Taal en Letteren. Jaargang 16
(1906)– [tijdschrift] Taal en Letteren– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 440]
| |
Een ideale orthografie.Met het oog op de spellingstrijd bij ons in Nederland geloof ik, dat het z'n nut kan hebben, als ik enige mededelingen doe aangaande de orthografie van het Croaties, een orthografie, die met de grootste konsekwensie het prinsiepe doorvoert: ‘Schrijf zoals je spreekt’. Onze vereenvoudigde spelling brengt deze stelregel lang niet altijd in praktijk, maar toch veel meer dan de spelling van De Vries en Te Winkel, en zolang de spellingstrijd bestaat, hebben de Vereenvoudigers heel wat moeten horen over het dwaze en onmogelike van dit prinsiepe. Het is waar, dikwels waren zulke opmerkingen eenvoudig het gevolg van een misverstand: de bestrijder van de Vereenvoudigde verstond onder de woorden: ‘schrijf zoals je spreekt’ iets anders dan de voorstander, dikwels ook - maar al te vaak was dat het geval - werden twee geheel verschillende dingen niet voldoende van elkaar onderscheiden, nl.: 1. de taal; 2. de spelling, m.a.w. de uit de aard van de zaak gebrekkige manier, waarop de taal in schrift of druk wordt voorgesteld. Noch altijd duurt de spellingstrijd voort en noch altijd zijn er mensen in overvloed, die het prinsiepe ‘Schrijf zoals je spreekt’ uit den boze vinden. Ook als wij diegene negéren, bij wie deze mening op een verkeerd begrijpen of op een verwarren van heterogene dingen berust, - ook dan blijven er noch veel overtuigde tegenstanders over. Ik wil hier met een enkel woord spreken over de Croatiese spelling: deze gaat werkelik uit van de leer: ‘Schrijf zoals | |
[pagina 441]
| |
je spreekt’, en ik ken geen land, waar de ingenomenheid met de bestaande orthografie zo groot is en zo algemeen, als in het land, waar Croaties wordt geschreven en gesproken, d.i. in hoofdzaak: Croatië, Slavonië, Dalmatië, Bosnië en Herzegovina.Ga naar voetnoot1) Ik geloof, dat dit feit meer spreekt voor de juistheid van het prinsiepe, waarop die spelling berust, dan alle mogelike teoretiese beschouwingen. De weinige mededelingen, die ik zal doen aangaande die Croatiese orthografie, berusten op een boekje, dat in 1906 uitgegeven is door de ‘universiteitsboekhandel’ van Frans Župan in Zagreb (Agram), onder de tietel ‘Pravopisni rjenik. S pravilima za hrvatski pravopis’, d.w.z. ‘Orthografies Woordenboek. Met de regels voor de Croatiese spelling’. De spelling, die hierin wordt behandeld, is in 't geheel niet nieuw; het doel van de uitgave is eenvoudig, om een handige, goedkope (50 heller, d.i. 25 ct.) en daardoor voor ieder verkrijgbare handleiding te hebben voor de bestaande spelling, die door de ontwikkelde mensen al meer en meer gebruikt en op de scholen algemeen gedoseerd wordt. Het boekje bestaat uit 98 bladzijs, 4 voor tietel en voorbericht, blz. 5-20 voor de ‘regels’, blz. 21-98 voor de woordelijst.Als men de ‘regels’ doorleest, dan ziet men al gauw, dat alles, wat betrekking heeft op de ‘spelling’ in engere zin, - daaronder versta ik de leer, hoe de klanken in schrift worden voorgesteld - zich laat samenvatten onder de éne ‘hoofdregel’ van blz. 3: ‘De klanken worden in het algemeen zó geschreven, als het oor ze hoort, wanneer ze goed worden uitgesproken’. Men moet hier letten op het woord ‘goed’. Daarmee is niet bedoeld, dat elke andere uitspraak ‘slecht’ of ‘verbasterd’ is; neen, ‘goed’ moet men eenvoudig opvatten als ‘in de beschaafde spreektaal’. Men ziet dan, dat door deze toevoeging ‘wanneer ze goed worden uitgesproken’ al van te voren het bezwaar wordt weerlegd, dat anders tengevolge van hetzelfde misverstand, dat men bij ons vindt, tegen de Croatiese spelling zou kunnen worden | |
[pagina 442]
| |
