Mededeling
De Driemaandelijkse Bladen herleefd
In 1902 richtten Dr J.H. Gallée, G.J. Klokman, Dr J. Bergsma en enkele anderen de Driemaandelijksche Bladen op, gewijd aan de taal en het volksleven in het Oosten van Nederland, en uitgegeven onder de auspicie͘n van de Vereniging tot onderzoek van Taal en Volksleven in het Oosten van Nederland. Na de dood van Gallée werd Bergsma redacteur en meer dan enig ander heeft hij op dit blad het stempel van zijn persoonlijkheid gezet. Zijn dood betekende tegelijk het einde van de Driemaandelijksche Bladen.
Bijna twintig jaar nadien hebben twee jongere dialectologen, Dr H.L. Bezoen en Dr J. Naarding, het even sympathieke als verstandige plan opgevat, dit oude tijdschrift opnieuw in het leven te roepen. Het eerste nummer van de eerste jaargang der nieuwe serie is zo juist bij de N.V. De Erven J.J. Tijl te Zwolle van de pers gekomen. Sympathiek noemen we dit streven, omdat het de voortzetting betekent van het belangrijke werk, dat Bergsma zo geheel onbaatzuchtig en zelfs ten koste van financiële offers jaren lang heeft verricht, en bovendien omdat dit tijdschrift het culturele zelfbewustzijn van de Saksische gewesten ten goede zal komen. Verstandig is dit plan, omdat regionale tijdschriften belangrijk materiaal vastleggen, dat zonder deze naar alle waarschijnlijkheid verloren zou zijn gegaan.
In het eerste nr vinden we al dadelijk een aantal interessante bijdragen, o.a. van J. Broekhuysen (Gerrit Jan Klokman), Dr M. Schönfeld (Enige facetten van het Gronings), G.J. Roelofs (Vriezenveense bijnamen), K. ter Laan (Een merkwaardige klankwijziging), Dr B. van den Berg (Marktrayons en taalrayons) en Dr J. Naarding (Van binden en strikken). We begroeten dit tijdschrift met ingenomenheid en wel verre van er een concurrent in te zien, geloven we dat regionale tijdschriften als dit de belangstelling voor en de studie van de dialecten in 't algemeen alleen maar ten goede kunnen komen.