiets als droe-ome [dru˕▴ʊmə] en zie-ëp [zi˕▴ɪp]. De ongetwijfeld als ‘platter’ of ‘echter’ geldende vormen luiden in plaatsen als Oud-Gastel of Beek drwu˕▴mə of drwu˕▴əmə en zji˕▴p of zji˕▴əp. Het is daarbij moeilijk uit te maken of het eerste element (w of j) een consonant of een zwak beklemtoonde vocaal is.
Het valt mij steeds op dat deze ‘echte’ vormen, die met stijgende tweeklank - of drieklank - en die met j- of w-prothese zich nog het best in de woordanlaut handhaven. Komt dit misschien doordat het taalgevoel in het eerste element een consonant ziet en het systeem der phoneemverbindingen zich verzet tegen j en vaak ook w na de meeste consonanten?
In elk geval is het een feit dat de anlauts-positie bijzonder gunstige voorwaarden blijkt te scheppen. Een feit ter illustratie. Ik ben er op tegen dat mijn kinderen dialect spreken, maar kan daarmee niet verhinderen dat ik het van tijd tot tijd toch hoor. Evenwel zullen ze in tegenstelling met vele schoolmakkertjes nooit de stijgende diphtongen of combinaties met j- of w-prothesis uitspreken. Hoe vreemd keek ik daarom laatst op, toen mijn vijfjarig zoontje in zijn Oefening van berouw niet bad: mijn hoogste goed, maar: mijn woeste goed. Op de bewaarschool waar hij gaat moet de w-prothesis in anlaut wel sterker staan dan in anlaut.
Ik vond verder terloops woore en drgl. vormen met w-prothesis voor horen in Standdaarbuiten, Oudenbosch, Leur, Hoeven, Oosterhout, Bergen-op-Zoom, Moerstraten, woost en drgl. voor oogst in Standdaarbuiten en Hoeven, jeeste en drgl. voor eerste in Moerstraten, wooge en drgl. voor ogen in Kruisland, Oud-Gastel, Stampersgat, Wouwse Plantage.
Deze w-prothesis levert ons nog een merkwaardig voorbeeld van het verschijnsel dat H. Paul, Prinzipien der Sprachgeschichte5, Kap XI, § 149 bespreekt bij de Bildung neuer Gruppen, waarbij hij erop wijst, dat als woorden klankwettig samenvallen, er formele beïnvloeding kan zijn. Bedoelde klankontwikkeling toch heeft ten gevolge gehad dat het ww. horen in sommige stukken van West-Brabant, bijv. in Oosterhout, sterk geworden is en als verleden tijd wier heeft.
Wat toch is er gebeurd? Het ww. horen wordt in West-Brabant zonder h uitgesproken. Dientengevolge zijn er gunstige voorwaarden