aangevoerd: ‘Ja maar, als iedereen nu eens zó schreef als hij spreekt!’ Trouwens ik kom hierop noch terug. Toen ik onlangs met een onderwijzer aan een lagere school in Bosnië sprak over onderwijszaken, was ik heel verbaasd, van hem te horen, dat de schooljongens dikwels onvoldoende kregen voor Croatiese taal (meer dan voor andere vakken), omdat ze zoveel ‘fouten schreven’. Mijn eerste gedachte was: ‘Zou dan toch die spelling, die ik tot nu toe voor zo ideaal hield, dat in werkelikheid niet zijn?’ Maar al gauw merkte ik, dat die ‘fouten’ maar voor een klein deel bestaan in het verkeerde weergeven van de klanken, en dat de leerlingen deze soort van ‘fouten’ gauw afleren. Veel talrijker waren, zo vertelde mij de onderwijzer, de ‘fouten’ tegen het gebruik van hoofdletters, leestekens, het afbreken van woorden aan 't eind van de regel enz. En later, toen ik de ‘pravopisni rjenik’ kocht, vond ik daar in de ‘regels’ de bevestiging van wat hij mij had verteld. Van de 14 bladzijs regels behandelen er 4 de orthografie in engere zin: het weergeven van de klanken; eigenlik is dat nog te veel gezegd, want in deze 4 bladzijs vindt men evenveel, misschien meer, over de taal zelf, over z'n dialekten en over de historiese ontwikkeling van de klanken, dan over de orthografie. Daarna komt ruim een bladzij met het opschrift ‘wanneer de woorden met een hoofdletter geschreven worden’; dan meer dan een pagina over de kwestie, ‘hoe samengestelde eigennamen geschreven worden’; bijna twee bladzijs over het al-of-niet aaneenschrijven van samengekoppelde woorden en het gebruik daarbij van de trait-d'-union; daarna bijna een bladzij over 't afbreken van woorden; en 5 bladzijs over de leestekens. En het is merkwaardig, wat een ‘pedante’, kleingeestige regels men in deze hoofdstukken vindt. Ik vermoed dan ook, dat menige meer ontwikkelde Croaat zich helemaal wel niet storen zal aan die schoolregels en zich even vrij hier tegenover plaatsen, als menige Nederlander, aan wie het totaal onverschillig is of men schrijft te leur stellen dan wel teleurstellen e. dgl.Maar wat voor dingen staan er nu in de ‘spellingsregels’ in engere zin? Apart wil ik even de twee bladzijs regels | |
[pagina 443]
| |
(blz. 19 v.) vermelden, die op vreemde woorden betrekking hebben: natuurlik doet zich ook in 't Croaties telkens de kwestie voor: in hoeverre wordt dit of dat woord noch als een vreemd woord gevoeld? Al gauw is men dan geneigd - wat de Russen noch in sterker mate doen -, om het woord maar te croatiseren, zo schrijft men bijv. afera (affaire), renesansa (renaissance), supstantiv. Maar als een woord als niet-Croaties wordt gevoeld, dan spelt men het ook niet zo; bijv. boulevard, niveau, spleen, budget. In de overige vier pagina's spellingsregels, die ik hierboven al vermeldde, staat, zoals ik al zei, veel, wat meer op de taalontwikkeling dan op de spelling betrekking heeft; op zulke regels - zoals bijv. die dat l aan 't eind van een woord of lettergreep o wordt, bijv. mann. gledao uit gledal naast vrouw. gledala - behoef ik hier niet in te gaan; de overige ‘regels’ zijn eigenlik allemaal samen te vatten onder deze éne hoofdregel: de uitspraak gaat boven de analogie. Bij ons houdt zich zowel de oude als de nieuwe spelling aan analogieregels: hoed wordt met 'n d geschreven, omdat 't meervoud hoeden is; voed-de met twee d's overeenkomstig de evenredigheid: leer-en e. dgl.: leer-de e. dgl. = voed-en: x. In 't Croaties juist omgekeerd: de analogieregel bestaat niet; bv.: zoet luidt in 't mannelik sladak, in 't vrouwelik zegt en schrijft men slatka; vader is otac (c = ts), de genitief oca: in 'n etymologiese spelling zou 't zijn otca; vijf-tig is etymologies pet-deset; men schrijft pedeset. Natuurlik moet in een orthografie-handleiding hierop wel degelik attent worden gemaakt: het kan anders heel licht gebeuren, dat iemand ‘naar analogie’ schrijft: sladka, otca, petdeset. Het komt mij voor, dat in de laatst behandelde gevallen voor beide prinsiepes iets te zeggen valt, voor het analogiese en voor het fonetieseGa naar voetnoot1); in het algemeen zou men kunnen zeggen, dat in een taal, die de leer ‘schrijf zoals je spreekt’ streng doorvoert, het fonetiese meer op z'n plaats is; maar in ieder geval bestaat tegen het analogiese, dat wij hebben, | |
[pagina 444]
| |
niet dat grote bezwaar, dat tegen zoveel spellingsregels van De Vries en Te Winkel kan worden aangevoerd, dat het moeilikheden kan veroorzaken: de regel is even eenvoudig als die van de fonetiese spelling. In dit éne geval kan men dus niet zeggen, dat de Nederlandse spelling zoveel achterstaat bij de Croatiese (ofschoon het omgekeerde noch moeiliker beweerd zou kunnen worden), maar overigens is de Croatiese orthografie m.i. onnoemelik veel beter dan bij ons zowel de oude als de nieuwe spelling. Natuurlik is het onmogelik, om zo'n spelling hier ingevoerd te krijgen en het is daarom heel verstandig van de mannen van de Vereenvoudigde, dat ze niet meer verlangen dan ze op 't ogenblik doen: voor een betrekkelik kleine verandering zal het publiek lichter zijn te winnen, dan voor een grote, - om niet te zeggen: voor een totale revoluutsie. Maar prinsipiëel is en blijft het toch 'n feit, dat bv. het gebruik van de beide tekens ij en ei voor één klank even afkeurenswaardig is als dat van e en ee, o en oo. Hoe ongerijmd is ook niet de spelling ch voor de X-klank? Waarom niet een enkel teken, dat overal de ə-klank weergeeft? 't Zij, dat men ə schreef, 't zij e. Verwarring met de ĕ en ē zou dat toch wel niet veroorzaken. Vooral wat de spelling van de vokalen aangaat, kunnen wij van het Croaties veel leren. Hoe eenvoudig is het daar, vergeleken met onze taal! De zes tekens a, e, i, o, u, r zijn voldoende, om alle monophthongen aan te duiden, zonder dat ooit, zooals bij ons zoo vaak gebeurt, het schrift gebruik maakt van verdubbeling of van kombinering van twee tekens, om één enkelvoudige klank aan te duiden. Elk van deze zes tekens kan zowel de lange als de korte klinker aanduiden, en elke lange en elke korte kan weer op twee manieren geaksentueerd worden, stijgend en dalend, zodat eigenlik ieder teken vier klanken kan aangeven. Een bewijs, dat overdreven duidelikheid niet nodig is! Als - hetgeen noch al eens voorkomt - twee woorden gelijk worden geschreven, met verschillende uitspraak en verschillende betekenis, dan zal dat een Croaat evenmin moeilikheden ver- | |
[pagina 445]
| |
oorzaken, als een Nederlander zich zal vergissen met betéren en béteren, bedélen en bédelen. En mochten ooit gevallen als dit laatste tegen de Vereenvoudigde spelling worden aangevoerd, dan kan men volstaan met de man, die dat doet, eenvoudig te wijzen op het Croaties, waar zulke woordparen veel talrijker zijn dan bij ons (zelfs als iemand nieuwe spelling schrijft) en waar toch nooit iemand moeite heeft met het begrijpen; neen integendeel iedereen voelt hoe goed en hoe doelmatig z'n orthografie is: het zinsverband wijst altijd wel aan, welk woord, welke vorm bedoeld is, of bv. grad als grdGa naar voetnoot1) ‘hagel’ dan wel als grd ‘stad’ te lezen is, of žena
‘vrouw’ nomin. sing. Žna dan wel gen. plur. is. Om 'n Nederlands voorbeeld hiermee te vergelijken: gesteld eens, dat a en ā, e en ē enz. telkens door éénzelfde teken werden voorgesteld, zou men dan vaak in twijfel zijn of pet = pt of pēt, slot = slot of slt was? Mij dunkt, zulke vergissingen zouden hoogst zeldzaam zijn, net zo zeldzaam als nu de verwarring is van slot ‘kasteel’ en slot van een deur e. dgl.
Wij, die aan een andere spelling gewend zijn, zouden tegen zo'n geheel nieuwe in 't begin heel raar aankijken, maar wij zouden er wel aan wennen en een jongere generaatsie zou er niets vreemds meer aan vinden en heel tevreden zijn met z'n eenvoudige en toch duidelike orthografie. 'n Enkele keer komt het voor, dat in het Croaties kwantiteit of aksent door 'n tekentje worden aangeduid; het voorbeeld van het orthografiese wdb. is (blz. 18 § 48): To se vidi iz primjera, naast: To se vidi iz primjer. ‘Dat ziet men uit het voorbeeld’ resp. ‘de voorbeelden’. Dergelike gevallen komen in allerlei talen voor; om 'n voorbeeld uit het Nederlands te nemen: menigeen schrijft vóór ‘devant, avant’, tegenover voor ‘pour’. Noch op één ding wil ik wijzen: Naar 't mij voorkomt, | |
[pagina 446]
| |
kan men met meer recht spreken van het Croaties, dan van het Nederlands. Het Nederlands, - onder deze naam kunnen verschillende dingen verstaan worden: één van de betekenissen, waarin men hem gebruikt, is die van ‘de beschaafde Nederlandse spreektaal’. Ieder weet, hoe moeilik 't is, om vast te stellen, wat dit eigenlik voor 'n taal is. Twee mensen kunnen heel verschillend spreken, en toch zal men van beide kunnen zeggen, dat ze deze zelfde taal spreken. De een zal zeggen lopə, de ander loopm: hoe moet nu een goede Nederlandse orthografie het woord spellen? - Zulke verschillen bestaan er niet in het beschaafde Croaties. Als wij - evenals de ‘Pravopisni rjenik’ - het zogen. ‘Čakavies’, d.i. het allerwestelikste dialekt van het Croaties buiten beschouwing laten, dan wordt het zgn. ‘štokaviese’ Servo-Croaties gesproken (in grote trekken geef ik het gebied aan) in Croatië, Slavonië, Servië, Bosnië, Herzegovina en Montenegro. De verschillen zijn op dit hele gebied betrekkelik klein: kan men in Ragusa met de mensen praten, dan kan men het ook in Agram en ook in Belgrado. Men onderscheidt drie hoofddialekten, een oostelik, het zgn. ekavies, een middeldialekt, het ijekavies, en een westelik, het ikavies. Deze dialekten onderscheiden zich daardoor van elkaar, dat een van de Slaviese e-klanken, die gewoonlik door 't teken wordt voorgesteld, in het eerste als e, in het tweede als ije resp.
je, in het derde als i optreedt. De beschaafde spreektaal en schrijftaal van het koninkrijk Servië (die schrijftaal gaat van 't zelfde spellingsprinsiepe uit als de Kroatiese) berusten op 't ekavies dialekt. Buiten Servië wordt bijna algemeen ijekavies geschreven, en ook de meer ontwikkelden uit ikaviese streken schrijven hoe langer hoe meer ije, je en niet i. Natuurlik bestaan er in het grote ijekaviese gebied dialektiese verschillen, maar die zijn toch niet zoo heel belangrijk, en niet te vergelijken met de verschillen in ons kleine vaderland. En wat de taal van de meer ontwikkelden aangaat, ook die is niet overal gelijk, maar hier zijn de verschillen noch kleiner, en in 't algemeen geeft de gebruikelike croatiese orthografie zo goed als men
| |
[pagina 447]
| |
dat maar wensen kan de spreektaal van de beschaafden over het hele ijekaviese gebied weer. Natuurlik zou bij ons zo'n schrijftaal onmogelik zijn: denken wij alleen maar aan het bovengenoemde lopə: loopm. Maar toch geloof ik, gesteld dat er bij ons tot noch toe geen orthografies sisteem bestond en men begon eens er een te maken, uitgaande van de beschaafde spreektaal en van niets anders, dat men het dan een heel eind brengen zou. In zulke gevallen als lopə - loopm en in zoveel andere zou men dan 'n keus moeten doen: bij één van de bestaande uitspraken zou de schrijftaal zich moeten aansluiten. Gesteld, dat men nu, nu er al zo lang een schrijftaal bestaat en nu men al zo lang bepaalde woorden, bepaalde uitgangen enz. op 'n bepaalde manier heeft geschreven, - gesteld dat men er nu toe overging een op de levende taal berustende spelling in te voeren, dan zou in gevallen als het hier besprokene de oude schrijftaal de modellen kunnen leveren voor de nieuwe; bv.: doordat men al zolang lo(o)pen met 'n n heeft geschreven, voelt het lezende en schrijvende publiek die n als er-bij-horend, en die n zou erg veel kans hebben, ook bij die nieuwe spelling, die de keus zou hebben tussen vormen op ə, op n en op m, bewaard te blijven. Maar zover zijn we noch niet. Ik voor mij geloof, dat 'n dergelike orthografie 'n zegen zou zijn en zeer zeker mee zou kunnen werken, om de mensen 'n beter idee te doen krijgen van taal. Ik heb in dit artiekel de aandacht willen vestigen op 'n taal, die 'n ideale orthografie bezit - voor zover die bestaanbaar is -, 'n ideale orthografie zowel in de ogen van de taalkundige, die de taal bestudeert, als van de leek, die er dageliks in spreekt en schrijft. Maar ik weet zeker: kwam ik, of 'n ander, met het voorstel voor den dag om 'n dergelike spelling bij ons in te voeren, de kans op sukses zou gering zijn, de kans om noch meer verdeeldheid te brengen vrij groot. Willen wij ooit met onze orthografie zover komen als de Croaten - en ook de Serviërs - nù zijn, dan doen wij verstandig, als we niet dadelik te veel verlangen, maar langzamerhand ons doel trachten te bereiken. N. VAN WIJK. |
|